Heden leegstaand eclectisch hoekhuis; dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig aan de straat, kunstleien), opgetrokken in 1871 en verbouwd in 1905, vergroot met dienstgebouwen in 1892 (waarbij de oorspronkelijke achterbouw verdween) en 1903. Eertijds aan straatzijde voorzien van een ijzeren hek, confer oude afbeeldingen, links van het complex nog deels bewaard. Niet toegankelijk erf met oude linde en kastanjelaar.
Baksteenbouw met knipvoeg op geprofileerde gecementeerde plint; bewaard houtwerk, weliswaar vernieuwde kroonlijst; eclectische afwerking van witte natuursteen uit 1905 voor horizontaliserende balustrades, kraagstenen en diamantkopversiering van verticaliserende hoeklisenen en middenrisaliet, op de tweede bouwlaag licht vooruitspringend en centraal voorzien van colonnetten met Corinthische kapiteeltjes, waarboven rondbogige bekroning met flankerende gecanneleerde pilasters met dito kapiteeltjes, klauwstukken, geprofileerde schouderstukken en siervaas als topstuk. Aflijnende geprofileerde panelenfries. Getoogde muuropeningen met hardstenen lekdrempels en lateien, alsook bewaard hout- en traliewerk, in de middentravee ingeschreven in rondbogige spaarvelden met aanzet- en sluitstenen; bekronend rechthoekig dakvenster voorzien van diamantkoppen. De twee grotere benedenvensters uit de eerste helft van de 20ste eeuw, in plaats van de oorspronkelijk smallere beluikte, refereren aan de bestemmingswijziging van woonhuis naar café-feestzaal.
Links, gelijkaardig opgevatte aanbouw (1905) van één travee en twee bouwlagen onder plat dak met bekronend balkon, voorzien van een omlopende balustrade met siervaasbekroning; driezijdige erker met rondbogige muuropeningen, op de tweede bouwlaag voorzien van balkon met dito balustrade; gelijkaardig uitgewerkte, door halve lisenen geritmeerde linker zijgevel (1905) van vijf traveeën met centrale korfboogdeur. Veel eenvoudiger, verankerde rechter zijpuntgevel met vijf getoogde vensters. Gecementeerde achtergevel.
Interieur van het hoofdvolume met eenvoudige stucplafonds op de begane grond, drie mogelijk oorspronkelijke schouwmantels op de bovenverdieping, restanten van marmerschildering langs de trap en houtimitaties op de deuren.
Interieur van de aanbouw uit 1905 met neoclassicistische decoratie bestaande uit stucplafond, verdeeld in drie vakken met centrale rozetten en koof gevormd door een eierlijst, een festoenlijst en acanthusbladeren op de hoeken. De zuilen en pilasters in de erker hebben kapitelen met vrouwenhoofdjes.
Achter het huis, voormalige U-vormige stallen en koetshuis, ten noorden aan het woonhuis aangebouwd en ten westen met tweemaal verspringend gevelvlak, gemarkeerd door bouwnaden. Verankerde baksteenbouw, afgelijnd met overhoekse en rechte muizentand, onder gecombineerde zadeldaken (noordelijk deel en poortgebouw met Vlaamse pannen en de overige zuidelijke delen met golfplaten, overeenkomstig de bouwnaden); getoogde, rechthoekige en rondbogige, deels aangepaste en van houten lateien voorziene muuropeningen met grotendeels bewaard houtwerk; oostelijke korfboogpoort van een dubbele rollaag en een platte laag.
- Het Liller Heem, 4, 4, 1986, p. 17; 9, 1991, p. 104-109, prentkaart op p. 104; 17, 1999, p. 71-75, afb., prentkaart op p. 71.
- STALMANS L., Sint-Huibrechts-Lille in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973, prentkaarten nrs. 13, 28.
- VANDENBORRE [H.] & LAUWERS (Studiebureau) e.a., Studieonderzoek rehabilitatie woning Van Vlierden, onuitg. nota, Lovendegem, 2004