"Redoute van Mikhem" of "Fort Courrières". De redoute is in het najaar van 1703 aangelegd tijdens de Spaanse Successieoorlog en dit in de voorbereiding van de aanleg van het versterkte legerkamp. Het geheel werd ingeplant dicht tegen de weg richting Dudzele op de noord-zuidlopende zandrug, tussen twee lager gelegen en inundeerbare weide-arealen. In de parochierekening van Oostkerke van 1742 wordt een oppervlakte van 2 gemet 25 roeden (0, 89 ha) opgegeven. Dwars door het fort liep van west naar oost "de halve verdonkerden Doestweg". Op de kaart van de 19de eeuw wordt de vierkante gracht door een bomenrij afgeboord.
De redoute behoort tot het klassieke type van een vierkante redoute voorzien van een natte gracht, een voorwal en een verdedigingswal. De ingang lag in de zuidwestzijde, binnen het terreplein werd een gebouw opgetrokken. Het fort tekent zich nog af in de vierkante perceelsvorm met zijden van 95 op 100 meter. Het geheel ligt onder akkerland, het terrein is in het midden duidelijk opgehoogd. Aan de zuidwestzijde is de gracht nog als een 1,5 meter brede perceelsgracht bewaard.
TERMOTE J. en ZWAENEPOEL A., Forten en verdedigingswerken in het Oost- en West-Vlaamse krekengebied, Brugge, 2004, p. 19-20.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)