erfgoedobject

Sint-Hubertuscollege met kapel

bouwkundig element
ID
80281
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80281

Juridische gevolgen

Beschrijving

Genoemd naar de patroon van de stichter, Hubertus Bovens, vicaris-generaal van het bisdom Luik. Eerste Vlaams Nederlandstalig college, opgericht in 1910, naar ontwerp van de architecten H. Martens (Stevoort) en V. Lenertz (Leuven). Op 6 oktober 1910, inwijding door Monseigneur Rutten, bisschop van Luik, confer gevelsteen: + COLLEGIUM:A:S.HUBERTO:PATRONO/ NUNCUPATUM EPISCOPALIBUS/ SUMPTIBUS:EREXIT:AC:DIE:6:OCTOBRIS/ ANNO:MDCDX:INAUGURAVIT/ MARTINUS:HUBERTUS:RUTTEN/ EPISCOPUS:LEODIENSIS./ [vertikale woorden:] [?] H.MARTENS V.LENERTZ/ OPERIS SUSCIEP[enkele letters, waarschijnlijk: TIS] P.CLAES-LOKERS.

Van 1913 tot 1933 was aan de instelling een landbouwafdeling, van 1919 tot 1955 een nijverheidstekenschool, en tot 1972 een internaat verbonden. In 1921, muurschildeingen in inkomhal, gangen (wapenschild van bisschop Rutten, dat van België en een geïmproviseerd van Neerpelt, naast versieringen en enkele verzen van Rodenbach) en collegekapel door Peter Heidbüchel (Sint-Truiden). In 1924, schilderwerken door dezelfde in de sacristie. In 1939, toevoeging van een haakse vleugel ten zuidoosten. In 1951, bouw van een grote toneel- en turnzaal, alsook van een overdekte speelplaats. Sinds 1953, zetel van de jaarlijkse muziekfestivals voor de jeugd. In 1959 en 1961, latere uitbreidingen. Vanaf 1982 evolueerde het college naar een gemengde school, zowel wat betreft leerkrachten als leerlingen. In 1985, bouw van een sporthal. In 1989, restauratie van de collegekapel.

Eclectisch complex met neogotische inslag. Voortuin aan straatzijde, afgesloten door een bakstenen muur met hardstenen afwerking en ritmerende postamenten waartussen gietijzeren hekken. Oudste kern bestaande uit de achteruitspringende middenvleugel, geflankeerd door twee lange, vooruitspringende vleugels; de linker veugel, noordwestvleugel loopt aan straatzijde uit op het driezijdige volume van het koor van de bovenkapel en de zuidoostvleugel op een puntgevel. Middenvleugel van acht traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig aan de straat, kunstleien) op licht verhoogde begane grond. Baksteenbouw met verwerking van hardsteen voor betraliede rechthoekige keldergaten, trap, afzaat van plint, lekdrempels, doorlopende druiplijsten op de eerste, lateien op de derde bouwlaag en deklijsten; felrode baksteen voor omlijstingen van muuropeningen; zandsteen voor hoekblokken en muurbanden ter hoogte van lekdrempels en lateien; gele baksteen voor boogruggen op de bovenste bouwlaag; sierankers; grotendeels vernieuwd houtwerk, doch originele vleugeldeur en waarschijnlijk dito geprofileerde kroonlijst op consoles. Middentravee uitlopend in een puntgevel met aandak, van een piramidale bekroning voorziene hardstenen schouderstukken, een beschilderd centraal Sint-Hubertusbeeld op console onder hardstenen baldakijn met pinakel, waarboven een van spitsboogvelden voorzien drielicht tussen twee oculi, en een kruisbloem op de top. Getoogde muuropeningen, met uitzondering van rechthoekige op de derde bouwlaag. Analoog opgevatte, haakse zuidoostvleugel van zes traveeën plus twee traveeën aan straatzijde en drie bouwlagen onder dito dak tussen aandaken met schouderstukken en topstuk aan straatzijde.

Interieur van het college: gangen met decoratieve muurschilderingen van 1921 door P. Heidbüchel (Sint-Truiden).

Ten noordwesten, kapelvleugel. De plattegrond van het noordoost-zuidwest georiënteerde neogotische bedehuis beschrijft een schip van zeven traveeën met een inspringend koor van één rechte travee met driezijdige sluiting. Baksteenbouw met verwerking van felrode baksteen voor vensteromlijstingen en aflijnende spitsboogfriezen; hardsteen voor afzaat van plint met betraliede rechthoekige keldervensters, kruisvensters op de eerste bouwlaag van het koor, lekdrempels, doorlopende druiplijsten en afwerking van steunberen; zandsteen voor hoekblokken, venstertraceringen op de tweede bouwlaag en consoles onder de spitsboogfries; gele baksteen voor aflijning van ontlastingsbogen en boogruggen; sierankers aan puntgevels. Verspringende zadeldaken (nok loodrecht op de straat, leien) met twee dakkapellen onder van windborden voorziene zadeldakjes, dakruiter met naaldspits, bekronend smeedijzeren kruis en windhaan, een van schouderstukken en kruisbloem als topstuk voorzien zuidwestaandak bij het schip en dito kruis boven het koor. Door nieuwbouw ingebouwde voorgevel met spitsbogige drielichten. Noordwestelijke zijgevel geritmeerd door versneden steunberen uitlopend in korte lisenen, waartussen getoogde benedenvensters met bewaard houtwerk en bovenvensters opgevat als spitsbogige tweelichten met bekronend centraal oculus. Lager koor met overhoekse versneden steunberen, waartussen kruisvensters op de eerste en spitsboogvensters op de tweede bouwlagen.

Volledig behouden, grotendeels bepleisterd en kleurrijk beschilderd interieur. Vierkante pilasters met afgeschuinde hoeken en van florale motieven voorziene kapitelen dragen de bak- en natuurstenen ribben van de verankerde kruisribgewelven tussen dito spitsbogige gordel- en muraalbogen. Spitsbogige triomfboog, rustend op colonnetten met floraal kapiteel. Analoog straalgewelf boven koor, rustend op dito colonnetten, waarvan de twee centrale op gehistorëerde consoles met twee engelen. Muurschilderingen op de zuidoostwand. Veelkleurige geometrische cementtegelvloer.

Mobilair: beschilderd houten neogotisch altaar van het atelier Daems-Daenen (Turnhout) afkomstig uit de Minderbroederskerk aldaar; neogotische eiken bidbanken, bidstoelen, orgeltribune en sacristiekast achter het altaar; twee eclectische eiken biechtstoelen opgesteld in getoogde nissen; decoratieve en figuratieve muurschilderingen van 1921 door Peter Heidbüchel (Sint-Truiden), gerestaureerd in 1988: tegen een achtergrond van gordijn- en steenschildering, onderbroken door bijbelse symbolen, guirlandes en bladfriezen, aangebrachte taferelen uit het evangelie van Mattheus en Lucas, onder andere de Heilige Familie in Nazareth, Laat de kinderen tot mij komen en de Roeping van de apostelen; figuratieve glasramen van Edward Steyaert (Schaarbeek) (1913-16), geschonken door de familie Govaerts en gerestaureerd in 1988: van links naar rerchts en van boven naar onder onder meer de voorstelling van het Bezoek van Maria en Jozef aan haar nicht Elisabeth en Zacharias, Jezus tussen de schriftgeleerden, de Maria-Boodschap, de Aanbidding van de drie Koningen, Jezus aan het kruis, het Laatste Avondmaal, Maria ten hemel opgenomen, de Verrijzenis des Heren, Jezus en de Emmaüsgangers en de Nederdaling van de Heilige Geest, naast voorstellingen van voornamelijk heiligen, namelijk Hubertus, Jan Berchmans, Trudo, Lambertus, Eucherius, Maternus, Servatius, Godefridus, Libertus, Karel de Goede, Christina de Wonderbare, Eva, Juliana van Cornillon en Lutgardis; orgel (bouwjaar?) door Fr. Vos-Huybrechts (Zichem).

  • Met dien fluweelen rooden gloed... De kapel van het Sint-Hubertuscollege van Neerpelt,Neerpelt, 1988.
  • Religieuze neogotiek in de Teutendorpen , (tent.cat.), Neerpelt, 1989, p. 5, 7, 15, 17, 26-28 (afb.), 35, 207-208.
  • BILSEN A., Honderd jaar Neerpelt. Fotokroniek van een dorp in de 20ste eeuw, Neerpelt, 2000, oude foto en prentbriefkaarten op p. 100, 103, 104.
  • CONINX J., Neerpelt. Korte geschiedkundige schets, s.l., 1951, p. 53-55.
  • DE DIJN C.G., red., Het orgelbezit in de provincie Limburg, in Kunst en oudheden in Limburg, 16, St.-Truiden, 1976, p. 168.
  • LAINÉ D. & VANTHILLO C. (red.), Peter Heidbüchel, een "Kirchenmaler" te Sint-Truiden (1868-1949), in Limburg - Het Oude Land van Loon, 78, 1999, p. 233, 235, 239, afbn op p. 236-237).
  • LANDUYT H., VANNESTE A., JANSSENSWILLEN P. e.a., Liber amicorum. 75 jaar Sint-Hubertuscollege Neerpelt, Neerpelt, 1985.
  • STEVENS J. & CUYVERS M., Neerpelt vroeger jaren, Neerpelt, 1986, oude prentbriefkaarten op p. 45.
  • SUNAERT F., De kapel van het Sint-Hubertuscollege te Neerpelt, in DELBEKE G., Toeren tussen torens. "Naar en rond de abdij van Achel". Zondag 7 mei 2000, Brussel, 2000, p. 7-8, afbn.
  • VANNESTE A.M.S., Het Sint-Hubertuscollege uit Neerpelt: eerste Vlaams college. Bijdrage tot de geschiedenis van de vernederlandsing van het Vrij Onderwijs in het begin van de XXe eeuw, (De Tijdspiegel, 37, 2, 1982, p. 2-16).
  • VERPOEST L., Architectuurgids neogotiek in België, Antwerpen-Baarn, 1989, p. 108.
  • VERPOEST L., Neogotiek in Limburg, werkdocument 5/001 van Studiedag neogotiek in Noord-Limburg, Lommel, 9 juni 1990, p. 6.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Hubertuscollege met kapel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80281 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.