Alleenstaand gebouw, gelegen pal ten zuiden van de spoorlijn Antwerpen-Neerpelt; twee à drie traveeën en twee bouwlagen, uit eind 19de eeuw. Deze door de Grand Central Belge gebouwde wachterswoning was voorzien van twee kamers op het gelijkvloers en twee kleine slaapkamers onder het dak. Rond 1900, vergroting door de staatsspoorwegen tot zijn huidige vorm. In 1998, brand. In september 2002 waren zadeldakwerken aan de gang.
Baksteenbouw met gebruik van hardsteen voor trappen, kraagstenen en lekdrempels; grotendeels verdwenen houtwerk. De westelijke traveeën vormen een breedhuis, de oostelijke travee vormt een vooruit- en achteruitspringend diephuis. Laatstgenoemde met bakstenen kordons, rechthoekige en trapezoïdale spaarvelden. Veelal getoogde muuropeningen, deels onder bakstenen druiplijsten en deels gedicht. Zuidgevel van breedhuis met rechthoekige deur onder houten latei in een gecementeerde omlijsting, met deels gecementeerde trap. Oostelijke zijgevel van diephuis met geschilderd getal: 62. Vooraan ten zuidwesten aansluitend, analoog opgevat, lager parallel dienstgebouwtje. Ten zuiden, losstaand gelijkaardig uitgewerkt dienstgebouwtje, waarschijnlijk voormalig stalletje en wc.
- Afdeling ROHM Limburg, Cel Monumenten en Landschappen, dossier nr. 2002.
- VAN DER EYCKEN M., DE BOT H. & SCHUERMANS J., 125 jaar spoorwegen in Noord-Limburg, s.l., 1991, p. 71, 72.