Teksten van Pastorie van de Sint-Martinusparochie

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80376

Pastorie Sint-Martinusparochie ()

Historiek

De bouw van de pastorie werd in 1728 aangevat door pastoor Emmanuel de Rodier, een premonstratenzer kanunnik van Floreffe, ter vervanging van de 'oude pastorie', ingeplant op het Heesakker. Het ten zuidoosten van de huidige pastorie gelegen Heesakker behoort tot één van de oudste nederzettingen van Overpelt. De naam is een samenstelling van hees, 'kreupelhout' en akker, verwijzend naar een door grachten van laagstammig kreupelhout besloten akker, wellicht de primitieve, gemeenschappelijke dorpsakker van Overpelt.

Op de Ferrariskaart (1770-1778) is de pastorie aangeduid als een langgestrekt pand, gelegen op een deels omhaagd erf. In de Atlas van de Buurtwegen (1840-1845) is het gebouw ten noordwesten uitgebreid met twee haakse parallelle dienstgebouwen, het ene, gelegen aan de voormalige Kleine-Brogelstraat (heden Kloosterstraat), met één hoek rakend aan de pastorie, het tweede, gelegen in de richting van de kerk, net niet aan de hoek van de pastorie aanleunend. Beide haakse elementen zijn heden verdwenen.

Onder meer in 1907 werden herstellingen uitgevoerd aan de huidige pastorie. In 1924-1925 werd de haag rond de pastorietuin door een 2 meter hoge muur van 70 meter lengte vervangen. In de jaren 1950 werd het haakse bijgebouw, het zogenaamde 'pastorijzaaltje', dat rechts van de voortuin lag op de hoek met de Kloosterstraat en eveneens een wolfsdak bezat, getuige een oude foto, gesloopt. De pastorie werd circa 1973 gerestaureerd.

Beschrijving

De ten zuidwesten van de parochiekerk gelegen pastorie is opgetrokken in de voor deze streek zeldzame Maasstijl. Het is een alleenstaand hoekhuis met dubbelhuisopstand, van zeven traveeën en één bouwlaag onder een leien wolfsdak, met de nok evenwijdig aan de Kerkdijk. Het dak heeft vooraan waarschijnlijk vergrote en achteraan kleinere, originele dakkapellen, telkens vier in aantal, onder zadeldakjes met schild vooraan. Het gaat om een baksteenbouw op een licht verhoogde begane grond, met vooraan drie getraliede hardstenen keldergaten. Er is een aflijnende dubbele overhoekse muizentand. Het houtwerk bleef deels bewaard, onder meer de fraaie waaiervormige roedeverdeling van de binnen getraliede bovenlichten van voor- en achterdeur met sierlijke hardstenen steektrap met geprofileerde treden en originele smeedijzeren leuningen. De zijgevels vertonen vlechtingen, schouderstukken en telkens twee S-vormige ankers. De eertijds beluikte (getuige de duimen), rechthoekige muuropeningen zijn gevat in vlakke kalkstenen omlijstingen met negblokken in regelmatig verband en neg- of sponningbeloop.

De zijgevels hebben gelijkaardige, deels aangepaste rechthoekige muuropeningen, de linkerzijgevel met zijdeur en recente steektrap, de rechterzijgevel met gedichte rondbogige muuropening. De achtergevel is analoog aan de voorgevel.

Interieur

In de centrale gang zijn er rondbogige gordelbogen, die rusten op imposten en waartussen gedrukte koepelgewelfjes voorkomen. De brede binnendeuren zijn origineel. In de linkerkamer aan Kerkdijkzijde bevindt zich een schouw met gietijzeren haardplaat met wapenschild, jaartal 1735 en naam van Emmanuel de Rodier, alsook met houten schouwbalk en bekleding met Delftse tegels. In de rechterkamer vooraan is er een stucplafond met centraal motief bestaande uit bloementwijgen, gedragen door moerbalken rustend op consoles. In deze kamer bevindt zich tevens een witmarmeren schouw (neobarok?) en een eiken hangkastje in de hoek (18de-19de eeuw).

Omgeving

Vóór en achter de pastorie ligt de ommuurde pastorietuin.

  • PAUWELS D., 2005: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 19n 2. Provincie Limburg. Arrondissement Maaseik. Kanton Neerpelt, Brussel-Turnhout, 360-361.
  • S.N. 1973: Floreffe / 850 ans d’histoire. Vie et destin d’une abbaye de prémontrés (tent.cat.), Floreffe, 166.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/70000/D2597.1, Parochiekerk, pastorie en delen ursulinenklooster
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2012: Pastorie van de Sint-Martinusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159009 (geraadpleegd op ).


Pastorie van de Sint-Martinusparochie ()

Pastorie in Maasstijl, gelegen ten zuidwesten van de kerk. De bouw werd in 1728 aangevat door pastoor Emmanuel de Rodier, een premonstratenzer kanunnik van Floreffe, ter vervanging van de oude pastorie, ingeplant op het Heesakker. Onder meer in 1907, herstellingen. In 1924-25, vervanging van de haag rond de pastorietuin door een 2 meter hoge muur van 70 meter lengte. In de jaren 1950, sloping van het haakse bijgebouw, het zogenaamde pastorijzaaltje, dat rechts van de voortuin lag op de hoek met de Kloosterstraat en eveneens een wolfsdak bezat, confer oude foto. Heden is het linker deel van de pastorie als supplementaire woonst ingericht.

Aan Kerkdijkzijde, twee oude bomen en een later bakstenen muurtje met ijzeren toegangshek tussen bakstenen pijlers met hardstenen vaasbekroning; aan de Kloosterstraat, een rij populieren. Alleenstaand hoekhuis met dubbelhuisopstand; zeven traveeën en één bouwlaag, onder wolfsdak (nok evenwijdig aan de Kerkdijk; leien) met vooraan waarschijnlijk vergrote en achteraan kleinere, originele dakkapellen, telkens vier in aantal, onder zadeldakjes met schild vooraan, uit het tweede kwart van de 18de eeuw. Aan de Kloosterstraat en deels ten noordoosten van de pastorie, bakstenen muur van 1924-25, met dito pijlers en gecementeerde afwerking. Op de Ferrariskaart (1771-77) aangeduid als een langgestrekt pand, gelegen op een deels omhaagd erf, in de Atlas van de Buurtwegen (1845) ten noordwesten uitgebreid met twee haakse parallele dienstgebouwen, het éne, gelegen aan de voormalige Kleine-Brogelstraat (heden Koosterstraat), met één hoek rakend aan de pastorie, het tweede, gelegen in de richting van de kerk, net niet aan de hoek aanleunend. Beide haakse volumes zijn heden verdwenen.

Baksteenbouw op licht verhoogde begane grond; drie betraliede hardstenen keldergaten; aflijnende dubbele overhoekse muizentand; deels bewaard houtwerk, onder meer fraaie waaiervormige roedeverdeling van de binnen betraliede bovenlichten van voor- en achterdeur met sierlijke hardstenen steektrap met geprofileerde treden en originele smeedijzeren leuningen; zijgevels met vlechtingen, schouderstukken en telkens twee S-vormige ankers. Eertijds beluikte (confer duimen), rechthoekige muuropeningen in vlakke kalkstenen omlijstingen met hoekblokken en neg- of sponningbeloop. Zijgevels met gelijkaardige, deels aangepaste rechthoekige muuropeningen, de linkse zijgevel met zijdeur en latere steektrap tussen gecementeerde bakstenen muurtjes, de rechtse zijgevel met gedichte rondbogige muuropening. Achtergevel, analoog aan de voorgevel.

Interieur: centrale gang met rondbogige gordelbogen op imposten, waartussen gedrukte koepelgewelfjes; originele brede binnendeuren en behouden binnenluiken achteraan; in de linkse kamer, aan Kerkdijkzijde, schouw met gietijzeren haardplaat met wapenschild, jaartal 1735 en naam van Emmanuel de Rodier, alsook houten schouwbalk en bekleding met Delftse tegels; in de rechtse kamer vooraan, stucwerkplafonds met bloemversiering, gedragen door moerbalken rustend op consoles. Ten noordoosten van de pastorie, losstaand haaks later dienstgebouwtje, heden garage, onder zadeldak (golfplaten).

  • Drossaard Clercx feesten, Overpelt, 18-26 juni 1960, s.l., 1960.
  • CEULEMANS M. & VAN DEN PUTTE J., Overpelt in woord en beeld, Overpelt, 1986, p. 7, foto’s op p. 55, 82.
  • MOLEMANS J., Historisch-naamkundige studie van Sint-Huibrechts-Lille, St.-Huibrechts-Lille, 1976, p. 281.
  • SCHREURS R., SCHREURS G. & LEDEGEN G., Het Overpelt van vroeger, Overpelt, 1985, foto’s nrs. 6-7.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Pastorie van de Sint-Martinusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80376 (geraadpleegd op ).