Door enkele oude beuken beschaduwde en aan straatzijde deels van een beukenhaag en een houten omheining voorziene, langgestrekte hoeve, namelijk twee in spiegelbeeld gekoppelde dubbelhuizen, met oorspronkelijke ordonnantie: dienstgedeelte-woonhuis-woonhuis-stal(?)-schuur(?); tien traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), uit eind 19de - begin 20ste eeuw.
Roze beschilderde verankerde baksteenbouw op zwartbeschilderde plint; grotendeels vernieuwde ramen en deuren. Getoogde muuropeningen op achteraan en ten westen vernieuwde, hardstenen lekdrempels. De eerste travee telt een later breed rechthoekig venster, terwijl de vensters in de derde, achtste en tiende travee eertijds deuren waren, in laatstgenoemde travee de vermoedelijke staldeur, waarboven luik onder zadeldakje. Westelijke zijpuntgevel met rechthoekig venster in geveltop.
Ten oosten, originele aangebouwde inspringende lagere travee met rechthoekige poort, zijpuntgevel met rechthoekig venster in omlijsting van boomstammen, waarboven een luik, drie rechthoekige en één rond uilengat in geveltop. Achtergevel met rechthoekige muuropeningen, twee oorspronkelijke aanbouwsels onder doorlopend dakschild, waartussen twee opkamers boven betraliede rechthoekige keldergaten.
Rechts achteraan, latere aanbouw, confer bouwnaad, onder plat dak, met rechthoekige poort onder ijzeren I-balk, het voormalige koetshuis van de naburige villa, Stevensvennen 116. Achteraan, losstaand haaks bakhuis met -oven, onder zadeldakjes (mechanische pannen), in 1998 gerestaureerd; rechthoekige muuropeningen onder houten lateien.
In een weide aan de overkant van de weg gelegen, achtzijdige schaapskooi, recent gerestaureerd met hulp van het Openluchtmuseum van Bokrijk, onder opzij halfconisch zadeldak (nok loodrecht op de straat, riet en nokpannen); bepleisterd en beschilderd stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen, op een zwart beschilderde bakstenen stoel; rechthoekige stalopening.