Door een linde en een Noorse esdoorn beschaduwd overblijfsel van het voormalig klooster zogenaamd Catharinadal.
Zogenaamd Spinhuis, naar het veelvuldig spinwerk van de nonnen van Catharinadal. In de volksmond zogenaamd "de kelder", wegens de nu nog deels bestaande gewelfde kelder onder het gebouw.
Op de Ferrariskaart (1771-77) aangeduid als deel van genoemd klooster, doch niet meer voorkomend in de Atlas van de Buurtwegen (1845). Breedhuis, heden van drie traveeën en één bouwlaag, onder zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, Vlaamse pannen) met links aandak, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw, in kern teruggaand tot de 15de eeuw en vroeger van een lagere aanbouw voorzien aan straatzijde, zie oude foto van 1890.
Baksteenbouw met aflijnende overhoekse muizentand. Recent afdak vooraan op houten pijlers onder doorlopend dakschild. Getoogde muuropeningen, eertijds rechthoekig, zie dezelfde foto. Links zijpuntgevel van donkerder baksteen, met vlechtingen, aanzetstukken, topstuk met bol en krulankers. Recente aanbouw rechts met dakschild. Door klimop begroeide achtergevel met getoogde muuropeningen.
Interieur: deels ondergrondse, eertijds grotere kelder, heden van drie traveeën en twee beuken, overkluisd door middel van grotendeels bepleisterde en beschilderde bakstenen kruisribgewelven met zandstenen sluitstenen, tussen rondbogige gordelbogen en dito scheibogen, rustend op één achthoekige hardstenen pijler met dito basement en vierkant kapiteel, een gelijkaardige halve pijler opgenomen in de muur en een geprofileerde gemetselde pijler.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)