Voormalige woningen voor kaderpersoneel. Twee in een ruime tuin gelegen analoge villa’s; dubbelhuizen van drie traveeën en twee bouwlagen onder gecombineerd zadeldak (mechanische pannen), van circa 1900. De linkse traveeën vormen een diephuis, de rechtse travee een breedhuis. Eertijds was het diephuis van nummer 119 voorzien van sierlijke houten windbergen en een bolbekroning, het breedhuis van twee dakkapellen met driehoekige frontonnetjes en vleugelstukken, in de plaats van de huidige veluxramen, confer oude prentkaart.
Baksteenbouw op gecementeerde plint met imitatievoegen en getoogde keldergaten; deels bewaard houtwerk, onder meer sierlijke windbergen bij nummer 1. Aflijnende rechte en overhoekse muizentand bij de twee panden, alsook geprofileerde waterlijst tussen beide bouwlagen en aflijnende getrapte baksteenfries bij nummer 1. Getoogde muuropeningen op hardstenen lekdrempels; voordeuren met behouden hout- en traliewerk, alsook hardstenen steektrap met gietijzeren leuningen bij nummer 119. Analoog opgevatte, doch eenvoudiger zij- en achtergevels. Achteraan, originele haakse aanbouwsels, onder verspringende zadeldaken (dito pannen), met aansluitende latere aanbouw onder plat dak. Achtergevel van nummer 119 met aangebouwde originele veranda onder plat dak met bewaard houtwerk onder meer sierlijk geprofileerde kroonlijst. Achteraan, twee recente losstaande open dienstgebouwtjes bij nummer 119 en nieuwe garage bij nummer 1.
- CEULEMANS M. & VAN DEN PUTTE J., Overpelt in woord en beeld, Overpelt, 1986, prentkaart op p. 27 (nummer 119).