Achterin, aan een deels gekasseid erf gelegen, leegstaande, in 2001 sterk vervallen, langgestrekte hoeve met ordonnantie: ingestort gedeelte-koeienstal-woonhuis; heden vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen), in kern uit de 17de eeuw, volgens mededeling door F. Van Winkel; latere losstaande bestanddelen uit de tweede helft van de 19de en 20ste eeuw.

Moeilijk te situeren op de Ferrariskaart (1771-77), maar er waarschijnlijk aangeduid als een complex met drie losstaande bestanddelen, de twee meest ten noorden gelegen parallel aan elkaar en het zuidoostelijk deel haaks. In de Atlas van de Buurtwegen (1845) komen de twee evenwijdige gebouwen weer voor, met ten zuidoosten een veel kleiner dienstgebouwtje. Het parallelle deel, dat het meest ten zuiden is gelegen, correspondeert met de huidige hoeve, de andere bestanddelen zijn op dezelfde plaats door latere dienstgebouwen vervangen.

Met gewone en krulankers met dito spie verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint, deels met cementsteen opgehoogd, waardoor een iets minder steile dakhelling ontstond; deels bewaard houtwerk. Aflijnende rechte muizentanden voor- en achteraan. Rechthoekige muuropeningen op al dan niet gecementeerde bakstenen lekdrempels onder houten lateien, in de 19de eeuw deels vergroot. Originele verankerde korfboogvormige deuropening. Grotendeels betraliede en rondbogige stalvensters. Vooraan ten zuidwesten, latere aanbouw van betonplaten onder lessenaarsdak (golfplaten).

Oostelijke zijpuntgevel met vlechtingen, deels beluikt benedenvenster, gedichte korfboogdeur van een dubbele rollaag en een platte laag en twee bewaarde luiken in houten kozijnen in geveltop.

Achtergevel, ten noorden, met gelijkaardige verankerde, van gecementeerde dagkanten voorziene korfboogdeur en betralied getoogd keldergat, waarboven opkamer. Interieur met bepleisterde en beschilderde troggewelfjes tussen kinderbalken; huis en kamer met telkens 20ste-eeuwse schouw.

Losstaande, deels ingestorte, latere dienstgebouwen van cement- en baksteen onder zadeldaken (mechanische pannen en golfplaten): ten noorden, stallingen en dwarsschuur, annex open schob onder lessenaarsdak (golfplaten); ten zuidoosten, twee kleinere volumes; ten westen, fundamenten van verdwenen dienstgebouwtje of sporen van verdwenen mestvaalt en verderop door een oude kastanjelaar beschaduwd bakhuis met oven en aanbouw van betonplaten onder dito dak; getoogde en rechthoekige muuropeningen, deels onder houten lateien.