Twee aan straatzijde door een drietal beuken beschaduwde, in spiegelbeeld gekoppelde, langgestrekte hoeven, eertijds met enkelhuis-, heden met dubbelhuisopstand; voormalige ordonnantie: dwarsschuur-stal-woonhuis-woonhuis-stal-dwarsschuur; in totaal tien traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), volgens bewoner van 1898.
Verankerde, volledig witbeschilderde baksteenbouw op zwartbeschilderde plint, voor- en achteraan afgelijnd met een overhoekse muizentand. Getoogde muuropeningen op beschilderde gecementeerde lekdrempels; deels bewaard houtwerk. De uiterste vensters waren eertijds staldeuren. Westelijke zijpuntgevel met twee originele (?) venstertjes onder houten lateien; blinde oostelijke zijpuntgevel. Achtergevel met getoogde en rechthoekige muuropeningen op bakstenen lekdrempels.
Achter nummer 98, vrijstaand haaks bakhuis, met inspringende lagere oven, onder zadeldaken (kunstleien); rechthoekige muuropeningen onder houten lateien.