Teksten van Teutenwoning Tielen-Kerckhofs

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80312

Teutenwoning Tielen-Kerckhofs ()

De teutenwoning Tielen-Kerckhofs is gelegen in de kern van het teutendorp, achter de kerk. Op de Ferrariskaart heeft dit gebied een open karakter, er is bijna geen bebouwing aanwezig. Rond 1890 was de gemeenteschool al gebouwd net als de wasblekerij Spaas - zodat er op dat ogenblik al meer bebouwing was in de onmiddellijke omgeving.

Historiek

Op kadastrale mutatieschets 13 van 1885 verschijnt op het oorspronkelijk onbebouwde, als tuin omschreven perceel 1063 de eerste bebouwing. Het zijn de grondvormen van een vierkant hoofdgebouw met rechthoekige bijbouwen rechts opzij en achteraan. Deze mutatie wordt genoteerd onder exponent a. Het perceel 1063a wordt als huis omschreven in eigendom van Maria Christina Elisabetha Kerckhofs (1857 - 1901), rentenierster en Jan Josephus Tielen (1856 - ?), koopman uit Eksel. Maria Christina Kerckhofs erfde het perceel in 1885 van haar vader, koopman Henrij Kerckhofs-Ceelen. Ze trouwde in 1886 met Jan Josephus Tielen, waarschijnlijk werd het huis gebouwd om als echtelijke woning voor het paar te dienen.

De familie Kerckhofs behoort tot de voornaamste teutenfamilies van Sint-Huibrechts-Lille. De tak waar Maria Christina toe behoort, is evenwel een andere dan de Kerckhofsen van de woning aan Lille Dorp 18. Ook de familie Tielen was een teutengeslacht.

Op kadastrale mutatieschets 5 van 1891 wordt de aanbouw rechts van de woning nog naar achter uitgebreid en verschijnt ook links op het perceel een L-vorm, die deels tegen het vierkante hoofdgebouw is aangebouwd. Het pand bestaat dan grosso modo uit 4 vleugels, die rond een binnenplaats zijn gebouwd. In 1902 is een opsplitsing van het volume te zien, waarna sprake is van een woning en een magazijn, links vooraan aan de straatzijde. Voor beide staat een verkoop vermeld in 1918, waarna ze voorkomen bij de eigendommen van Jozef Antoon Hendrik Theodoor Spaas (1897-1992), toen nog student, vervolgens landbouwingenieur en later ook burgemeester van Sint-Huibrechts-Lille. De familie Spaas was één van de voornaamste teutenfamilies uit Hamont, waar Hendrik Jan Spaas, de grootvader van Jozef A.H.T. Spaas, in 1853 de gelijknamige kaarsenfabriek stichtte. Het is trouwens de vader van Jozef A.H.T. Spaas, Theodoor Michiel Spaas, die de kaarsennijverheid even overbracht vanuit Hamont naar Lille en een wasblekerij oprichtte aan de Dorpsstraat 34. Jozef A.H.T. Spaas huwde in 1942 voor een tweede maal, met Maria Anna Henrica Theresia Ceelen, wat mogelijk de cartouche met ineengestrengelde letters C/S boven de voordeur van de woning zou kunnen verklaren.

De woning onderging nog een aantal wijzigingen in de loop der jaren. In 1928 werd een deel van de achterbouw afgebroken, in 1953 werd het hoofdvolume naar achter toe uitgebreid. Kadastraal worden verder geen wijzigingen meer opgetekend. Wel werden de gevels van de woning op een gegeven moment wit overschilderd. Het pand Lille Dorp 36 verschijnt dus omstreeks 1885 op het perceel. Het kadaster vermeldt geen bijzondere 'verbeteringen', zodat het waarschijnlijk toen gebouwd werd in de huidige vorm, die stilistisch ook overeenstemt met de bouwperiode.

Volgens informatie uit het beheersplan onderging het pand in 1993 een restauratie, die gepaard ging met enkele verbouwingen, vooral aan de zijkant en de achterkant.

Beschrijving

De teutenwoning Tielen-Kerckhofs is een woning met dubbelhuisopstand. Het U-vormige pand telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak (met leien en een nok evenwijdig aan de straat) met smeedijzeren windvaan. Het betreft een wit beschilderde baksteenbouw op gecementeerde plint met betraliede rechthoekige keldergaten. Het houtwerk bleef grotendeels bewaard, waaronder de geprofileerde omlopende kroonlijst op consoles met acanthusbladeren. De voorgevel wordt gemarkeerd door op de eerste bouwlaag van imitatievoegen en op de tweede van paneelwerk met centrale rozetten voorziene hoeklisenen. Ze heeft een middenrisaliet, waarboven een centrale puntgevelvormige dakkapel met schouderstukken, smeedijzeren bekroning, paneelwerk met rozetten en een rondboogvenster in een geprofileerde omlijsting met bladwerksluitsteen, ingeschreven in een mijterboogvormig spaarveld. Er is een horizontale accentuering door genoemde imitatievoegen, een omlopende puilijst en doorlopende lekdrempels op de tweede bouwlaag, waartussen paneelwerk, een gelijkaardige panelenfries met rozetten en een afsluitende kroonlijst. De getoogde vensters zijn gevat in geprofileerde omlijstingen, onder de lekdrempels uitlopend in consoles met bladwerk, parellijst en diamantkop. De deur is gevat in een omlijsting op hardstenen neuten met sierlijke sluitsteen voorzien van acanthusbladeren, rol-, bladwerk en een cartouche met ineengestrengelde letters C en S; de trap is van hardsteen; het bekronende centrale venster is voorzien van een gelijkaardige cartouche zonder letters. De zijgevels zijn gelijkaardig opgevat doch eenvoudiger, de linker- met mogelijk later, rechthoekig benedenvenster in een vlakke omlijsting, de rechter- met één getoogd en drie rechthoekige vensters in dito omlijstingen.

Rechts sluit haaks een inspringende, lagere aanbouw aan onder zadeldak (mechanische pannen) met schild vooraan. Aan straatzijde vertoont dit element een gelijkaardige afwerking als bij de woonhuisvoorgevel, een aflijnende overhoekse en aan de rechterlangsgevel mogelijk ook een rechte muizentand, deels aangepaste, getoogde muuropeningen en een latere aanbouw onder plat dak.

De gelijkaardige, verankerde linkeraanbouw dateert van 1890 en vertoont dito muizentanden en deels aangepaste, getoogde en rechthoekige muuropeningen, waaronder een recente garagepoort.

Volgens informatie uit het beheersplan dat voor de woning werd opgemaakt, werd het interieur doorheen de tijd meermaals gerestaureerd, waardoor de elementen met erfgoedwaarde eerder beperkt zijn. Er bleef een beperkt aantal stucplafonds bewaard, naast een houten schouwmantel in de eetkamer. Deze bevat een schouwbetegeling van 56 vierkante wit-bruine tegels met Bijbelse thema’s. Mogelijk werden de tegels ooit gekocht en meegebracht uit Holland door terugkerende Teuten. Ze zouden zijn gemaakt in Rotterdam in het derde kwart van de 18de eeuw en zijn mogelijk uit een oudere woning afkomstig. De houten vloeren van de woning zijn historisch passend, maar werden plaatselijk wel doorheen de jaren vernieuwd.


Bron: ARCHITECTUUR-DEPOT 2022: Beheersplan Teutenwoning Tielen-Kerckhofs ‘Huis Spaas’ [online], https://plannen.onroerenderfgoed.be/plannen/1833 (geraadpleegd op 11 juni 2024)., Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/72025/106.1, Neerpelt: Teutenwoning Tielen-Kerckhofs (later Spaas) (DE HOUWER V. 2013).
Auteurs:  De Houwer, Veerle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Houwer V. 2024: Teutenwoning Tielen-Kerckhofs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/436215 (geraadpleegd op ).


Huis Spaas ()

In een ruime, na de Tweede Wereldoorlog ommuurde, van oude bomen, waaronder een rode beuk, voorziene Engelse landschapstuin gelegen dubbelhuis; vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (nok evenwijdig aan de straat, leien) met smeedijzeren windvaan, gebouwd in de periode 1870-80, volgens onuitgegeven notities van J. Schuermans in 1884, vermoedelijk door bouwmeester Baeten (Weert) of diens zoon. In 1890, uitbreiding met linkder aanbouw, alsook verlenging naar achter toe van de oorspronkelijke rechter vleugel. In 1951, uitbouw aan de achterzijde van het woonhuis met bekronend balkon en plaatsing van muurtje met ijzeren hekken tussen pijlers aan straatzijde. In 1993, ingrijpende verbouwing en restauratie.

Heden U-vormig complex. Witbeschilderde en aan de voorgevel bepleisterde baksteenbouw op gecementeerde plint met betraliede rechthoekige keldergaten; grotendeels bewaard houtwerk onder meer geprofileerde omlopende kroonlijst op consoles met acanthussen. Voorgevel gemarkeerd door op de eerste bouwlaag van imitatievoegen en op de tweede van paneelwerk met centrale rozetten voorziene hoeklisenen en middenrisaliet, waarboven centrale puntgevelvormige dakkapel met schouderstukken, smeedijzeren bekroning, paneelwerk met rozetten en rondboogvenster in een geprofileerde omlijsting met bladwerksluitsteen, ingeschreven in een mijterboogvormig spaarveld; horizontale accentuering door genoemde imitatievoegen, omlopende puilijst en doorlopende lekdrempels op de tweede bouwlaag, waartussen paneelwerk, gelijkaardige panelenfries met rozetten en afsluitende kroonlijst. Getoogde vensters in geprofileerde omlijstingen, onder de lekdrempels uitlopend in consoles met bladwerk, parellijst en diamantkop. Dito deur in omlijsting op hardstenen neuten met sierlijke sluitsteen voorzien van acanthussen, rol-, bladwerk en cartouche met ineengestrengelde letters C en S; hardstenen trap; het bekronende centrale venster voorzien van een gelijkaardige cartouche zonder letters. Gelijkaardig opgevatte, doch eenvoudiger zijgevels; linker zijgevel met mogelijk later, rechthoekig benedenvenster in vlakke omlijsting, rechter zijgevel met één getoogd en drie rechthoekige vensters in dito omlijstingen.

Interieur: voor onze streken zeer unieke schouwbetegeling van 56 vierkante wit-bruine tegels met bijbelse thema’s, in een houten schouwmantel in de linker voorkamer. Mogelijk werden de tegels ooit gekocht en meegebracht uit Holland door terugkerende Teuten. Ze zouden zijn gemaakt in Rotterdam in het derde kwart van de 18de eeuw en zijn mogelijk uit een oudere woning afkomstig.

Rechts, haaks aansluitend, inspringend, lager voormalig koetshuis onder zadeldak (mechanische pannen) met schild vooraan; aan straatzijde gelijkaardige afwerking als bij de woonhuisvoorgevel, aflijnende overhoekse en aan de rechtse langgevel mogelijk ook rechte muizentand, deels aangepaste, getoogde muuropeningen en latere aanbouw (jaren 1950?) onder plat dak. Gelijkaardige, verankerde linker aanbouw van 1890, met dito muizentand en deels aangepaste, getoogde en rechthoekige muuropeningen, onder meer recente garagepoort.

  • Het Liller Heem 11, 1993, p. 159-162, afb.
  • SCHUERMANS J., Onuitgegeven notities over kerk en omgeving te Sint-Huibrechts-Lille, Neerpelt, 1985.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Teutenwoning Tielen-Kerckhofs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80312 (geraadpleegd op ).