Georiënteerde moderne zaalkerk van baksteen en beton, naar ontwerp van de architecten E. François en A. Nivelle (Hasselt), daterend van 1962. Op 21 juli 1962, eerstesteenlegging door pastoor Vertessen, confer gedenksteen op muurtje ten noorden met opschrift: ME/ PASTORE C.VERTESSEN/ RECTORE J.PINXTEN/ CONSTRUXIT-/[aannemer] L.[AMBERT]VANDERVELDEN/ ANNO-1962. Op 16 augustus 1963, inwijding door Monseigneur Van Zuylen. In 1991, vervanging van de oorspronkelijke dakpannen door een metalen bekleding, nieuwe aanplanting en inrichting van een maximale parkeerruimte. Naast de overheersende baksteenbouw wordt gebruik gemaakt van beton voor vensterstijlen, tussendorpels, lateien, de volledige toren en de luifel op metalen pijlers, die toren met kerk verbindt.
De plattegrond beschrijft een vrijstaande zuidwesttoren, een schip van vier traveeën, een vooruitspringende voormalige doopkapel ten noordwesten, een noordmuurtje, een noordelijke zijbeuk, een inspringend koor van één rechte travee met vlakke sluiting en een noordelijke sacristie.
Volledig opengewerkte toren met twee klokken onder vlakke bedaking. Afwisselende volumewerking door de verspringende bedaking boven schip en koor en het lessenaarsdak van de noordgalerij; haakse noordelijke sacristie onder zadeldak. Sobere opstand met gevelhoge smalle muuropeningen aan de zuidkant en blinde muren aan de noordkant.
Interieur: licht keperboogvormige, met grenen planken afgewerkte overkluizing; betonnen pijlers tussen het schip en de noordgalerij.
Mobilair afkomstig uit de Sint-Willibrorduskapel van het Herent: schilderij met voorstelling van de Heilige Helena en Paus Silvester I (eind 17de eeuw); gepolychromeerde houten beelden van Sint-Antonius abt (17de eeuw) en Sint-Willibrordus (Antwerpen ?, circa 1700), opnieuw gepolychromeerd in 1965, het eerste door de schutterij van Sint-Antonius in 1834 aan de kerk van Neerpelt geschonken en later naar het Herent overgebracht.
Mobilair uit de bouwperiode van de kerk: beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind van geslagen koperplaat (circa 1965); marmeren altaar; marmeren doopvont door een zekere Bressers (Lommel, 1964); veertien kruiswegstaties van keramiektegels door J. Heylen (Diest, 1965); decoratieve glasramen van kunstatelier Daniels (Hasselt).
- Het Gengske, 6, 1993, p. 134-142, afbn.
- Sint-Trudo's erf. Religieuze kunst uit het kerkelijk gebied van de abdij Sint-Truiden (tent. cat.), Sint-Truiden, 1970, p. 99, nr. 35.
- BILSEN A., Honderd jaar Neerpelt. Fotokroniek van een dorp in de 20ste eeuw, Neerpelt, 2000, foto's van eerstesteenlegging en inwijding op p. 140.
- BILSEN A., ORLENT M.J.M. e.a., De Sint-Niklaaskerk van Neerpelt. Geschiedenis en kunstbezit, Neerpelt, 2002 (vooral dl. 1. Kroniek van de parochie Neerpelt, p. 60).
- CUYVERS P., 't Herent, 2de uitg., Neerpelt, 1997, p. 49, 51-59, afbn.
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Neerpelt, Brussel-St.-Truiden, 1977, p. 32-33.
- PAS W. en G., Dictionnaire biographique. Arts plastiques en Belgique. Peintres, sculpteurs, graveurs. 1800-2002, 3dln, Antwerpen, 2002, p. 159 (i.v.m. keramist J. Heylen).