Ten westen aan straatzijde van een taxushaag voorziene, bak- en cementstenen hoeve met losstaande bestanddelen onder zadeldaken en één lessenaarsdak (mechanische pannen); rechthoekige muuropeningen met grotendeels bewaard houtwerk.
De hoeve ligt pal aan de straat en de twee losstaande dienstgebouwen liggen achteraan het erf, ten oosten en ten westen. Langgestrekt hoofdgebouw met ordonnantie: dwarsschuur-woonhuis met dubbelhuisopstand; vier traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen) met twee dakkapellen onder doorlopend dakschild, volgens bewoner uit jaren 1920 en in jaren 1940 van een knik in het dak voorzien.
Vooraan gecementeerde, met een rechte muizentand afgelijnde, verankerde bouw, het woonhuis tevens voorzien van imitatievoegen. Muuropeningen op afgeschuinde gecementeerde lekdrempels, onder ijzeren I-balken. Linkerzijgevel met venstertje onder houten latei in geveltop en aangebouwde schob. Achtergevel met aangebouwde stallingen onder doorlopend dakschild (golfplaten).
Achteraan ten oosten, schuin gelegen dienstgebouw van latere datum. De linkerzijde is een deels met planken beklede open schob. Achteraan ten westen, parallel dienstgebouw, onder meer stal.