is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Jozef
Deze vaststelling is geldig sinds
Oost-westgeoriënteerd bedehuis, gelegen op een plein, dat aan de straatzijde beschaduwd wordt door een tiental linden en voorzien is van een witbeschilderd Heilig Hartbeeld, opgesteld achter een hardstenen monument van 1927 ter nagedachtenis van de Eerste Wereldoorlog.
De huidige kerk vervangt een oudere, met schip van drie traveeën en driezijdige sluiting, van 1849-52, die op 30 december van laatstgenoemd jaar werd ingezegend, op 25 juni 1863 grote schade opliep door een onweer, waarop moeizaam, pas begin 1866 beëindigd herstel volgde, en die in 1869 een bekronend torentje kreeg. Op 20 juni 1877, inwijding door de hulpbisschop van Luik, Monseigneur Doutreloux. Na 1900, toename van de bevolking van de Kolonie onder invloed van de industrialisatie in het nabijgelegen Overpelt, waardoor de oude kerk te klein werd.
In 1927, onder het pastoraat van W.H. De Ridder (1923-52), aanvang van de bouw van de nieuwe kerk met behoud van de toren van 1869. In datzelfde jaar, aanleg van een nieuw kerkhof ter vervanging van het oude dat rond de kerk lag. In 1928, einde van de ruwbouw. In 1932, voltooiing en inzegening van de nieuwe kerk door Monseigneur Kerkhofs, bisschop van Luik.
Eclectisch bedehuis met sterke neoromaanse inslag, begonnen in 1927, confer hardstenen gevelsteen in koorsluiting met opschrift: 1927/ HAEC ECCLESIA AEDIFICATA EST/ M.H. RUTTEN/ ET EJUS SUCCESSORE/ L.J. KERKHOFS EPISCOPIS/ W.H. DE RIDDER PAROCHO. Neoromaans zijn onder meer de rondboogfriezen van middenschip en koorpartij.
De plattegrond beschrijft een voorstaande oosttoren, ten zuiden geflankeerd door een kwartronde traptoren en ten noorden door de doopkapel, een narthex van twee traveeën, een schip van vier traveeën en een koor van één rechte travee met halfronde sluiting, ten noordwesten geflankeerd door een sacristie.
Bakstenen toren met gebruik van hardsteen voor afwerking van flankerende, onversneden steunberen, omlijsting van uurwerken, oostportaal, afgeschuinde lekdrempels en omlijsting van rondboogvenster. Rest van de kerk eveneens van baksteen; gebruik van breuksteen voor sokkel; hardsteen voor afzaten, afgeschuinde lekdrempels, water- en deklijsten, afwerking van schouderstukken en versneden steunberen, alsook bekronend kruis op aandak van koor; mergel voor geprofileerde daklijst, neg- en hoekblokken, consoles van rondboogfriezen, rechte muizentand van zijbeuken, maaswerk van oculi, druiplijsten van muuropeningen van sacristie, bovenste deel van deuromlijsting van noordoostportaal en muurbanden van dito portaal, koorsluiting en sacristie; felrode baksteen voor omlijstingen van muuropeningen en boogruggen; geprofileerde houten kroonlijst.
Oostpartij met voorstaande vierkante toren onder achtzijdige naaldspits (leien) met noordoost-dakkapelletje en bekronend ijzeren kruis met windhaan. Drie geledingen van ongelijke hoogte, de eerste twee met flankerende steunberen. Rondboogportaal met kwartholle en afgeschuinde neg, geprofileerde druiplijst en getoogde nis in het boogveld; rechthoekige deur met bewaard houtwerk en ijzerbeslag. Tweede geleding met van een afgeschuinde neg voorzien rondboogvenster, samen met het portaal ingeschreven in een rondbogig spaarveld. Derde geleding met twee gekoppelde rondbogige galmgaten ten oosten, zuiden en westen, waarboven uurwerk, beide gevat in een puntgevelvormig spaarveld. Torenromp aan elke zijde eindigend op een pseudo-fronton. Ten zuiden, kwartronde traptoren oprijzend over twee geledingen en voorzien van getoogde lichtgleuven. Ten noorden, aansluitende doopkapel onder lessenaarsdak, met betralied rondboogvenster.
Narthex, schip, koor en noordoostportaal onder veelal verspringende zadeldaken (leien) tussen aandaken met schouderstukken, de middenbeuk met vier dakkapellen onder zadeldakjes met schild vooraan; zijbeuken onder lessenaarsdaken tussen dito aandaken; koorsluiting onder halfconische bedaking; sacristie onder schilddak met één dakkapel onder zadeldakje. Getoogd noordoostportaal met van een sluitsteen voorziene, geprofileerde boogrug en puntgevelvormige bekroning, waarin zeszijdige nis; zijgevel met rechthoekig venstertje. Zijgevels van narthex, schip en koor, alsook sluiting, geritmeerd door versneden steunberen, waartussen, bij narthex en zijbeuken, rondbogige drielichten, bij narthex onder dito ontlastingsboog; oculi als bovenvensters van narthex, middenschip en koor. Koorsluiting met rondboogvensters. Sacristie met markerende westschouw, muuropeningen met bewaard houtwerk, onder meer betraliede rondboogvensters, dito rechthoekige keldergaten en rondboogdeur met behouden ijzerbeslag en trap.
Bepleisterd, beschilderd en van imitatievoegen voorzien interieur. Basilicale opstand. Van geprofileerde rondbogige scheibogen voorziene, hardstenen zuilen met achtzijdige sokkel en dito, met gestileerde bladmotieven versierd kapiteel lopen uit in mergelstenen colonnetten, die natuur- of bakstenen gewelfkappen dragen, voorzien van mergelstenen kruisribben. Bovenmuren versierd met rondbogige blinde arcaden, met alternerend gebruik van mergel en rode baksteen, gevat tussen geprofileerde mergelstenen lijsten. Zijbeuken op hardstenen plint onder analoge, op mergelstenen kraagstenen rustende gewelven. Spitsbogige triomfboog rustend op hardstenen colonnetten. Dito colonnetten dragen het analoge gewelf van de koortravee en het straalgewelf van de koorsluiting.
Uit de oude kerk: eiken beeld van Sint-Jozef (?), (begin 20ste eeuw), beeld van Heilig Hart van Jezus van gepolychromeerd gleiswerk (circa 1900); doopvont (midden 19de eeuw) van hardsteen met deksel van messing.
Voor de nieuwe kerk: marmeren en hardstenen hoofdaltaar, volgens opschrift in 1928 geschonken door graaf Cornet d'Elzius de Peissant van Achel, met eucharistische symbolen in koper; twee eclectische eiken biechstoelen met rankwerk; uit de Sint-Lambertuskerk van Helmond afkomstige neogotische communiebank van gepolychromeerd gips en wit marmer, voorzien van acanthussen en engelen; dito eiken orgelkast; drie dito koorstoelen en één dito bidstoel; kruisweg van gips in eiken omlijstingen; drie figuratieve glasramen in koorsluiting, met heiligenfiguren; orgel van 1928 door Beckers (Sint-Truiden).
INDEKEU B. & GEERTS F., Hoelang zal de tol nog draaien? Mijmerend wandelen langs een 150-tal Lommelse ansichten uit het begin van deze eeuw, Publikaties van de vzw Museum Kempenland te Lommel 4, Lommel, 1989, p. 48-49, prentkaarten nummers 93-95./li>
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Luikersteenweg
Is gerelateerd aan
Luikersteenweg 451
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Jozef [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80176 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.