De Stermolen is een vroeg-18de-eeuwse korenmolen van het type houten staak- of standaardmolen met halfopen voet. De molen in Eksel is een van de laatste nog bestaande staakmolens afkomstig uit westelijk Henegouwen die zich onderscheiden door de hoge molenkast, de zware constructie en het zadeldak. Aan straatzijde bevindt zich de molenaarswoning.
Het octrooi voor het oprichten van een windmolen op het gehucht Hoenrik werd in 1659 door prins-bisschop Gerard van Groesbeek verleend. De huidige molen is de opvolger van een eerste houten molen die in de nabije omgeving stond, maar die op 20 maart 1886 afbrandde en niet heropgebouwd werd. In 1901 werd de huidige 18de-eeuwse molen vanuit een dorp in de provincie Henegouwen naar Eksel via het spoor overgebracht. De naam verwijst naar de geschilderde windroos op de zijwand van de molenkast.
In 1977 kwam de molen in eigendom van de gemeente. In 1983-1984 werd de molen grondig gerestaureerd door de gebroeders Caers uit Retie, naar een ontwerp van architect Mathieu Driessen uit As: herstel van het gevlucht, de kapconstructie, de staart, de trap, het kruiwerk, het balkon, de bekleding van de molenkap met kunstleien, de bevloeringen van de zolders, de afdekking van de voet, de vervanging van de bakstenen teerlingblokken, metsel- en schilderwerken. De molen kreeg toen een nieuwe geklinknagelde binnenroede (fabr. Verhaeghe uit Ruddervoorde), de geklinknagelde buitenroede uit de eerste helft van de jaren 1920 (van dezelfde firma Verhaeghe) kon behouden blijven. Ook de naastliggende molenaarswoning werd toen hersteld.
In 1990 en vervolgens ook in 2005 gebeurden talrijke onderhoudswerken, in 2005 door molenbouwer John de Jongh (Veldhoven). In augustus 2006 draaide de molen voor het eerst weer na lange tijd stilstand. In 2010 werd de molenaarswoning aangepast tot een educatieve kinderattractie. In datzelfde jaar gaf het gemeentebestuur Adriaens Molenbouw (Weert, NL) de opdracht het molengebinte te herstellen en de oude trap en het balkon te vervangen. Ook de kruishaspel en een gedeelte van de staart werden vervangen en het molenmechanisme werd verbeterd. In 2012 onderging de molen opnieuw herstellings- en onderhoudswerken, uitgevoerd door dezelfde firma.
De Stermolen, gelegen op een door beukenhaag omgeven grasland, is een houten standaardmolen met halfopen voet onder een piramidevormig dak (gepotdekselde beplanking). Het onderstel heeft langwerpige bakstenen teerlingen. De geschilderde molenkast valt op door de hoogte en de zware constructie (zijwanden versterkt met vijf schoren in plaats van drie) en heeft een horizontale beplanking: de windzijde heeft een kleine baard, de zijwanden hebben loergaten. De staartzijde is voorzien van de inkom met balkon en twee korenluiken waarvan de bovenste zich onder de luikap bevindt. De molenkap met mansardekap (kunstleien) rust op modillons en is bekroond met een windwijzer. Het wiekenkruis heeft een gietijzeren askop, afkomstig van ijzergieterij Van Aerschot (Herentals), en is uitgerust met geklinknagelde roeden. De staartconstructie bevat een staart met een trap met dubbele leuning die eindigt op het balkon. Het kruiwerk gebeurt door middel van een kruihaspel met ketting en kruipalen.
De molen is een tweezolder met bewaarde maalinrichting. De molen herbergt twee koppels maalstenen (kunststeen-blauwe hardsteen), waarvan één in gebruik is. Het vangwiel heeft een blokvang, bediend met een evenaar. Het voorwiel is nog een armwiel, met enkele armen doorheen de molenas. Het achterwiel is uitgevoerd als een stropwiel (met dubbele kruisarmen omheen de as), maar het is nog duidelijk te zien dat dit vroeger ook een armwiel was.
De nabijgelegen verankerde baksteenbouw van drie traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak (nok evenwijdig aan de straat, mechanische pannen) deed vroeger dienst als molenaarswoning met magazijn. Het hoofdvolume heeft een lagere aanbouw onder zadeldak en een gevelbrede afhang onder lessenaarsdak. De kopgevel is opengewerkt met getoogde en rechthoekige muuropeningen.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle; Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Sadeleer S. & Pauwels D. 2020: Site Stermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/360796 (geraadpleegd op ).
Stermolen, naar de op de zijwanden geschilderde windroos. Houten windmolen van het type staak- of standaardmolen, gelegen in een door een beukenhaag en ijzeren hek tussen bakstenen pijlers omgeven grasland. Opvolger van de houten molen die in de 16de eeuw in de omgeving van de standplaats van de huidige molen werd opgetrokken, maar die in de tweede helft van de 19de eeuw afbrandde.
In 1901, overbrenging van de huidige molen uit het begin van de 18de eeuw, vanuit een niet met zekerheid bekend dorp in de provincie Henegouwen naar Eksel. Bij heropbouw, hernieuwing van de daktimmer.
In 1954, verwijdering van een raam en sedertdien malen met twee wieken. Tot 1970 in gebruik.
In 1983, restauratie, namelijk herstel van gevlucht, kapconstructie, staart, trap, kruiwerk, galerij, bekleding van molenkap met kunstleien, bevloeringen van zolders, afdekking van voet, vervanging van de bakstenen teerlingblokken, metsel- en schilderwerken.
In 1990, herstellingswerken, onder meer tegengaan van zwamvorming, scherpen van de molenstenen, verstevigen van de trap, vervangen van 52 tandraderen en verfbeurt. De Waals-Henegouwse groep staakmolens kenmerken zich door hun hoge molenkas, zware constructie en zadeldak. Door ijzeren windwijzer bekroonde molenkap op geprofileerde consoles. Galerij met rechthoekige deur, waarboven twee luiken, het bovenste onder zadeldakje.
Interieur: meelzolder, steenzolder met dubbele maalinrichting.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Site Stermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80520 (geraadpleegd op ).