Site met de romp van de in 1873 opgerichte Allekerkemolen, ook gekend als Oudeakkermolen of Roelsmolen naar de uitbatende familie. Aan oostelijke zijde bevindt zich vermoedelijk de voormalige molenaarswoning met schuur en stal.
Historiek
De wijk Allekerke (Akker) ten oosten van de wijk Den Doorn werd reeds vermeld op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571). Het betreft een voormalig heidegebied dat na een grote brand werd omgevormd tot woeste grond en akkerland, dat in de loop der tijd werd opgekocht door verschillende Brugse instellingen en door het Damse Sint-Janshospitaal.
In 1633 werd er een houten staakmolen gebouwd voor het malen van graan. De molen werd op 23 december 1683 in brand gestoken door Franse troepen. Rond 1700 werd de Kattemolen op de Smedenvest in Brugge, eigendom van het molenaarsambacht van Brugge, overgebracht naar de molensite van Allekerke. De molen wordt aangeduid als de "Alykerckemeulen" op de Ferrariskaart (1770-1778) en als de "Alkermolen" op de Atlas der Buurtwegen (1845). In 1873 werd de houten molen afgebroken en vervangen door een stenen bergmolen die dienst deed als koren- en oliemolen. In de molen waren twee steenkoppels met een diameter van 1,5 meter aanwezig voor het malen van graan, evenals een kollergang met een diameter van 2,5 meter voor de olieslagerij. Een liggende één cilinder-dieselmotor met een groot vliegwiel dat manueel op gang werd gebracht, fungeerde als hulpmotor bij windstilte of storm, soms ook tijdens de winter.
De molen bleef in gebruik tot rond 1929. In 1937 werden de wieken er afgehaald en in oktober 1941 werd de kap verwijderd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten Duitse militairen en later ook Vlaamse collaborateurs de romp als uitkijkpost, van waaruit er een directe telefoonverbinding was met de spoorlijn Maldegem-Sijsele (zie het nabijgelegen Oud Spoorwegpad).
Beschrijving
Romp van een bakstenen bergmolen. De conische romp wordt doorbroken door rondboogingangen en -vensters onder druiplijsten. Doorheen de afgevoerde berg is een overwelfde toegang tot de vrij hoge benedenverdieping waarin voorheen de olieslagerij was. De molen bevatte drie zolders. Het binnenwerk is grotendeels verwijderd. Rond de molen zijn nog sporen van het binnenwerk terug te vinden. Tegen de molenromp zijn er recentere aanbouwen.
Ten oosten van de molen staat vermoedelijk de voormalige molenaarswoning. Dit gebouw van vijf traveeën en één bouwlaag staat haaks op de straat ingeplant. De muuropeningen en het parement werden aangepast tijdens het interbellum. Bij deze woning zijn nog 19de-eeuwse verankerde bakstenen bijgebouwen onder zadeldaken met Vlaamse pannen terug te vinden, waaronder een aangebouwde stal aan oostzijde (nok evenwijdig met straat) en een losstaande schuur aan zuidzijde (nok loodrecht op straat).
- Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Fototheek ACL, nummer B145195 (1953).
- BLONDEEL C. & GODDYN P. 1975: Sijsele in oude prentkaarten, Zaltbommel, afbeelding 28.
- DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 177.
- RAU J. 1981: Het Damme van toen en omgeving, Brugge, 133.
- VAN POUCKE G. 2003: Archiefbeelden Damme. Gloucestershire, 44.
- VERNIEST R. 2001: Allekerkemolen, Nieuwsbrief 't Zwin Rechteroever vzw, 1.3, 9.
- VERNIEST R. 2000: Maalderijen in Sijsele in de twintigste eeuw, Nieuwsbrief 't Zwin Rechteroever vzw.