Voormalig tolhuis. De paters salvatorianen die zich in 1902 op het Lo vestigden, vonden hier in 1900 een eerste onderdak.
Dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (kunstleien) met centrale dakkapel onder zadeldakje met topstuk en twee flankerende oeils-de-boeuf, daterend uit het eind van de 19de eeuw, mogelijk met oudere kern, zie krulankers aan linker zijgevel en sporen van vlechtingen aldaar wijzend op de latere verhoging van het oorspronkelijke zadeldak.
Aan straatzijde, voortuintje omgeven door gecementeerd bakstenen muurtje met dito postamenten waartussen ijzeren hekken en dito toegangshek.
Volledig gecementeerde baksteenbouw met uitzondering van de achtergevel; bewaard houtwerk, onder meer geprofileerde gekorniste kroonlijst. Decoratie bestaande uit imitatievoegen, diamantkoppen en paneelwerk. Lijstgevel verder gemarkeerd door verticaliserende hoeklisenen en middenrisaliet, alsook door horizontaliserende puilijst, kordonvormende lekdrempels en fries. Getoogde muuropeningen.
Witbeschilderde linkerzijgevel met gedichte muuropeningen. Rechter zijgevel met vier smalle getoogde vensters. Achtergevel met analoge muuropeningen. Achteraan, haakse aanbouw onder zadeldak (mechanische pannen) met dito muuropeningen en luik in geveltop onder houten latei.
- Wording en groei van het Salvatorcollege en van de Belgische Salvatoriaanse provincie, Hamont, 1977, p. 12, afb.
- DEGEEST M., Ontmoeting met Hamont-Achel, ons stadje vandaag, Hamont-Achel, 2001,p. 124, 148.