Zogenaamde molen Peels, naar Johannes Peels die de molen in 1935 aankocht, in de volksmond zogenaamd "het moleke" of "mulke". Aan het einde van een aarden weg gelegen en ten oosten door drie linden beschaduwd. Graan- en olieslagmolen gebouwd in 1844 door Louis Houben (1810-1889), telg uit een teutenfamilie en zoon van Wouter Houben, molenaar van de windmolen De Lilse Molen. Op 12 oktober 1933, felle beschadiging aan dak en muren van het molenhuis door een dijkbreuk van het kanaal. De langgestrekte hoeve, verbonden aan het molenhuis, werd niet meer hersteld, maar er werd een nieuw apart woonhuis opgetrokken. In 1935-55 bracht Johannes Peels kleine aanpassingen aan, waardoor de molen tevens gebruikt kon worden om boomstammen tot planken te verzagen. Na 1955, restauratie van de molen. Op 9 september 1964, akkoord van de familie Peels om het recht van opstuwing van het water af te staan aan de gemeente, waardoor niet meer gemalen kon worden.
Grotendeels verankerd bakstenen complex met losstaande bestanddelen onder zadeldak (mechanische pannen en golfplaten), bestaande uit een nieuw woonhuis ten zuidwesten, een molenhuis ten zuidoosten, een aan het molenhuis evenwijdig dienstgebouw ten noorden met ordonnantie stallingen-voormalige dwarsschuur en een dwars dienstgebouwtje ten westen. Daar in de Atlas van de Buurtwegen (1845) enkel het molenhuis met aansluitend het in 1933 vernielde woonhuis als een langgestrekt pand is aangeduid, dagtekenen beide dienstgebouwen uit de tweede helft van de 19de eeuw of het begin van de 20ste eeuw. Molenhuis van 1844 en niet van 1842, zoals verkeerdelijk door nieuwe jaartalankers is aangegeven in de noordgevel; verder ook X-vormige en krulankers. Rechthoekige muuropeningen op afgeschuinde lekdrempels; vernieuwd houtwerk. Oostelijke zijpuntgevel met gecementeerde onderbouw, beschieting, metalen molenrad en betonnen sluiswerk. Westelijke zijpuntgevel met houten kozijn in geveltop. Interieur van molenhuis: bewaard binnenwerk. Parallel dienstgebouw. Aan erfzijde, deels gecementeerde plint, aflijnende overhoekse muizentand, getoogde en deels aangepaste en gedichte rechthoekige muuropeningen, onder meer links recente garagepoort en rechts verlaagde voormalige schuurpoort, confer duimen. Blinde oostelijke zijpuntgevel. Westelijke zijpuntgevel met twee rechthoekige venstertjes in geveltop. Achtergevel met aflijnende rechte muizentand en rechthoekige muuropeningen onder houten lateien, onder meer twee bewaarde staldeuren. Dwars dienstgebouwtje met rechthoekige, deels gedichte muuropeningen onder houten lateien; grotendeels bewaard houtwerk, onder meer deur in houten kozijn; rechts ervan, later aanbouwsel, grotendeels van betonblokken, onder lessenaarsdak (golfplaten).
- Afdeling ROHM Limburg, Cel Monumenten en Landschappen, dossier nr. ?.
- Het Liller Heem, 2, 1, 1984, p. 18-20, foto van het in 1933 beschadigde molenhuis op p. 20; 9, 1991, p. 17-18, 20-21, 50 (tekening), 132-138, afb. op p. 133; 10, 1992, p. 30-35, afb. op p. 35; 16, 1998, p. 57-58, afb.
- Het “moleke” op de Warmbeek te Sint-Huibrechts-Lille, (Een verhaal over water en wind, 9, 31, 1997, p. 4).
- MOLEMANS J., Historisch-naamkundige studie van Sint-Huibrechts-Lille, St.-Huibrechts-Lille, 1976, p. 118, afb.
- STALMANS L., Sint-Huibrechts-Lille in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973, prentkaart nr. 19.