is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sluizencomplex
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Kanaal Bocholt-Herentals: sluis #1
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Kanaal Bocholt-Herentals: sluis #2
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kanaal Bocholt-Herentals met sluizen
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kanaal Bocholt-Herentals met sluizen
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kanaal Bocholt-Herentals met sluizen
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sluizencomplex
Deze vaststelling was geldig van tot
Sassen I, II en III, laatste verschepingspunten van de 24 sassen op het kanaal Bocholt-Herentals, gegraven in 1843-46. Hier daalt het Maas-Scheldekanaal van het Kempens hoogplateau trapsgewijs af naar de Belgische noordelijke laagvlakte. Ten gevolge van de grote uitbreiding van de scheepvaart tussen Antwerpen en het Luike mijn- en industriegebied werd de vaargeul in 1926-27 verbreed en verdiept en werd een tweede grotere sluis gebouwd. Sinds augustus 1985, andermaal verbredingswerken en inplanting van een nieuwe grotere sluis.
Sluis A (zuidelijk gelegen sluis): tweetrapse schutsluis, gebouwd in 1843-45, van baksteen en blauwe hardsteen, tijdens het interbellum deels met beton hersteld. Stalen sluisdeuren met houten slagboorden en stekers, voorzien van loopbrugje met twee ijzeren relingen, hydraulische bediening; doorlaatkleppen worden bediend met tand- en heuvelsysteem (1 per vleugel). De omloopriolen (cilinderverlaten) stroomafwaarts in de sluismuren worden door middel van een verticale hydraulische cilinder bediend.
Sluis B (noordelijk gelegen sluis): ééntrapse schutsluis circa 1925 ten behoeve van schepen met grotere tonnenmaat gebouwd; natuursteen; sluisdeurtypes: zie sluis A maar met twee tand- en heugelwerken per vleugel en met volle stalen wanden aan elke zijde; hydraulische bediening door middel van horizontale cilinder met ketting; handbediening mogelijk.
Machinekamer: éénlagig gebouwtje van baksteen en beton met toren voor de drukcilinder (moedercilinder), circa 1930-33 in zakelijke stijl opgetrokken. Een gelijkmatige oliedruk wordt opgebouwd door de drukcilinder omhoog te pompen; deze glijdt over een achtkantige sokkel. De dochtercilinders buiten maken gebruik van de druk die ontstaat, wanneer de zwaartekracht de moedercilinder naar beneden drukt. Pomp met drie cilinders "Ateliers de Construction, Pépinster d'Ensival" (1933); afzonderlijke smeerputten. Electro-motor "Constructions Electriques de Belgique, Herstal". Schakelkast: 3 elementen 500V - 26V, van dezelfde constructeur.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)