Het Boerenkrijgmonument te Overmere werd in 1898 opgericht naar ontwerp van kunstenaar Aloïs De Beule ter herdenking van 100 jaar Boerenkrijg.
Beeldbepalend monument opgericht in 1898 naar ontwerp van beeldhouwer Aloïs De Beule (Zele 1861- Gent 1935) ter herdenking van 100 jaar Boerenkrijg. Deze opstand van de lokale (boeren)bevolking tegen het Franse Directoire-regime startte in Overmere op 12 oktober 1798 na een incident met een inbeslagname bij iemand die belastingen weigerde te betalen. De werkelijke reden tot opstand had te maken met de opeising van 200.000 dienstplichtigen door de Franse bezetter, wat een te hoge tol was voor de Vlaamse plattelandsbevolking. Ongestructureerd gewapend verzet deinde over Vlaanderen uit en werd twee maanden later bloedig neergeslagen in Hasselt op 5 december 1798.
Dit historisch gebeuren werd rond de eeuwwisseling veelvuldig herdacht met festiviteiten en plaatsing van Boerenkrijgmonumenten, kaderend binnen de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en het katholieke reveil. De herdenking van de Boerenkrijg en de oprichting van gedenktekens werd gestuwd vanuit het nationaal comité waarvan de leden overwegend katholiek waren. Daardoor werd de Boerenkrijg rond de eeuwwisseling veelal geromantiseerd voorgesteld als de opstand van de 'Vlaamse religieuze plattelandsbevolking' tegen de Franse bezetter ter verheerlijking van België.
In 1897 krijgt Aloïs De Beule de opdracht om monumenten voor Mol en Overmere te ontwerpen. Volgens de literatuur moeten deze gedenktekens als één verhaal, als één geheel gezien worden, waarbij het monument van Overmere het strijdvaardige begin van de opstand verbeeldt en het Molse monument daarentegen het gebroken verzet, het drama, de woede en de vertwijfeling. Voor de beelden gebruikte De Beule bekende dorpsfiguren als model, wat voor een grote herkenbaarheid en betrokkenheid bij de plaatselijke bevolking zorgde. Te Overmere deed hij een beroep op Karel Lodewijk De Pauw uit Overmere en Domien Gyselinck uit Kalken, die het Boerenkrijgmonument de bijnaam 'Pa en Gijs' opleverden. In de composities verwerkte de kunstenaar ook een rijke symboliek, verwijzend naar en ter ondersteuning van de katholieke waarden van de lokale opdrachtgevers en dorpsgemeenschap.
Het monument te Overmere werd op 31 juli 1898 plechtig ingehuldigd. In 1918 werd het gedenkteken door de Duitsers weggenomen met de intentie het brons te smelten. Na de oorlog werd het beschadigd teruggevonden in de kelder van de katoenspinnerij Feyerick in Gent. Onder begeleiding van ontwerper Aloïs Beule werd het monument hersteld, teruggebracht en herplaatst op 22 augustus 1920. Volgens de overlevering zou het monument staan op de plaats waar de Boerenkrijg in 1798 begonnen was.
Beeldhouwer Alois De Beule trad aanvankelijk in de voetsporen van zijn vader en volgde een opleiding als schoenlapper. Omwille van gezondheidsredenen kon hij zijn stiel niet uitoefenen, daarom mocht hij in 1884 op 23-jarige leeftijd als autodidact in de leer bij het atelier van Mathias Zens en Petrus Pauwels. Van 1885 tot 1888 volgde hij bijkomend lessen als beeldhouwer aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent (bij Louis van Biesbroeck) en aan het Sint-Lucasinstituut, waarna hij zich in 1889 samen met zijn broer als zelfstandig beeldhouwer in Gent vestigde en een atelier voor religieuze beeldhouwkunst begon. De daaropvolgende jaren mocht hij in opdracht van Jean-Baptist Bethune, architect, stichter van de Sint-Lucasscholen en pionier van de neogotiek verschillende van diens altaarontwerpen uitvoeren. Naast deze religieuze opdrachten vervaardigde De Beule ook profaan beeldhouwwerk voor onder meer het stadhuis van Gent en Dendermonde, en de Koninklijke Vlaamse Academie te Gent.
Zijn naambekendheid en doorbraak als monumentaal beeldhouwer dankte hij aan de creatie van drie Boerenkrijgmonumenten voor Mol, Overmere en Tielt in 1898 en zijn deelname aan de wedstrijd voor een nationaal gedenkteken te Hasselt. Met deze ontwerpen nam hij duidelijk afstand van zijn neogotische vorming aan de Sint-Lucasschool te Gent en vestigde hij ook naam als monumentaal realist. Het Boerenkrijgmonument van Overmere behoort, na Mol, tot het tweede oudste van zijn 42 gerealiseerde monumenten. Na 1898 vervulde hij opdrachten in heel Vlaanderen, brak internationaal door, leidde tal van kunstenaars op zoals Jules Vits, Geo Verbanck, Oscar Sinia … en werkte samen met gekende architecten waaronder Valentin Vaerwijck.
Tijdens de oorlogsjaren verbleef hij in Londen, maar na zijn terugkeer in 1919 hervatte hij zijn activiteiten en vervaardigde hij tal van oorlogsmonumenten, Heilig Hartbeelden, Kalvaries voor binnen- en buitenland …. De Kalvarie van Bareldonk, die in een afzonderlijk dossier besproken wordt, is illustratief voor De Beules naoorlogse realisaties. Naast de productie van monumentale werken, vervaardigde het atelier van Aloïs De Beule op grote schaal ook kruiswegen, reliëfs en gepolychromeerde heiligenbeelden voor kerken en kloosters in een traditionelere vormgeving, aangepast aan de smaak van de opdrachtgevers.
Aloïs De Beule slaagde erin om zijn oeuvre aanvankelijk te starten binnen de neogotische traditie en vormgeving, maar gaandeweg te evolueren naar het romantisch-monumentaal realisme en later zelfs tot de art deco. Het atelier werd na het overlijden van Aloïs De Beule in 1935 overgenomen door zijn zoon Albert.
Het Boerenkrijgverleden van Overmere behoort tot het collectieve geheugen van de dorpelingen. Jaarlijks organiseert het Overmeerse Boerenkrijgcomité, in overleg met de Hasseltse zustervereniging een viering in de maand oktober om de start van deze historische gebeurtenis te gedenken. In 2008 was er een naar aanleiding van 210 jaar Boerenkrijg een groot evenement.
De passie voor de Boerenkrijg, deed in het verleden ook pastoor Penne in de jaren 1960 het initiatief nemen om in het Verviershuis een volkskundig 'Boerenkrijgmuseum' uit te bouwen. De collectie van dit museum werd na het overlijden van pastoor Penne overgemaakt aan de gemeente Berlare. Deze verzameling behoort nu tot het 'Museum Donkmeer - klim naar de democratie', geopend sinds 2006 aan het Donkmeer, dat niet alleen de Boerenkrijg maar de geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden in de 18de en 19de eeuw belicht.
Het Boerenkrijgmonument bevindt zich in het dorpscentrum, op het voorplein aan de Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartkerk aan het kruispunt Baron Tibbautstraat en Kerkstraat, onderdeel van de belangrijke steenweg Gent-Dendermonde en deze leidende naar Lokeren, tegenover het vroegere Verviershuis. Het monument is zeer beeldbepalend en markeert de historische dorpskern van Overmere.
Bronzen beeldengroep op een hoge hardstenen sokkel, omgeven door het oorspronkelijke laag smeedijzeren hekwerk (zie oude prentbriefkaarten).
Figuratieve voorstelling van de 'Triomf van het begin van de strijd' naar analogie van de start van de Boerenkrijg te Overmere. In de volksmond gekend als 'Pa en Gijs' naar de twee dorpsfiguren die poseerden. Figuur met vlag en kruis in de hand wijzend in de verte die een Franse vlag vertrappelt, als triomfator. Naast hem staat een gebukte man met trommel, die opkijkt en gelijktijdig met zijn andere hand een geweer tracht op te nemen. Handtekening van A. De Beule onderaan links.
Conische sokkel met opschrift aan de vier zijden. Zuidzijde : HIER BEGON DE BOERENKRIJG VOOR GOD EN VADERLAND OP 12 OCTOBER 1798. Onderaan een apart stenen plaatje met de tekst DERTIG OVERMEERSE SOLDATEN VIELEN ONDER NAPOLEON 1804-1815/ HEEMKUNDIGE KRING/ 12 OKT. 1990. Noordzijde : DIT GEDENKTEKEN WERD INGEHULDIGD DEN 31 JULI 1898 FEESTELIJK HERPLAATST DEN 22 AUG. 1920. Daaronder een plaatje met de tekst RENOVATIE BOERENKRIJGMONUMENT 7 JULI GEMEENTE TECHNISCHE DIENST. Oostzijde : DOOR DE DUITSERS WEGGENOMEN DEN 20 AUG. 1918. Westkant : GESCHONDEN TERUGGEVONDEN TE GENT DEN 4 FEB. 1919.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/42003/108.1, BERLARE: Boerenkrijgmonument met omringend hekwerk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2015: Boerenkrijgmonument [online], https://id.erfgoed.net/teksten/171456 (geraadpleegd op ).
Beeldbepalend monument op het voorplein aan de kerk, vlakbij het kruispunt met de Kerkstraat te midden van het dorpscentrum. Opgericht in 1898 naar ontwerp van beeldhouwer Aloïs De Beule (Zele 1861- Gent 1935) ter herdenking van 100 jaar Boerenkrijg.
Deze opstand van de lokale (boeren)bevolking tegen het Franse Directoire-regime startte in Overmere op 12 oktober 1798 na een incident met een inbeslagname bij iemand die belastingen weigerde te betalen. Gewapend verzet deinde over Vlaanderen uit en werd twee maanden later bloedig neergeslagen in Hasselt op 5 december 1798. Historisch gebeuren rond de eeuwwisseling veelvuldig herdacht met festiviteiten en plaatsing van Boerenkrijgmonumenten, kaderend binnen de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en het katholieke reveil. Veelal geromantiseerde voorstelling van de opstand van de "Vlaamse religieuze plattelandsbevolking" tegen de Franse bezetter.
Monument te Overmere door Duitsers in 1918 weggenomen, herplaatst in 1920. Bronzen beeldengroep op een hoge hardstenen sokkel, omgeven door een laag smeedijzeren hek. Figuratieve voorstelling van de "Triomf van het begin van de strijd" naar analogie van de start van de Boerenkrijg te Overmere. In de volksmond gekend als "Pa en Gijs" naar de twee dorpsfiguren die poseerden. Figuur met vlag en kruis in de hand wijzend in de verte die een Franse vlag vertrappelt, als triomfator. Naast hem staat een gebukte man met trommel, die opkijkt en gelijktijdig met zijn andere hand een geweer tracht op te nemen. Handtekening van A. De Beule onderaan links.
Conische sokkel met opschrift aan de vier zijden. Zuidzijde : "Hier begon de boerenkrijg voor God en Vaderland op 12 october 1798". Onderaan een apart stenen plaatje met de tekst "Dertig Overmeerse soldaten vielen onder Napoleon 1804-1815/ heemkundige kring/ 12 okt. 1990". Noordzijde : "Dit gedenkteeken werd ingehuldigd den 31 juli 1898 feestelijk herplaatst den 22 aug.ti 1920". Daaronder een plaatje met de tekst "Renovatie Boerenkrijgmonument 7 juli gemeente technische dienst". Oostzijde : "Door de Duitsers weggenomen den 20 aug.ti 1918". Westkant : "Geschonden teruggevonden te Gent den 4 feb.ri 1919".
Zeer kwalitatief monument, representatief voor het vakmanschap van Aloïs De Beule (1861-1935) die zijn naambekendheid en doorbraak als monumentaal beeldhouwer dankte aan de creatie van drie Boerenkrijgmonumenten in Mol, Overmere en Tielt in 1898. Met deze ontwerpen nam hij duidelijk afstand van zijn neogotische vorming aan de Sint-Lucasschool te Gent.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. & Duchêne H. 2005: Boerenkrijgmonument [online], https://id.erfgoed.net/teksten/79373 (geraadpleegd op ).