erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Trudo

bouwkundig element
ID
80492
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80492

Juridische gevolgen

Beschrijving

Laatgotisch georiënteerd bedehuis met latere aanpassingen, gelegen in het centrum van de dorpskern, vrijstaand en omgeven door een grasplein en parkeerplaatsen, in plaats van het vroegere kerkhof. Eertijds omgeven door het door een oude linde beschaduwde kerkhof, dat tevens een dodenhuisje telde, waarvan de stenen tafel later als altaarsteen werd ingemetseld in de muur ten oosten, tussen kerk en pastorie.

Ten noorden van een hulsthaag voorzien, ten noordwesten van een later bakstenen muurtje met hardstenen afwerking. Roepsteen naast de kerktoren, voor het voormalige afroepen van gemeentelijke verordeningen en mededelingen na de kerkdienst, tot circa 1960 in gebruik. Het betreft een nagenoeg halfronde blok van hardsteen, klaarblijkelijk een segment van een vroegere kerkpijler.

HISTORIEK

Oudste deel, namelijk middenbeuk, uit eind 15de eeuw; vernieuwing van koor, transept en zijbeuken circa 1500, voltooid in 1517, confer inscriptie op een wijdingssteen op één van de zuidelijke steunberen van de kerk, namelijk ten westen van het zuidportaal: SANC DOMINI/ CCCCCXVII. Het schip was oorspronkelijk maar half zo lang als het huidige.

Het zuidportaal, de oorspronkelijke toegang tot de kerk, was destijds achteraan de kerk gelegen. De toren sloot aan bij de westzijde van het schip. In 1609, wijding van drie altaren, naast het hoofdaltaar, namelijk van Onze-Lieve-Vrouw, de Heilige Balbina, Catharina en Lucia, en ten derde van het Heilig Kruis.

In 1687, restauratie van de gewelven van het schip. Vermoedelijk in de 18de eeuw, aanleg van een brede stoep van breuksteen en veldkeien, met als centraal motief een achtpuntige ster in een cirkel gevat, op zijn beurt ingepast in een groot vierkant. Het deel van de stoep ten oosten en ten westen van dit vierkant werd in 1996 opgeruimd bij “verfraaiingswerken” rond de kerk en vervangen door banale betonklinkers.

Begin 18de eeuw, erbarmelijke staat van het bedehuis, gevolgd door diverse herstellingswerken. In 1771, bouw van tribune en orgel, laatstgenoemde door Berens (Weert). Op 8 februari 1799, buitmaking door de Fransen van drie klokken en een deel van de gebroken tiendenklok. Krachtens een besluit van de centrale administratie op 9 februari 1799, teruggave van een klok voor het torenuurwerk. Op 31 mei 1802, eerherstel van kruisen en andere godsdienstige tekens; vergulding van bol en haan, die samen met het kruis op de toren werden herplaatst. Na het concordaat, reiniging en herstelling van de kerk, onder andere van het muurwerk van de toren. In 1806, gieten van twee nieuwe klokken, met gedeeltelijk hergebruik van brons van de voormalige tiendenklok.

In 1843-50, algemene restauratie naar ontwerp van provinciaal architect Lambert Jaminé (Hasselt), (1800-71). In 1881-83 herstelling van de toren naar ontwerp van architect Léon Jaminé (Hasselt), (1858-1921). In 1891, restauratie van het kerkschip. In 1893-95, herstelling van het koor, bouw van een nieuwe sacristie naar ontwerp van architect H. Martens (Stevoort, plan van 1893) en aanbrengen van hoogaltaar en communiebank. In 1903, binnenschilderwerken door kunstschilder Adolphe Tassin (Luik). Bij de vergroting naar het westen met drie traveeën in 1905, afbraak van de toren en plaatsing meer naar het noordwesten, naar ontwerp van architect H. Martens (Stevoort) en V. Lenertz (Leuven), (plannen van 1902, 1903 en 1905); gevelsteen in het westgevelvlak van de zuidportiek met inscriptie: ECCLESIA CREGIS DONIS/ AMPLIFICATA (de kerk werd vergroot door de giften van de kudde). Hierbij werd de hoofdingang verplaatst naar de westzijde van de nieuwe toren en werd de kerkhofmuur, nog zichtbaar in de Atlas van de Buurtwegen (1845), afgebroken. Volgens Meul en Jaminé gebeurde deze vergroting in de jaren 1904-07.

In 1906-10, muurschilderingen op muurvlakken en gewelfschilden door A. Tassin (Luik, ontwerpen van 1906-07). In 1908, plaatsing van een nieuw orgel door D’Hondt (Wolfsdonk). In 1933, wijding van het Heilig Hartbeeld ten noorden van de kerk, ter gelegenheid van de toewijding van de parochie aan het Heilig Hart. Op 1 september 1943, weghalen van de klokken Trudo en Josephus. Dat jaar, ingebruikname van een nieuw gemeentelijk kerkhof ten oosten van de kerk, in de Kerkhofstraat, de huidige Berkenlaan.

Na de Tweede Wereldoorlog, afbraak van vele woningen rondom de kerk. In 1957, schilderwerken, namelijk overschilderen van de houten tongewelven, en restauratiewerken aan het orgel, naar ontwerp van architect P. Ceelen (Helchteren). In 1967-68, vernieuwing van de vloer. In 1969, ontruiming van het oude verwaarloosde kerkhof rond de kerk met zijn vervallen muur; behoud van enkele merkwaardige grafstenen. Het oude kerkhof werd een graspleintje ten noordoosten van de kerk. Ter nagedachtenis aan een aantal in de periode 1891 tot 1943 overleden parochianen werd een dertigtal kleine arduinen naamstenen aangebracht in een nieuw gemetselde muur ten oosten van de kerk.

In 1973-76, dringende herstellingswerken onder meer gedeeltelijk hervoegen. In 1986, plaatsing van een nieuw mechanisch pijporgel. In 1986-95 en volgende, restauratiewerken aan daken, buitengevels, een deel van de westgevel en het glas-in-loodraam in de doopkapel, naar ontwerp van architect J. Kerkhofs (Eksel), (plannen van 1985); tevens herleggen van de veldstenen bestrating met achtpuntige ster aan de zuidingang. Voorjaar 1990, restauratie van de door stormwind beschadigde kerkhaan op bolbekroning. In 1992, reiniging en restauratie van het Heilig Hartbeeld ten noordwesten van de kerk. In juni-juli 1993, reiniging van vensters, glasramen en maaswerk en plaatsing van voorzetramen. In 2001-03, restauratiewerken (fase 3) aan de buitenkant, naar ontwerp van genoemde architect.

BESCHRIJVING

De plattegrond van de georiënteerde kruisbasiliek beschrijft een naar het noorden licht uitgebouwde toren ten noordwesten, een middenbeuk en twee zijbeuken van zes traveeën, een weinig uitspringend transept, een koor van twee rechte traveeën. Met driezijdige sluiting, een doopkapel ten zuidwesten, een portaal ten zuiden, een oude sacristie als bergplaats ten noordoosten en de huidige sacristie ten zuidoosten.

Materiaalgebruik voor de gehele kerk: baksteen; hardsteen voor afzaat van sokkel, water-, deklijsten, lekdrempels, kruisen en kruisbloemen als gevelbekroningen, afwerking van schouderstukken, deel van afwerking van ritmerende versneden steunberen (op elkaar gesteld aan de westzijde, overhoeks bij transept, koorsluiting, bergruimte en sacristie) en geprofileerde, accolade- en korfboogvormige omlijstingen van bergruimte en sacristie, laatstgenoemde met enkele bolkozijnen; mergelsteen voor speklagen van middenbeuk, daklijsten, maaswerk, geprofileerde omlijstingen met neg- en hoekblokken (uitgezonderd bij het koor) en deel van afwerking van steunberen. Bij gotisch gedeelte in Maasstijl: gebruik van gesinterde baksteen voor kruismotieven, namelijk naast zuidportaal en bij sluiting; Maaslandse kalksteen voor deel van speklagen. Bij neogotisch gedeelte: gebruik van hardsteen voor korfboogdeuromlijsting van westportaal, betraliede keldergaten en spitsboogomlijsting van westportaal van toren; mergelsteen voor steigergaten van toren. Middenschip, transept, bergruimte en sacristie onder verspringende zadel- (bij middenbeuk met vier dakkapellen met bolbekroning), zijbeuken onder lessenaarsdaken (leien), tussen aandaken met schouderstukken en, bij het transept, met vlechtingen; bewaard, deels benageld houtwerk, onder meer geprofileerde kroonlijsten; ijzerbeslag, gewone en lelievormige ankers.

Noordwesttoren van vier geledingen, de hoogste inspringend. Eerste geleding met spitsboogportaal met rechthoeklige deur ten westen en twee spitsboogvenstertjes ten noorden. Tweede geleding met telkens één dito tweelicht ten westen en noorden, met flamboyant maaswerk. Derde geleding met aan elke zijde drie gekoppelde lancetvensters, waarboven per twee gekoppeld drielobbig bekroond blind maaswerk. Vierde geleding met aan elke kant twee spitsbogige galmgaten met centraal uurwerk. Ingesnoerde naaldspits (leien) met vier dakkapellen, bolbekroningen, smeedijzeren kruis en windhaan.

Voorgevel van middenbeuk met spitsboogportaal bestaande uit een korfboogdeur en bekronende spitsboognis in kwartholle en afgeschuinde omlijstingen; sluitsteen van bladwerk en bloemen; stenen H. Hartbeeld; flankerende rechthoekige venstertjes met afgeschuinde neg onder accoladeboogvormige lateien; bekronend vijflicht met flamboyant maaswerk en lancetvenster met afgeschuinde neg in geveltop. Voorgevel van doopkapel met klein tweelicht. Zijgevels van midden- en zijbeuken, sluitingen van transept en twee rechte koortraveeën gemarkeerd door spitsbogige drielichten. Koorsluiting met dito tweelichten in een geprofileerde bakstenen omlijsting. Zuidportaal met twee gekoppelde rechthoekige deuren in geprofileerde omlijstingen met bekronende accoladeboog.

Bepleisterd en witbeschilderd interieur met basilicale opstand. Zuilen van Maaslandse kalksteen op achtzijdig basement en voorzien van gestileerde waterbladkapitelen lopen uit in mergelstenen pilasters met dito kapiteeltjes, waarboven spitsbogige gordelbogen en kruisribgewelven met mergelstenen ribben. Opstand van de drie westtraveeën naar analogie van de laatgotische. Gelijksoortige overkluizing van zijbeuken, aldaar rustend op colonnetten. Kruising met stergewelf. Beschilderde, houten tongewelven bij koor en transeptarmen, rustend op dito geprofileerde consoles, in koor voorzien van figuurtjes. Spitsbogige mergelstenen triomfboog op telkens twee gekoppelde halfzuilen. Straalgewelf in koorsluiting. Zuidportaal met kruisribgewelf, aldaar rustend op kraagstenen. Analoge overwelving van doopkapel.

Mobilair: Schilderijen met de voorstelling van de Hemelvaart van Maria door Pascal Latour (Luik, betaald in 1751) en de Aanbidding der Wijzen (1847) door Jan Swerts (1820-79); veelal neogotisch gepolychromeerde houten beelden: Heilige Machutus (15de eeuw), Calvarie (Limburg, atelier Meester van Elsloo,, 1530-40, in 1896 hersteld; kruis en triomfbalk vernieuwd), Onze-Lieve-Vrouw met Kind en druiventros staande op de maansikkel (deel van een marianum), (Limburg, Meester van Oostham, 1530-40), Onze-Lieve-Vrouw met Kind, afkomstig van een marianum (?), (Maasland, circa 1520, met vernieuwde kroon en afkomstig van het Heilig Grafklooster in Sint-Truiden), Sint-Barbara (Limburg, Meester van Oostham, 1530-40, afkomstig van de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-der-Armen te Eksel), Heilige Lucia van Syracuse (Limburg, 1500-20), Heilige Machutus (Limburg, Gelre, Meester van Elsloo, circa 1520), Sint-Rochus van Montpellier (Limburg, Gelre, Meester van Elsloo, 1520-30), Sint-Jozef met Jezuskind (19de eeuw?), Piëta (midden 19de eeuw?), Jezus aan het kruis (begin 20ste eeuw) en Heilige Trudo (datum ?); vier eiken medaillons in reliëf met de vier westerse kerkvaders (17de eeuw); geschilderd houten beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind (eerste helft 19de eeuw, mogelijk ouder); neogotische gepolychromeerde houten beelden van de Heilige Antonius van Padua (19de eeuw), Theresia van Avila (19de eeuw), Dominicus (19de eeuw) en Gerardus Majella, laatstgenoemde in 1919 geschonken na behouden terugkeer van soldaten na de Tweede Wereldoorlog, geleverd door de firma Billaux-Grossé (Brussel) en voorzien van een voetstuk gemaakt door schrijnwerker Jan Loenders (Eksel).

Beschilderd neogotisch hoofaltaar met retabel van witsteen, door het atelier Peeters (Antwerpen, plan van 1894), met Offer van Melchisedech, Calvariegroep en Laatste Avondmaal; dito zijaltaren van Onze-Lieve-Vrouw (eind 19de eeuw, plan van 1894) door hetzelfde atelier en van Sint-Jozef (19de eeuw).

Eiken meubelen: preekstoel (1680) met voorstelling van Zegende Christus met Kruis en vier evangelisten, penanttafel met wandstuk waarop Heilig Aanschijn (1681), twee rococobiechtstoelen door De Swert (1777), voorzien van medaillons met hoofd van Koning David psalmdichter en hoofd van Maria-Magdalena met zalfpot, alsook twee bidstoelen (circa 1800); neogotische eiken meubelen: huidig dienstaltaar met voorstelling van Christus en de Emmausgangers en Christus met de Samaritaanse vrouw bij de waterput, twee stoelen (19de - begin 20ste eeuw), orgelkast (plan van 1907), balustrade van orgeltribune en lezenaar. Doopvont met deksel van messing en roodkoper, waarop slang en beeld van Heilige Johannes de Doper (circa 1700); hardstenen wijwatervat (16de eeuw); orgel van 1907 door J.B. D’Hondt (Wolfsdonk), hersteld en omgebouwd door G. D’Hondt (Herselt); oude klok door Gobel Moer (1478 of 1528) en twee moderne klokken (1905).

Geschilderde kruisweg op doek gekleefd op koperplaat (1858-68) door Louis Hendrix (1827-88) uit Peer, de eerste volledige kruisweg die de schilder vervaardigde, vooral betaald door schenkingen van parochianen (1858-69), later gezet in nieuwe, eikenhouten omlijstingen (1913) door Karel Beyaert (Brugge); glasraam ter ere van vijf gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog door Colpaert (circa 1920), glasraam met voorstelling van Sint-Trudo met chronogram (1894); muurschilderingen door Godfried Guffens (1823-1901) uit Hasselt met voorstelling van Dood van de Heilige Jozef, Jezus die de kooplieden uit de tempel drijft, Kroning van Maria, Maria-Boodschap, Jezus in de Hof van Olijven, Verschijning van Jezus aan zijn Moeder, alsook de HH. Eva en Clara, Lutgart en de Zalige Margarita Maria Alacoque, Joannes Nepomucenus, Alphonsus de Ligorio, Thomas van Aquino, Augustinus, Ambrosius, Hieronymus, Gregorius de Grote, Bernardus, Willibrordus en de Zalige Joannes Baptista Vianney; muurschilderingen in de doopkapel door Gaston Wallaert (1889-1954) uit Hasselt (circa 1922) met het doopsel van Christus, Sint-Lambertus die het doopsel toedient aan de plaatselijke inwoners en Christus aan het kruis.

Tegen de kerkmuur: hardstenen grafkruisen van Drick Drickx alias Klas (= 1685), met kruisbeeld en doodshoofd, en Hendrick Ruelens (?), met Christusmonogram (= 1750); neogotisch hardstenen grafmonument van Sebastianus [achternaam?]. Ten zuiden: hardstenen grafmonument van oud-burgemeester J.B. Truyens (1835-1920) met palmtak en bekronend kruis. Ten noorden van de toren: in 1933 gewij stenen Heilig Hartbeeld op hardstenen sokkel, volgens inscriptie achteraan door H. Parentani (Brussel). Links onder de toren, hardstenen roepsteen.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Limburg, Cel Monumenten en Landschappen, dossier nr. 36.
  • Archief Afdeling Monumenten en Landschappen Brussel, plannenfonds Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, provincie Limburg, Eksel, Parochiekerk Sint-Trudo.
  • AGTEN C., Jubileumboek 1999. Heemkundige Kring Hechtel-Eksel. Wie zijn verleden wegveegt heeft geen toekomst, Hechtel-Eksel, 1999, p. 20-21, 217-227, afbn. (bijdrage van J. VAES, Een passie voor de Passie: de kruisweg van de Ekselse Sint-Trudokerk door Jan Lodewijk Hendrix).
  • AGTEN C., red. - JACOBS M., Inventaris van de graven op het oud kerkhof van Eksel, Hechtel-Eksel, 1999, p. 7-10, afbn. op p. 6, 14, 16, 17, 22, 24, 26, 56, 80, 90.
  • COENEN J., Kempische kerken. Kantons Bree en Peer, Hasselt, 1936, p. 40-41 (afb.), 49.
  • DANIËLS P. & PAQUAY J. (red.), Oudheidkundige inventaris der kunstvoorwerpen in kerken en openbare gebouwen, 6. Kanton Peer, Hasselt, 1928, p. 5-9.
  • de BORCHGRAVE d’ALTENA J., A propos de l'esposition "Les Madones du Limbourg", in Bulletin de la Société royale d'ARchéologie de Bruxelles, 14, 1936, p. 88, fig. 44: i.v.m. Calvarie van ca. 1500.
  • de BORCHGRAVE d’ALTENA J., Het kerkelijk meubilair in de Limburgsche kempen, in Verzamelde Opstellen uitgegeven door de Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 12, 2, 1936, p. 162, 208: i.v.m. de Calvarieberg, p. 202: i.v.m. beeld van St.-Rochus.
  • de BORCHGRAVE d’ALTENA J., Notes pour servir à l'étude d'art du Limbourg, in Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du Diocèse de Liège, 43, 1963, p. 76, 106-107.
  • DE DIJN C.G., Limburg. Kunst en cultuur in Limburg, 1. Belgisch Limburg, Hasselt, 1989, p. 151.
  • DE DIJN C.G., red., Het orgelbezit in de provincie Limburg, in Kunst en oudheden in Limburg, 16, St.-Truiden, 1976, p. 55.
  • DUSAR A., Beknopte beschrijving van de gerangschikte monumenten en landschappen op het grondgebied van de provincie Limburg, in De Tijdspiegel, 25, 1, 1970, p. 9.
  • DUSAR A., Limburgs kunstbezit. Van prehistorie tot classicisme, Hasselt, 1970, p. 138, 139, 168, 169, 171, 172, 226, ill. 140 op p. 173.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Neerpelt, Brussel-St.-Truiden, 1977, p. 17-19.
  • MEUL V. & JAMINÉ W., Van waterstaatskerk tot mijncité. Een historie van het bouwen in Limburg door drie generaties provinciale bouwmeester Jaminé (1832-1921), in Cultureel erfgoed in Limburg, 2, Hasselt, 1999, p. 222-223.
  • ROBYNS O., Geschiedkundige aanteekeningen betreffende Exel, in 't Daghet in het Oosten, 16, 1900, p. 165, 184-188; 17, 1901, p. 50-53, 55; 19, 1903, p. 59-60, 62, 89-90.
  • SIMENON G., Notes pour servir à l'histoire de paroisses qui dépendaient de l'abbaye de Saint-Trond, in Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du Diocèse de Liège, 17, 1908, p. 70-76.
  • S.N., 1000 jaar kerkelijke kunst in Limburg. Tentoonstelling uit het kunstpatrimonium van Belgisch en Nederlands Limburg, Hasselt, 1966, nr. 100 (i.v.m. Madonna op de maansikkel).
  • S.N., Gemeentelijk informatieblad Hechtel-Eksel, nr. 4, 1992, z.pag., afb.; nr. 4, 1993, z.pag., afb.
  • S.N., Godfried Guffens (1823-1901) en het Limburgs historisme, (tent.cat.), 2001, cat.nr. 58, ill. 62 (ontwerp voor zijaltaar door Pierre Peeters).
  • S.N., H. Martens, bouwmeester, Stevoort, 1983, p. 20.
  • S.N., Historische dorpswandeling Eksel, brochure, Hechtel-Eksel, 2001, p. 12-14, 15, afbn.
  • S.N., Jubileumboek 1994 van de Heemkundige kring Hechtel-Eksel. Een dorp met een verleden is een dorp met een ziel, Hechtel-Eksel, 1994, p. 151-163 (bijdrage van J. GERITS, Pastoor Hendrik Ceysens en de “besloten tijd” te Eksel).
  • S.N., Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland, (tent.cat.), 1990, catalogus II, p. 62, nr. 80., inventarisnrs. 226-232, afbn.
  • S.N., Lei en griffel, 1, 4, 1993, p. 8-13, afbn.; 3, 3, 1995, p. 82-85, afb.; 5, 1, 1997, p. 20-21; 5, 3, 1997, p. 88-92, afbn.; 5, 4, 1997, p. 115-117; 6, 1, 1998, p. 23-27, afb. op p. 27; 6, 4, 1998, p. 116-119; 9, 1, 2001, p. 16-21.
  • S.N., Maria-hulde. Mariale tentoonstelling ingericht door het paochiaal comité van de parochiale en dekenale toewijdingsfeesten van O. L. Vrouw te Eksel, Eksel, 1947, p. 16, nr.3.
  • S.N., Religieuze neogotiek in de Teutendorpen , (tent.cat.), Neerpelt, 1989, p. 56-63, afbn.
  • S.N., Sint-Trudo's erf. Religieuze kunst uit het kerkelijk gebied van de abdij Sint-Truiden , (tent.cat.), St.-Truiden, 1970, p. 62-64, pl. 16.
  • S.N., De zeven torens, 4, 1989, p. 73.
  • TIMMERS J.J.M., De kunst van het Maasland, dl. II, De Gotiek en de Renaissance, in Maaslandse Monografieën, 3, Assen, 1980, p. 70, 71, 105, 162, afbn 103, 104, 154.
  • VAES J., Louis Hendrix (1827-1888). Peer, passies en portretten, Peer, 2000, p. 73-81, afbn. 32-45.
  • VANDERMARLIERE G., De heerlijkheid van Exel in de achttiende eeuw, 3 dln., 1. De jaren 1700-1756, 3 dln, s.l.e.a., z. pag., passim, afbn van de oude kerk.
  • VERPOEST L., Neogotiek in Limburg, werkdocument 5/001 van Studiedag neogotiek in Noord-Limburg, Lommel, 9 juni 1990, p. 11.
  • Gegevens verstrekt door de Heemkundige Kring Hechtel-Eksel, 1997.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Trudo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80492 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.