Romp van de Dorpsmolen, ook Molen Lievens genaamd naar de laatste molenaarsfamilie. Dit was een bakstenen bergmolen die in 1820 op de plaats van een houten staakmolen werd opgericht als koren- en oliemolen. In de jaren 1990 werd de molen gerenoveerd, herbestemd tot woonhuis en geïntegreerd in een recent wooncomplex.
Historiek
Op een kadasterkaart uit 1806 is te zien hoe er op deze locatie een staakmolen stond om graan te malen en olie te slaan. In 1810 werd Pieter De Ryckere als eigenaar geregistreerd. Hij bouwde in 1820 de stenen molen als koren- en oliemolen op een hoge molenberg met gewelfde tunnel. De molen werd rond 1890 verhoogd met een molenzolder om de windvang te verbeteren, dit omwille van de omliggende hogere bebouwing en bomen. Hiervoor werd briksteen gebruikt afkomstig uit de ruïnes van de Spermalieabdij. In maart 1906 werd aan de buitenzijde een “machienkamer” gebouwd. Molenaar Edmond Lievens, die ook burgemeester van Sijsele zou worden, richtte de molen modern in. Vanaf 1931 dreef een armgasmotor, opgesteld in een apart gebouwtje, de maaltoestellen in de buiten dienst gestelde windmolen aan. In 1946 liet Omer Lievens het wiekenkruis (gevlucht 25 meter) en de molenkap afnemen. In 1947 werd de toegevoegde bovenzolder gesloopt. De molen werd afgedekt met een betonplaat en deed nog tot 1956 dienst als mechanische maalderij met een elektrische motor.
In de jaren 1990 werd de ingekorte romp gerenoveerd en voorzien van een vastliggende mansardedak die de vorm simuleert van een molenkap. De inrichting van de mechanische maalderij en de twee maalstoelen op de zolders werden verwijderd. De witte romp is herbestemd als woning en geïntegreerd in een recent wooncomplex.
Beschrijving
De oorspronkelijke hoge molenberg werd afgevoerd. De gerenoveerde molenromp bestaat uit een witgeschilderde baksteenbouw op gepekte plint onder overkragend mansardedak (leien) als imitatiemolenkap. In functie van de nieuwe woonbestemming werden onder meer nog een voorgeplaatste ingangsportiek onder pannen zadeldak en nieuwe licht getoogde muuropeningen met nieuw schrijnwerk aangebracht.
In de romp zijn twee stukken stenen verwerkt met de inscripties "1820" en "I B R", verwijzend naar de bouwheer De Ryckere.
- BLONDEEL C. en GODDYN P. 1975: Sijsele in oude prentkaarten, Zaltbommel, afbeeldingen 14, 25, 26.
- DEVLIEGHER 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 178-179.
- VAN POUCKE G. 2003: Archiefbeelden Damme, v.z.w. 't Zwin Rechteroever Grondgebied Damme/Gloucestershire, 43.
- VERNIEST R. 2000: Maalderijen in Sijsele in de twintigste eeuw, Nieuwsbrief 't Zwin Rechteroever vzw 2 (december).