Alleenstaand burgerhuis met dubbelhuisopstand; drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (nok parallel aan de straat, leien) met sierlijke ijzeren vorstkam en centrale dakkapel onder zadeldakje, voorzien van rondboogvenster, hoeklisenen, gecementeerde deklijsten en dito bekronende siervazen als top- en schouderstukken, uit het begin van de 20ste eeuw. Gelegen in een ruime tuin met onder andere enkele oude acacia's.
Baksteenbouw op beschilderde gecementeerde plint onder vernieuwde kroonlijst. Gevel gemarkeerd door middenrisaliet en hoeklisenen met verbindend blind baksteenfries. Getoogde vensters op hardstenen lekdrempels met ramen in kunststof. Getoogde deur met bewaard hout-, traliewerk en hardstenen trap met geprofileerde treden, waarboven houten balkon. Blinde zijgevels. Eenvoudiger achtergevel met getoogde muuropeningen op gecementeerde lekdrempels; vernieuwde ramen en deuren.
Achteraan, latere haakse aanbouw onder zadeldak (mechanische pannen) met rechthoekige muuropeningen. In het begin van de 20ste eeuw was aan het burgerhuis ten noorden een diephuis met getoogde muuropeningen aangebouwd, confer oude prentkaart, later vervangen door het huidige breedhuis.
- INDEKEU B. & GEERTS F., Hoelang zal de tol nog draaien? Mijmerend wandelen langs een 150-tal Lommelse ansichten uit het begin van deze eeuw, Publikaties van de vzw Museum Kempenland te Lommel 4, Lommel, 1989, p. 45, prentkaart nummer 87.