Betonnen militaire post, gelegen op een akker, dat omgeven wordt door de Kortewagenstraat (zuiden), Klerkenstraat (oosten), Veldstraat (noorden) en Zegestraat (westen), ten westen van de Markt van Houthulst. De constructie ligt meer bepaald op het gehucht Hoogkwartier, ten noordwesten van het (huidige) bos van Houthulst.
Duitse betonnen militaire post uit de Eerste Wereldoorlog, bij het gehucht Hoogkwartier. Tijdens de oorlog ligt Hoogkwartier net ten noorden van het bos van Houthulst (dat na de oorlog slechts ten dele heraangelegd is).
De Duitsers bouwen het bos van Houthulst uit tot een goed gecamoufleerd depot. Een netwerk van spoorlijnen en smalspoorlijnen doorkruist het bos. Er worden tal van depots voor materialen, munitie en allerhande voorraden ingericht, evenals begraafplaatsen, oefenterreinen, schietstanden en observatieposten. Tot 1917 lijkt het bos een relatief veilig oord te zijn, zeker in vergelijking met de loopgraven aan het front. Maar vanaf 1917 zou het bos en zijn omgeving door de vijandelijke artillerie veranderen in een ‘vulkanisch maanlandschap’. Om het bos te kunnen verdedigen, worden vanaf 1917 Riegels uitgebouwd: dit zijn dwarsverbindingen (oost west gericht) tussen de hoofdstellingen (die min of meer van het noorden naar het zuiden lopen).
De militaire post ligt net ten oosten van de zogenaamde Klerken-Riegel, een schuine stelling die uitgebouwd is met prikkeldraadversperringen en betonnen Unterstände. Langs de Klerkenstraat loopt een smalspoor, komende van het Kleinbahnhof Gleisdreieck (een kruispunt van smalsporen ten noordoosten van Hoogkwartier) en lopende richting dorpscentrum. Bij de militaire post, aan de overzijde van de Klerkenstraat, is een badinrichting geïnstalleerd, in het centrum van Houthulst is een Lazarett voorzien. In de onmiddellijke omgeving zijn meerdere kampen met barakken en opslagplaatsen ingericht, evenals munitiedepots (waaronder bij Zwartegat, ten westen van de militaire post). Ten westen en zuiden van Hoogkwartier zijn oefenterreinen voor Pioniere (genie) respectievelijk infanterie ingericht. Net ten westen van de constructie lag een paardenpiste, confer de luchtfoto’s van vóór de Derde Slag bij Ieper.
De betonnen post is opgetrokken op de plaats waar aan het begin van de oorlog reeds een gebouw stond. Door te constructie op te richten op de plaats van een oorspronkelijk gebouw, is deze militaire post zeer moeilijk te onderscheiden voor de spionerende vijand.
Aan de hand van de verschillende bouwsporen is duidelijk dat de constructie in twee fasen is opgetrokken, waarbij het noordelijk deel ouder is dan het zuidelijk deel. Wanneer welk deel van de constructie precies is opgetrokken, kan aan de hand van de luchtfoto’s niet met zekerheid vastgesteld worden en ook de militaire stafkaarten geven hieromtrent geen uitsluitsel. Vanaf 28 mei 1917 zijn bijkomende paden naar de site aangelegd, wat in ieder geval wijst op een militair gebruik. Vanaf 12 april 1918 vormt de constructie een doelwit voor de geallieerde artillerie.
De constructie is bedoeld als mitrailleurpost (zie de schietopeningen aan noordwestelijke zijde) en als observatiepost (zie het mangat in het plafond).
Vrij grote, veelhoekige betonnen militaire constructie, iets lager dan het maaiveld gelegen, met complexe structuur. De constructie is in twee fasen opgetrokken, waarbij het noordwestelijke deel eerst gerealiseerd is. De randen van het dak zijn afgeschuind. De plafonds zijn verstevigd met stalen balken en in de buitenmuren steken wapeningsijzers uit. Opvallend is dat de meeste muuropeningen met schuine randen zijn uitgewerkt. Op het dak zijn verschillende ijzers te zien.
Het noordwestelijke deel is aan de buitenzijde gegoten tegen takkenwerk en bestaande bebouwing. Dit deel heeft een complexe structuur en is sterk uitgewerkt, met toegangen (deels onder afdak) aan oostelijke zijde. Het afdak vormt tegelijk het loopvlak van een borstwering tegen het dak. Aan noordwestelijke zijde zitten twee grote schietopeningen, die naar binnen toe versmallen. In de buitenmuren van dit gedeelte zitten ook verschillende kleine schietgaten (klein gaatje aan de buitenkant, dat naar binnen toe vergroot) en andere openingen. In het plafond zit onder meer nog een mangat. Opvallend is dat in de verschillende openingen nog stalen kaders en minimum één stalen plaat steken. In de diverse ruimtes van het noordwestelijke deel zitten verder nog verschillende nissen en schouwen (voor kachels).
Het zuidoostelijke deel heeft een rechthoekige plattegrond. Het beton is zowel aan de buiten- als aan de binnenzijde gegoten tegen een houten bekisting. In de zuidoostelijke buitenmuren zitten twee vensteropeningen. Aan binnenzijde is duidelijk te zien dat dit gedeelte op een ander moment tegen het noordwestelijke deel aangebouwd is (zie bijvoorbeeld de verschillende plafondhoogtes). Er is minimum één met beton dichtgemaakte opening te zien aan oostelijke zijde, wat wijst op latere aanpassingen.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen 4.001/32006/101.1, Duitse mitrailleurs- en observatiepost (DECOODT H., 2012)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2012: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370566 (geraadpleegd op ).
Grote Duitse betonconstructie van de Eerste Wereldoorlog. Gesitueerd in een veld ten noorden van de Kortewagenstraat, vermoedelijk oorspronkelijk ingebouwd in een bestaand gebouw, zie het grillige oppervlak van de muren. Wellicht mitrailleurspost, deed mogelijk ook dienst als commandopost of onderkomen voor de bemanning.
Betonconstructie met onregelmatig grondplan en ingewikkelde structuur. De zuidoostelijke muren zijn gegoten tegen een houten bekisting, het dak is aan de randen afgeschuind. In het zuidoostelijk deel, twee rechthoekige ruimtes, telkens met een naar binnen toe schuin aflopende raamopening en een plafond verstevigd met ijzeren profielen. Aan de oostzijde van de bunker, richel waaronder verschillende deur- en vensteropeningen. Onregelmatig muuroppervlak, deels gegoten tegen een houten bekisting. In de noordwesthoek, twee grote schietgaten voor mitrailleurs vanuit één ruimte met een mangat in het plafond.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Houthulst, Deelgemeenten Jonkershove, Klerken en Merkem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL24, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2006: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/79442 (geraadpleegd op ).
Grote bunker in een veld ten noorden van de Kortewagenstraat, op circa 600m ten westen van het centrum van Houthulst. Het veld wordt aan de andere kanten ook omgeven door straten. De omgeving is vlak en bebouwd.
Het gaat vermoedelijk om een grote Duitse mitrailleurspost met bijhorende ruimtes, die mogelijks als commandopost of onderkomen voor de bemanning werden aangewend.
Grote betonconstructie van grosso modo 14 x 11m met onregelmatig grondplan en ingewikkelde structuur.
Het zuidoostelijk gedeelte is gegoten tegen een houten bekisting, het dak is aan de randen afgeschuind. De rest van de constructie was vermoedelijk (grotendeels) ingebouwd in een bestaand gebouw, gezien het grillige oppervlak van de muren.
In het meest zuidoostelijke deel zijn 2 rechthoekige ruimtes, elk met een raamopening, die naar binnen toe schuin naar beneden afloopt. Het plafond van beide ruimtes is verstevigd met ijzeren profielen, die dicht bij mekaar geplaatst zijn.
Aan de oostkant is een richel gemaakt, waaronder zich verschillende deur- en vensteropeningen bevinden. Het oppervlak van de buitenmuren is vrij onregelmatig en deels tegen een houten bekisting gegoten. Hierbinnen zijn de ruimtes heel onregelmatig.
In de noordwesthoek zitten 2 grote schietgaten voor mitrailleurs, die binnen uitmonden in 1 ruimte, met een mangat in het plafond.
De ruimtes worden getooid met nissen en uitsparingen allerhande, evenals vensteropeningen en kleine schiet- en granaatgaten. Er zijn eveneens diverse openingen in het plafond.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195993 (geraadpleegd op ).