"Kasteel de Coninck de Merckem" met omliggend kasteelpark (circa 24 hectare). Kasteel heropgebouwd in de jaren 1920 naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper).
Kasteel, noch park konden in functie van deze inventaris worden bezocht.
Circa 1130: een lokale heer laat bij de parochiekerk ter hoogte van het huidige kasteelpark een castrale motte of een kasteel op een aarden ophoging optrekken. Circa 1130 wordt deze motte door de kroniekschrijver Walter van Terwaan als volgt omschreven: "Bij de kerk stond een hoge versterking, die naar de mode van de tijd was gebouwd. Immers, in die streek is het de gewoonte van de rijkste en adellijkste mannen om een ophoging van aarde te maken en dit zo hoog als ze maar kunnen en er een zo diep mogelijke gracht rond te graven. Ze omringden de ophoging met een palissade van planken die op een zeer solide manier zijn samengevoegd. Zo maken ze een omheining die zo veel mogelijk met torens wordt geflankeerd. Binnen deze omheining bouwen ze een versterkt gebouw, dat het geheel beheerst. Men kan er dan alleen binnen langs een brug, die vertrekt van de overzijde van de gracht en tot aan de top van de ophoging reikt, en op die hoogte de toegang in de palissade bereikt". Deze castrale motte waaruit later het kasteel groeide, was tevens de hoofdzetel van de heerlijkheid Merkem die sedert 1100 eigendom was van verschillende adellijke families waaronder de geslachten Grammene (tot 1351), Moerkerke (tot 1419), Villain (tot 1460), Halewijn (tot 1609), de Mérode (1764), Van Outryve (1797) en de Coninck.
1381: het kasteel dat toebehoort aan het geslacht Van Moerkerke brandt af en wordt enkele jaren nadien weer heropgebouwd.
1566: tijdens de godsdiensttroebelen wordt het kasteel verwoest en een tweede maal heropgebouwd door de familie de Mérode.
1764: ridder Jean Jacques van Outryve koopt de heerlijkheid Merkem samen met het kasteel voor 47.000 florijnen. Wellicht door zijn toedoen wordt het bestaande kasteel bijzonder ingrijpend verbouwd tot een classicistisch hoofdvolume onder mansardedak met bepleisterde en door pilasters gelede gevels van twee bouwlagen en vijf traveeën. Op de Ferrariskaart (1770-1778) is dit classicistische hoofdvolume duidelijk waarneembaar binnen een formeel aangelegd en omgracht kasteelpark met een zuidelijk gelegen siertuin en twee vierkante bosquets, telkens als assenparkjes doorsneden. De bijhorende nutsgebouwen situeerden zich in de zuidoostelijke hoek van het park.
1797: de enige dochter van ridder Jean Jacques van Outryve huwt met ridder Patrice de Coninck, waarop het kasteel na zijn dood in 1815 eigendom wordt van de familie de Coninck.
Eerste helft 19de eeuw: onder de familie de Coninck ondergaat het kasteel een aantal bijkomende verbouwingen. Het hoofdvolume wordt aan de voorzijde met twee lagere volumes (onder meer stallingen en koetshuis) uitgebreid zodat een U-vormige plattegrond ontstaat, zie "Château du Chevalier Deconinck" op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843). Deze nieuwe vleugels werden gekenmerkt door ritmerende pilasters en grote rondboogopeningen met geriemde omlijstingen en vormden een eenheid door een gebogen schermgevel met het hoofdvolume. Voorts wordt ook de achtergevel van een driezijdige, bepleisterde uitbouw voorzien met een lage belvedère onder helmdak. Gelijktijdig of nadien wordt ook nog een polygonaal torentje met een barok-aandoende leien bekroning gebouwd. In de tweede helft van de 19de eeuw wordt ook nog een onbepleisterd volume op vierkante plattegrond onder leien tentdak toegevoegd. Het kasteel behoudt dit uitzicht tot aan de Eerste Wereldoorlog.
Derde kwart 19de eeuw: het park wordt in westelijke richting uitgebreid, met een bosaanleg geënt op een kruisvormig wegenpatroon, waarvan de hoofdas reikt tot aan de Martjevaart. De oorspronkelijk strakke grachtstructuren worden herwerkt in een meer landschappelijke aanleg, zie vergelijking tussen de kaarten van het Militair Cartografisch Instituut van 1861 en 1883.
Eind oktober 1914: Duitse troepen installeren in het kasteelpark een eerste observatiepost van waaruit ze een goed overzicht hebben op de stellingen van de 'De Drie Grachten' en de voorposten van het Belgisch leger te Noordschote. Vervolgens worden tijdens de Eerste Wereldoorlog talrijke betonconstructies opgetrokken die onder meer fungeren als medische posten en schuilplaatsen. De meeste van deze constructies werden met uitzondering van één observatiepost bij de heraanleg van het park ontmanteld Het kasteel en behorend park werden tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest.
Vanaf 1923: het huidige kasteel de Coninck de Merckem naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper) wordt gebouwd onder leiding van aannemer Jules Soete (Ieper). Bij het herstel en de heraanleg van het park worden enkele nieuwe zichtrelaties (onder meer in zuidelijke richting) in landschappelijke stijl uitgebouwd. In de noordelijke hoek van het park wordt een grote rechthoekige moestuin met muurserre en vermoedelijk tuinbergplaats ingepast. Het parkbos met restanten van het vroegere kruisvormig wegenpatroon en langgerekte siervijver en moestuin met aanhorigheden, blijven tot op heden bewaard.
Kasteel uit de jaren 1920 naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper) uitgewerkt als een vrije interpretatie op de Vlaamse renaissancestijl. Imposant volume van twee bouwlagen boven verhoogde begane grond op rechthoekige plattegrond onder imposant schilddak (leien). Baksteenbouw met veelvuldig gebruik van natuursteen voor onder meer de plint, de vensteromlijstingen, uitgebouwde erkers, borstweringen en hoekkettingen. Eveneens cottage-inslag, onder meer in het dakvolume, de schoorsteenpartijen en de beëindiging van de risalieten in een wolfsdak met beplanking.
Park in landschappelijke stijl met bijhorend parkbos, langgerekte siervijver en moestuin met aanhorigheden. Vermoedelijk bevinden zich in het park nog restanten van een kunstmatig reliëf met waterpartij en enkele parkconstructies.
Duitse observatiepost. Volume deels opgetrokken in betonblokken van meerdere etages op rechthoekige plattegrond en vermoedelijk twee deuropeningen.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Houthulst, Deelgemeenten Jonkershove, Klerken en Merkem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL24, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2006: Kasteeldomein de Coninck de Merckem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/79624 (geraadpleegd op ).
Gelegen in het kasteelpark van Merkem, op ongeveer 250 meter ten zuidwesten van de kerk, op 300 meter ten noordoosten van de Martjesvaart. Te zien van de 19de Liniestraat. De omgeving is landelijk en vlak.
Duitse observatiepost, opgetrokken in het kasteelpark van Merkem. Van hieruit hadden de Duitsers een mooi zicht op de Belgische stellingen en voorposten richting Drie Grachten en Noordschote. In het kasteelpark van Merkem waren heuse Duitse betonnen constructies opgetrokken, die onder meer fungeerden als medische posten en schuilplaatsen en die de geallieerde artillerie niet stuk kon krijgen.
Constructie met rechthoekig (vierkant?) grondplan, bestaande uit meerdere etages, met vermoedelijke twee deuropeningen. De constructie is grotendeels opgetrokken uit betonblokken.
Bron: WOI Relict (1649): Duitse observatiepost Kasteelpark (Merkem - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Kasteeldomein de Coninck de Merckem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/393751 (geraadpleegd op ).