is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerde zaalkerk van witbeschilderde baksteen, gebouwd in 1953, volgens G. Delbeke (2000) in 1955, naar ontwerp van architect F. Theuwissen (Lommel). Volgens V. Leysen (2001) zou de toren later zijn aangebouwd, naar ontwerp van dezelfde architect. Vervangt een vroeger bedehuis van drie traveeën met driezijdig afgesloten koor en rondboogvensters, hersteld in 1865 naar ontwerp van provinciaal onderarchitect Herman Jaminé (1826-85) uit Hasselt (ontwerp van 1864), in 1869-72 voorzien van een voorgebouwde neoromaanse toren (ontwerp van 1866), een doopkapel en een trapplaats door dezelfde architect.
De plattegrond beschrijft een aangebouwde vierkante noordwestelijke toren, een narthex, een breder schip van vijf traveeën met in de vierde travee twee aanbouwsels voor biechtstoelen, een inspringend koor van één rechte travee met vlakke sluiting, geflankeerd door twee rechthoekige aanbouwsels, de sacristie en een bergruimte.
Omzetting van traditionele elementen in een vernieuwde context, hier qua volumewerking aanleunend bij voorbeelden uit het interbellum met achterwege laten van de gotische connotatie in de vormgeving van de muuropeningen.
Toren van vijf geledingen, bovenaan afgelijnd met een geprofileerde daklijst, onder overstekend tentdak (kunstleien) met bekronend metalen kruis. Vier eerste geledingen met kleine rechthoekige lichtgleuven op afgeschuinde lekdrempels. Bovenste geleding met aan elke zijde drie tussen kordon vormende druiplijsten gevatte galmgaten.
Lagere, inspringende narthex, schip en dito koor onder zadeldaken (kunstleien) tussen aandaken met getrapte schouderstukken, gecementeerde deklijsten en dito bekronende kruisen; het schip met vier dakkapelletjes onder zadeldakjes. Rechthoekig portaal in een getrapte omlijsting op hardstenen neuten, waarboven vijf klimmende, van dito lekdrempels voorziene, rechthoekige lichtgleuven in de puntgeveltop. Zijgevels geritmeerd door lisenen, waartussen telkens drie smalle rechthoekige vensters op dito lekdrempels. Koorsluiting met oculus. Van analoge muuropeningen voorziene sacristie en bergruimte onder plat dak, evenals de aanbouwsels van de vierde travee.
Interieur met typische overkluizing door middel van een bepleisterd en witbeschilderd spits tongewelf, met gordelbogen rustend op bakstenen pilasters met geprofileerde hardstenen imposten. Spitsbogige triomfboog met hardstenen sluit- en aanzetstenen. Analoge overkluizing van koor en orgeltribune. Eerste bouwlaag van toren, fungerend als doopkapel, met vlakke zoldering.
Geschilderde kruisweg; twee eiken biechtstoelen; figuratieve glasramen met onder andere kelk, sleutels, brood, vissen en letter Ω.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)