Alleenstaand dubbelhuis, in een tuin gelegen en aan straatzijde van een meidoornhaag voorzien; drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (nok parallel aan de straat, kunstleien) met één centrale dakkapel met bolbekroning, van 1925, confer gevelsteen van cement met inscriptie: H.[endrik]G.[ielen]E.V./16-5-25, confer eigenaar-houthandelaar.
Verankerde baksteenbouw op onderaan gecementeerde, breukstenen plint; bewaard houtwerk onder meer geprofileerde kroonlijst op consoles en bovenlichten met gekleurd glas en rechthoekige roedeverdeling. Ritmerende lisenen en verbindende getrapte baksteenfries. Rechthoekige vensters op hardstenen lekdrempels onder ijzeren I-balken met rozetten; getoogde, beschilderde gecementeerde boogvelden. Getoogde deurportiek met hardstenen trap, granitovloertje en rechthoekige deur met behouden traliewerk onder dito I-balk.
Eenvoudiger zijgevels en achtergevel met getoogde muuropeningen, laatstgenoemde met aflijnende rechte muizentand. Achteraan, aansluitende, analoog afgelijnde L-vormige dienstgebouwen van verankerde baksteen onder gecombineerde zadeldaken (kunstleien), onder meer voormalig bakhuis, thans garage; grotendeels aangepaste, rechthoekige, deels gedichte muuropeningen; achteraan aangebouwde recente stallen onder zadeldak (golfplaten).
- Lei en griffel, 2, 4, 1994, p. 12-19.