Alleenstaande, langgestrekte voormalige wasblekerij Spaas, heden woonst. Erf aan voorgevelzijde niet toegankelijk. Rechts van het complex, enkele oude bomen, onder meer zeeden, rode beuk en esdoorn. Aan straatzijde, leilinden links en latere bakstenen muur met dito pijlers waartussen ijzeren hek aan de rechterkant. Op 29 februari 1888 kreeg Theodoor Spaas de toelating om met zijn bedrijf, dat van Hamont kwam, in Lille te beginnen. Er werd toen voor de afvoer van het afvalwater een verbindingsgracht gegraven naar de Prinsenloop onder de straat door. In 1901 verhuisde de wasblekerij weer naar Hamont.

Gebouw vooraan van zeven traveeën, achteraan van tien traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen) tussen aandaken met schouder-, topstukken en gecementeerde afwerking, daterend van 1887, volgens onuitgegeven notities van J. Schuermans.

Baksteenbouw, op dito sokkel met gecementeerde afwerking; deels bewaard houtwerk; ankers, waarvan één X-vormig en lelievormige aan de zijgevels; voor- en achteraan, aflijnende dubbele overhoekse muizentand waaronder een rechte muizentand. Voorgevel met rondbogige muuropeningen op gecementeerde (?) lekdrempels en één betralied getoogd keldergat. Linker zijpuntgevel, aan straatzijde, met puilijst, centrale licht getoogde deur met ijzeren roeden in bovenlicht en dito vensters op hardstenen en gecementeerde lekdrempels. Rechter zijpuntgevel achteraan met rechthoekig uilengat en gedicht getoogd venster in geveltop. Achtergevel met grotendeels rondbogige muuropeningen, in doorlopende rondboogomlijstingen, op gecementeerde lekdrempels en met deels vervangen ijzeren roedeverdeling; getoogde schuurpoort; links, later aanbouwsel onder lessenaarsdak, eertijds latrine en kolenkot.

Interieur: balk, waarschijnlijk afkomstig van een ander huis, met Latijnse inscriptie, als volgt te vertalen: “In dit jaar richtten de echtelingen Jacob Kerckof en Maria Elisabeth Claes dit huis uit eigen middelen op”. Het jaarschrift duidt als bouwjaar 1750 aan. Jacob Kerkhofs stierf in Keulen in 1753, wat er op wijzen kan dat hij in Duitsland als Teut bedrijvig was.