erfgoedobject

Sint-Dionysiuskerk gelegen in rechthoekig kerkhof

bouwkundig element
ID
78850
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78850

Juridische gevolgen

Beschrijving

Sint-Dionysiuskerk, neogotische parochiekerk gebouwd in 1867-1869 ter vervanging van een in kern 16de-eeuwse kerk. Georiënteerde kerk omringd door rechthoekig kerkhof op de hoek van de Vissers- en de Kasteelstraat, de twee belangrijkste assen van het dorp.

Historiek

In 1110 bevestigt Baldricus, bisschop van Doornik-Noyon, de abdij van Saint-Quentin-en-l'Isle in het bezit van de kerk van Oostkerke en haar vier afhankelijke kapellen het is te zeggen Wulpen (eiland), Lapscheure, Moerkerke en Westkapelle. Moerkerke wordt waarschijnlijk op het einde van de 12de eeuw een onafhankelijke parochie. Over de eerste kerk(en) is niets geweten. Een document van 1407 meldt werkzaamheden aan het kerkgebouw van Moerkerke. De toren, ingestort in 1547, wordt samen met de kerk in 1549 en volgende heropgebouwd. De kerk bestaat in die tijd uit een driebeukig schip, een middentoren, een transept en drie koren. In 1600 wordt de kerk verwoest; in 1617 begint de herstelling van het noord- en middenkoor; in 1653-1654 wordt het zuidkoor heropgebouwd. Tegen de nieuwe westgevel wordt, in het in puin liggende schip, een portaal opgetrokken. In 1719 wordt een plan van de bestaande kerk opgemaakt; de lengte van een zijkoor bedraagt 59 voeten, de totale breedte van de drie koren 84 voeten, alles binnenwerks gemeten; deze afmetingen stemmen overeen met deze van de kerk die tot 1867 heeft bestaan. Westwaarts van het halfrond gesloten middenkoor bevindt zich een voorportaal, 24 voeten lang en 18 voeten breed. Op het plan staan de twee oostelijke vieringpijlers getekend; oostwaarts daarvan - gebouwd tussen het middenkoor en de zijkoren - een vierzijdige pijler en een achtzijdige zuil.

In de loop van de 18de eeuw heeft de kerk ingrijpende wijzigingen ondergaan, door het slopen van de toren, het voorportaal en de steunen en bogen in de kerk. Ze worden vervangen door een koor met zuilen en scheibogen (drie traveeën), een korte middenbeuk en een half ingebouwde vierzijdige geveltoren. In 1854 wordt door architect Pieter Buyck (Brugge) een plan opgemaakt om de kerk te vergroten: het koor zou oostwaarts met twee traveeën uitbreiden terwijl de middenbeuk van twee zijbeuken zou voorzien worden. Uiteindelijk is van dit plan niets in huis gekomen, en in 1862 werd besloten een volledig nieuwe kerk te bouwen, wellicht naar ontwerp van dezelfde architect, toen aangesteld als provinciaal architect.

Beschrijving

Kerk gelegen in rechthoekig kerkhof, ommuurd met lage bakstenen muur, waarin ten westen een elektriciteitscabine en ten zuiden een bushalte is geïntegreerd. Kerkhofpad vanuit Vissersstraat met leibomen afgezoomd. In de oosthoek, een rood bakstenen lijkhuisje in neogotische stijl. In de vier hoeken van het kerkhof, een rood bakstenen pijler met arduinen afdekplaat waarin een rechthoekige nis met reliëftafereel uit het leven van de H. Antonius. Verschillende 19de- en begin-20ste-eeuwse grafmonumenten: tegen het koor, groot arduinen grafmonument met het wapenschild van de familie 't Serclaes, eveneens te zien boven de monumentale toegang tot het kasteeldomein. De familie had het kasteeldomein in eigendom van 1861 tot 1923. Ten zuiden, drie naast elkaar gelegen oorlogsmonumenten. Hardstenen gedenksteen "1914 - 1918" met brede omlijsting en gebogen kroonlijst, geflankeerd door twee schuin aflopende zijvleugels; in 1920 uitgevoerd door H. Rousseau (Brugge) naar ontwerp van architect L. Goormachtigh (gesigneerd). Rechthoekige hardstenen gedenksteen "1914-1918" op kleine sokkel met afgeronde bovenzijde en zware uitspringende bloembak tegen de voorzijde; gesigneerd door J. Eneman (Brugge) en U. Van Hoorenweder en zoon (Vivenkapelle). Rechthoekige hardstenen gedenksteen op tweedelig voetstuk en met zware ronde kroonlijst; gesigneerd Vercagne (Brugge), onthuld in 1949. Verspreid over het kerkhof, enkele gietijzeren kruisen.

De neogotische kerk dateert van 1867-1869 en is op 8 september 1870 geconsacreerd. Opgetrokken op een kruisvormig grondplan, bestaat ze uit een driezijdig gesloten hoofdkoor, geflankeerd door twee vlak afgesloten zijkapellen, een kruisbeuk, een driebeukig basilicaal schip van vijf traveeën; ten westen van de hoofdbeuk bevindt zich de vierzijdige westtoren, waarvan het bovengedeelte, zwaar beschadigd in 1944, in een andere vorm heropgebouwd werd.
Materiaalgebruik typisch voor neogotiek: rode baksteenbouw met Gobertange zandsteen voor westportaal, versnijdingen steunberen en detaillering van de vensteropeningen; leien zadel- en lessenaarsdaken; torenspits in baksteenbouw onder leien tentdak. Sober westportaal: natuurstenen puntgevel; boven spitsbogige ingangsdeur met bakstenen omlijsting, beeldnis met Heilige Dionysius; dubbele houten deur.
Vierledige rood bakstenen toren, voorzien van versneden steunberen op de hoeken; eerste geleding met portaal, tweede geleding met spitsboogvenster waarin neogotische tracering, derde geleding met luchtgleuven, bovenste geleding met gekoppelde spitsbogige galmgaten waarboven uurwerk. Toren afgewerkt door boogfries op lisenen; op de top van het leien tentdak, een ijzeren kruis. Zijgevels van de lagere zijbeuken en van de zijkapellen geritmeerd door versneden en op elkaar geplaatste steunberen, aan zijkapellen met pinakel; lage plint, per travee een spitsboogvenster met neogotisch maaswerk. Boven het dak van de zijbeuken, gekoppelde spitsboogvensters van de middenbeuk. Dwarsbeuken met kenmerkende zijpuntgevels met aandak: hoge bakstenen sokkel waarboven drie eenvoudige spitsboogvensters, in de geveltop blinde spitsbogige muurvlakken. Koorafsluiting met steunberen, waartussen lancetvensters met neogotisch maaswerk.
Interieur. Bepleisterd en witgeschilderd interieur. Hoge middenbeuk afgedekt door bepleisterd kruisribgewelf; lagere zijbeuken met dezelfde afdekking maar in blote baksteen. Beuken gescheiden door spitsbogige scheibogen op ronde zuilen met Corinthische kapitelen en achthoekige basis, blind triforium boven de scheibogen, daarboven lichtbeuk van gekoppelde spitsboogvensters. Wanden van zijbeuken voorzien van spitsboogvensters met figuratieve glas-in-loodinvulling; tussen de vensters telkens een statie van de kruisweg (pleister). Transept idem overdekt, vlakke afsluiting met drie lancetvensters. Koor met hoge spitsboogvensters. Natuurstenen vloeren (arduin).

Mobilair: Het mobilair werd bijna volledig vervaardigd naar aanleiding van de bouw van de kerk, in eenvoudige neogotische stijl. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk zwaar beschadigd, waarbij onder meer de klokken en glasramen verdwenen.
- Drie altaren, hout, 1869-1870, vervaardigd door J. van Nieuwenhuyse, beeldhouwer in Brugge. Hoofdaltaar met Kruisiging, zijaltaren van Onze-Lieve-Vrouw en van Heilige Dionysius.
- Kommuniebank en twee koorbanken, hout, 1870-1871, door J. van Nieuwenhuyse, beeldhouwer in Brugge.
- Preekstoel, hout, tweede kwart 19de eeuw. Kuip versierd met medaillons van vier evangelisten, dubbele trap met opengewerkte ijzeren leuning. Rond klankbord gedragen door twee zuilen.
- Biechtstoel, hout, 1870, beelden van Petrus en Maria Magdalena.
- Doopvont, marmer met koperen deksel, 1841.
- Grafzerk van Jan De Bruyne, blauwe kalksteen, 18de-eeuws, voor westingang.
- Varia: vier kandelaars, zilver, 1856. Klokken, 1960. Orgel, 1959, Jos. Loncke en Zn (Esen). Glasramen, 1954.

  • Aanwijzende fotografische inventaris van de drie rechterlijke kantons Brugge, Brussel, 1965, p. 404.
  • BALLEGEER J. en BRAEMS J.-P., De Zwinstreek in oude prentkaarten, deel 2, Zaltbommel, 1977, afb. 44.
  • BRAEMS J.-P., Zwinstreek in oude prentkaarten, deel 1, Zaltbommel, 1972, nr. 39.
  • DEVLIEGHER L., De Zwinstreek, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 4, Tielt, 1970, p. 131-137.
  • FAUCONNIER A. en P. ROOSE, Het historische orgel in Vlaanderen, deel IVa, Provincie West-Vlaanderen (Arrondissement Brugge en Oostende), Brussel, 1986, p. 285.
  • JACOBS M., Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge, 1996, p. 254-255.
  • PASSCHIER R., Geschiedenis van de kerk van Moerkerke, Moerkerke, 1970.
  • RAU J., Het Damme van toen en omgeving, Brugge, 1981, p. 79-80.
  • VAN DEN HEUVEL J., Moerkerke: parochie en priesters, in Liber amicorum René De Keyser, Oostkerke, 1985, p. 145-159.
  • VAN HAECKE B., Wegwijs in Damme en omgeving, Brugge, 1985, p. 68-69.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Dionysiuskerk gelegen in rechthoekig kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78850 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Damme

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.