Aan straatzijde door twee oude linden en drie dennen beschaduwde, alleenstaande langgestrekte hoeve met ordonnantie: dwarsschuur-stal-woonhuis met dubbelhuisopstand; zeven traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak (nokrichtingen loodrecht op en parallel aan de straat, kunstleien) met twee dakkapellen onder doorlopend dakschild, uit het interbellum.
Verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint; grotendeels bewaard houtwerk. Aflijnende rechte muizentand met dropmotief voor- en achteraan. Rechthoekige muuropeningen op beschilderde gecementeerde lekdrempels onder beschilderde betonnen lateien. Schuurpoort onder houten latei. Staldeur onder ijzeren I-balk. Blinde westelijke zijpuntgevel. Analoge achtergevel met rechthoekig keldergat, waarboven opkamer, en twee latere aanbouwsels onder lessenaarsdak (golfplaten).
Achter het woonhuis, ronde gecementeerde waterput. Ertegenover, ten zuiden, parallel bakstenen dienstgebouw onder aan straatzijde afgewolfd zadeldak (golfplaten en Vlaamse pannen); ordonnantie: gedeelte heden tot garage aangepast-bijkomende dwarsschuur met bewaarde verankerde poort. Oostelijke zijpuntgevel met beschieting. Achtergevel met recente aanbouw van cementblokken onder dito lessenaarsdak.