is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof van Ename
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof van Ename
Deze vaststelling was geldig van tot
Historische hoeve zogenaamd "Hof van Ename" of "Hof van Bossuit", gelegen op een zuidwaarts gerichte heuvelrug nabij de Schelde en de Moergracht. De heuvelrug waarop de hoeve is ontstaan was reeds bewoond in de Romeinse tijd, als centrum van een villa.
Tijdens de eerste helft van de 12de eeuw ontstonden de belangrijke bezittingen van de abdij van Ename op het grondgebied van de gemeente. Eén ervan was het Hof van Ename, de site vormde het centrum van een villa. Het grootste deel ervan (2/3 van een allodium) was gelegen in Bossuit en Outrijve en werd door Diederik van Chièvres circa 1128 verkocht aan de abdij. De verkoop vond plaats in aanwezigheid van de graaf van Vlaanderen, Diederik van den Elzas, tevens voogd van de abdij die toezag op de aangroei van de abdijgoederen en tussen kwam bij geschillen. De reden van de verkoop is erg onduidelijk maar valt waarschijnlijk te situeren in een periode van algemene verarming van de adel. De kern, gevormd tussen 1128 en 1141 werd later uitgebreid met goederen gelegen in Sint-Denijs en Moen.
De naam Ename is tevens verbonden aan een rechtsgebied, de abt van de abdij bezat er het rechtsvermogen, bij zware vergrijpen gold de rechtsmacht van de graaf. Het bestuur van de villa werd uitgeoefend door een meier, voor het eerst vermeld in een archiefdocument van 1150.
De hoeve zelf wordt al vroeg in verschillende teksten genoemd, onder meer in 1181 (als zijnde deel uitmakend van het allodium gelegen te Bossuit), verdere vermeldingen in 1236 en 1335.
Vanaf de 13de eeuw (1267) worden de gebouwen verpacht. In de 15de eeuw oefent de pachter ook het ambt van baljuw uit, samen met zijn schepenen neemt hij het administratief en juridisch beleid waar en is hij voorzitter van het plaatselijke cijnshof.
In 1477 brandt de hoeve als gevolg van de oorlogen in de streek af. Eén jaar later zijn de herstellingswerken van de hoeve nog aan de gang.
Het strategische belang van de Scheldevallei als militaire doorgangsplaats blijkt uit het feit dat de hoeve in het midden van de 17de eeuw meermaals diende tot verblijfplaats van soldaten. In deze periode wordt er volgens de rekeningen van de abdij veel gewerkt aan de hoevegebouwen, onder meer verbouwing poort (1634), bouw van een nieuw schuur (1662) en bouw van schaapstallen met het gebruik van blauwe steen (1664). In 1662 was de hoeve samengesteld uit een paardenstal, een woonhuis, een bakoven en een wagenhuis (ten noorden), een imposante schuur (ten westen) en een weefkamer, varkens-, koeien- en schapenstallen (ten oosten). Centraal op het erf was er een duiventoren.
In 1690 wordt de hoeve genoemd als één van de voornaamste van de streek.
Na de Franse Revolutie, die een einde maakte aan het voortbestaan van de abdij, wordt de hoeve verkocht als Nationaal Goed. In het verslag van toewijzing wordt ze beschreven als "une belle ferme nouvellement bâtie en briques, ..., situé sur le territoire de la commune de Bossut, provenante de l'abbeye d'Eenaeme". Uit deze tekst blijkt dat de hoeve kort voor 1792 volledig werd herbouwd op de oude funderingen en dit onder leiding van Dammien De Staercke.
Rekeningen van de abdij vermelden de datum 1792-1793.
De hoeve wordt afgebeeld op een niet gedateerd plan met de bezittingen van de abdij te Bossuit. Het plan maakt deel uit van de zogenaamde "Topografische historische atlas" bewaard in het Rijksarchief te Ronse. De hoeve wordt aangeduid als "'t hof der Abdije van Eename tot Bossuyt". Tevens aangeduid als "Ferme d'Eenaeme" op de Ferrrariskaart (1770-1778), de kaart toont een hoeve met gesloten opstelling, ook de toegangsdreef is reeds aangeduid.
Het primitief plan van het kadaster (1827), de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) en de P.C. Popp kaart (circa 1850) tonen het poortgebouw met aangrenzende stalvleugels, het woonhuis de schuur en het voormalig wagenhuis. Onderzoek in het archief van het kadaster toont aan dat er verbouwingswerken gebeuren in 1865 en 1885, vermoedelijk wordt in deze periode de ast opgebouwd. In 1946 wordt de tweede erftoegang overdekt, tevens wordt er een klein volume bijgebouwd ten oosten. Uitbreiding van de hoeve met nieuwe loodsen in 1980, 1988, 1990 en 1997.
Huidig uitzicht van de hoeve, met uitzondering van de cichorei-ast bekomen in 1792-1793. Niet omwalde hoeve met gesloten opstelling bestaande uit gewitte bakstenen bestanddelen onder pannen zadel- of schilddaken en gegroepeerd rond een verhard erf, bewaarde kasseien stoepjes. Opvallend is de architecturale uniformiteit van de gebouwen. Bewaarde kasseiweg gelegen tussen de Doornikseweg en de hoevegebouwen afgezoomd door platanen, geeft toegang tot de hoeve.
Zuidelijke erftoegang via monumentale torenpoort, geflankeerd door stalvleugels. Woonhuis ten oosten, dubbele dwarsschuur te noorden, cichorei-ast en voormalig open wagenhuis ten westen. Tweede, gekasseide erftoegang eveneens ten westen. Buiten het erf nutsgebouw van twee bouwlagen en ovenbuur ten oosten, vervallen kapelletje ten noorden en ommuurde mestvaalt ten zuidoosten.
Woonhuis. Imposant laag volume van veertien traveeën, onderkelderd dubbelhuis van gewitte baksteen met getrapte fries. Pannen zadeldak met wolfseind doorbroken door drie dakkapellen en een laadvenster, bekroond door klokkentorentje. Getoogde vensters met vernieuwd schrijnwerk, bewaarde arduinen negblokken. Rechthoekige deuropening met voor de streek typische bakstenen omlijsting (witbeschilderd), nisje met heiligenbeeld. Bordes (niet origineel) van vier arduinen treden. Achtergevel op analoge wijze uitgewerkt. Zuidelijke zijpuntgevel met vlechtingen, vermoedelijk de zijgevel van een oudere constructie die geïntegreerd werd. Aangepast interieur, volgens de literatuur met behouden kelders met tongewelf en bewaarde kapconstructie.
Klein volume ten oosten van 1946, aansluitend bij het woonhuis.
Poortdoorgang. Beeldbepalend volume van rode baksteen (deels witbeschilderd) met geïncorporeerde duiventoren, gemarkeerd door twee rijen met kleine rechthoekige vlieggaten in een arduinen omlijsting. Geheel bekroond door schilddak doorbroken door een met houten leien bedekt torentje met windwijzer.
Wapenschild van de abdij van Ename van witte natuursteen boven erftoegang. Voor het poortgebouw opengewerkte voorbouw onder pannen zadeldak.
Stalvleugels. Lage volumes van gewitte baksteen op gepikte plint geritmeerd door lisenen en verfraaid door getrapte fries. Pannen daken doorbroken door laadvensters. Rechthoekige muuropeningen, in de achtergevel voorzien van diefijzers. In de stal, aan weerszijden bewaarde arduinen slieten, tevens bewaard bakstenen pad. Geheel overwelfd door bakstenen korfbooggewelf met invulling van visgraatmotief en ondersteund door beschilderde arduinen pijlers met vierkant kapiteel. Trap met arduinen treden naar zolder.
Schuur. Imposant volume met twee boogvormige muuropeningen met arduinen negblokken. Bewaard gebinte.
Ast. Deels gewit volume van rode baksteen, uitlopend in lager volume getypeerd door drie rondbogen.
Bron: DE GUNSCH A. & DE LEEUW S. met medewerking van CALLENS T. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Avelgem, Deelgemeenten Avelgem, Bossuit, Kerkhove, Outrijve en Waarmaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL23, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Doorniksesteenweg (Bossuit)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof van Ename [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/79043 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.