Wat achterin, ten einde van een met eiken omzoomde zandweg en in een ruime tuin gelegen, langgestrekte hoeve, met heden moeilijk te achterhalen ordonnantie; elf traveeën en één bouwlaag onder verspringende zadeldaken (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen), met zeven recente klimmende dakkapellen vooraan en vijf analoge achteraan, daterend van circa 1900.
Verankerde baksteenbouw met gebruik van gesinterde baksteen voor plint, muurbanden ter hoogte van lekdrempels en boogruggen; vernieuwd houtwerk. Getoogde muuropeningen, aangepast in tweede travee, op deels vernieuwde hardstenen lekdrempels. Westelijke zijpuntgevel met aangepaste en gedichte muuropeningen. Met klimop begroeide oostelijke zijpuntgevel met recent aangebouwde open schob onder lessenaarsdak (mechanische pannen).
Ten westen, recent dienstgebouw onder schilddak (dito pannen). Ten zuiden, dito dienstgebouw met garage onder zadeldak (dito pannen).