Gedenkteken voor de regimenten die betrokken waren bij de slag bij Houthulst van 28 september 1918, met name het 4de, 23ste, 24ste linieregiment, het 7de artillerieregiment en het 7de genieregiment. Oprichtingsjaartal niet bekend.
Monument van blauwe hardsteen, op een basis in rode baksteen: tweedelige sokkel waarop twee kruisen met ertussen een metalen zwaard met de punt naar beneden gericht. Op de kruisen in bronzen cijfers: "1914"/ "1918" , op de sokkel "23e" met erboven kroon. Aan weerszijden van de sokkel, rechthoekige gedenkstenen met bronzen tekstplaat: "HULDE AAN DE OVERWINNAARS VAN HET BOS VAN HOUHULST 4E-23E-24E LINIEREGIMENTEN 7E-ATILLERIE-7E GENIE/ 28 SEPTEMBER 1918" (zelfde tekst in het Frans).
Verzorgd perk afgeboord door hoge gekleurde beukenhaag.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Houthulst, Deelgemeenten Jonkershove, Klerken en Merkem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL24, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2006: Gedenkteken regimenten Slag bij Houthulst [online], https://id.erfgoed.net/teksten/79399 (geraadpleegd op ).
Gelegen op de hoek van het kruispunt van de 4de-Liniestraat, de Kerkstraat, de Terreststraat en de 23ste-Liniestraat, ten noordwesten van de kerk. De omgeving is vlak en bestaat uit bebouwing.
Deze gedenksteen herinnert samen met andere gedenktekens aan het Eindoffensief in het najaar van 1918. Voor het Eindoffensief werd de Legergroep Vlaanderen gevormd. De eerste fase was de inname van de Vlaamse heuvelkam van 28 september tot 4 oktober. Na een hevig bombardement, in de morgen van 28 september, konden de geallieerde troepen reeds de eerste Duitse stellingen veroveren.
Het Bos van Houthulst was vanaf midden oktober 1914 door de Duitsers bezet geweest. De Duitsers bouwden het Vrijbos uit tot een goed gecamoufleerd depot. In het bos werden tal van depots voor materialen, munitie en allerhande voorraden ingericht. Een netwerk van spoorlijnen, emplacementen en smalspoorbaantjes doorkruiste het bos. Begraafplaatsen werden in het bos aangelegd, net zoals oefenterreinen en schietstanden en observatieposten. Tot 1917 leek het bos een relatief veilig oord te zijn, zeker in vergelijking met de loopgraven aan het front. Maar vanaf 1917 zou het bos door de vijandelijke artillerie omgetoverd worden in een 'vulkanisch maanlandschap'.
Om het bos te kunnen verdedigen, werden vanaf 1917 Riegels uitgebouwd: dit waren dwarsverbindingen (oost west gericht) tussen de hoofdstellingen die min of meer van het noorden naar het zuiden liepen. Geholpen met de betonnen versterkingen die her en der in en rond het bos opgetrokken werden, moesten de manschappen de 'vesting' voldoende kunnen verdedigen.
Voor het geallieerde Eindoffensief werd het beruchte Bos van Houthulst beschouwd als een cruciaal punt. De verovering ervan was de verantwoordelijkheid van de Groepering Noord van de Legergroep Vlaanderen, die stond opgesteld tussen Mangelare en Blankaartvijver. Het bos zelf moest meer bepaald veroverd worden door de 7de Infanteriedivisie, bestaande uit het 4de, het 23ste en het 24ste Linieregiment, onder leiding van Generaal-Majoor Van Acker. Deze divisie stond bekend als een Vlaamsgezinde divisie en de 'eer' om deze vesting te veroveren, werd door sommigen dan ook eerder als een 'straf' beschouwd. Op 28 september kon het 4de Linieregiment doordringen in het zuiden van het bos, het 23ste frontaal in het hart en het 24ste in het noorden. Even na de middag was het beruchte woud veroverd. Uitbundige felicitaties konden in ontvangst worden genomen. Velen hadden echter het leven gelaten en er volgde nog een bloedige namiddag, voornamelijk omdat de artillerie niet meer kon volgen.
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog was van het oorspronkelijke 4000 ha grote Bos van Houthulst nog slechts ¼ over. Er stonden vijf à zes 'kasteeltjes'. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd nog eens 9/10 van de resterende 1000 ha verwoest. De verwoestingen waren zo groot dat alle bomen geveld moesten worden. Tijdens de jaren 1920-1922 werd het bos ontmijnd en slechts voor een deel herbebost. Vandaag telt het bos nog 370 ha, verdeeld over kleinere bosjes. Van de kasteeltjes werden er na de oorlog maar een paar herbouwd.
Op een pleintje voor het kerkhof staat op een roodbakstenen basis een tweedelige sokkel, die onderaan rechthoekig is en bovenaan trapeziumvormig. Hierop staan twee eenvoudige kruisen met ertussen een bronzen zwaard met de punt naar beneden gericht. Links en rechts van de basis eveneens op een kleine sokkel een rechthoekige gedenksteen met bronzen tekstplaat. Alles uitgevoerd in hardsteen.
Op de kruisen: '1914 1918'; op de sokkel '23e met een kroon boven'. Op de linkse gedenkplaat: 'Hulde aan de overwinnaars van het bos van Houthulst 4e-23e-24e-Linieregimenten 7e-Artillerie-7e-Genie', '28 September 1918'. Op de rechtse plaat: 'Gloire aux vainqueurs de la forêt d'Houthulst 4e-23e-24e-Régiments de Ligne 7e-Artillerie-7e-Génie', '28 Septembre 1918'.
H. 200 cm x Br. 601 cm x D. 219 cm
Bron: WOI Relict (1189): Gedenkteken regimenten Slag bij Houthulst (Houthulst - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Gedenkteken regimenten Slag bij Houthulst [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195989 (geraadpleegd op ).