erfgoedobject

Abdijhoeve

bouwkundig element
ID
80541
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80541

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Abdijhoeve
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Kelchterhoef, gelegen ten zuidoosten van de Meulebeek. De naam is een samenstelling van Calechtre en hova, met als betekenis een landbouwuitbating rondom een hof of winning.

Historiek

In 1228 schonk de jonge graaf Arnold IV van Loon grond en moeras, waar zich voordien een bos met de naam Calechtre bevond, aan de Norbertijnen van Floreffe, die er al Hengelhoef uitbaatten, tegen een jaarlijkse cijns. Het hof van Hengelo werd hierdoor uitgebreid met wat later Kelchterhoef zou worden.

Op de nabije akkers werden bieten, koren en boekweit verbouwd. De schapen- en bijenteelt op de omliggende heidegronden, de viskweek in de vennen, de houtbouw in de bossen zorgden voor bijkomende inkomsten.

Op 5 augustus 1798 werd Kelchterhoef, toen een domein van 48 bunders of circa 40 hectare, als zwart goed verkocht aan J.A. Mamin of Momin van Maastricht. Het goed werd als volgt omschreven: Helchterenhoeve (sic): 70 kleine roeden omheinde oppervlakte met 18, 25 bunders land, 5, 25 bunders weide, 20 bunders heide, twee bunders dennenbos, anderhalve bunder moeras en driekwart bunder vijvers.

In 1850 werd baron Moreau de Bellaing uit Antwerpen de nieuwe eigenaar. Hij voerde verbouwingswerken uit in 1851 en gaf de abdijhoeve haar huidige vorm. Vermoedelijk verdween toen de westvleugel van het aanvankelijk gesloten complex.

In 1954 kocht de gemeente het domein van circa 197 hectare terug van de adellijke familie. Daarna groeide het uit tot een recreatiepark met onder meer een automuseum.

De abdijhoeve werd in 1969 omgebouwd tot een restaurant met feestzalen en café-terras, Abdijhoeve genoemd. Het westdeel van de poortvleugel, met vermoedelijke voormalige dwarsschuur, kreeg woonfunctie. Op 11 juli 1981, brand. Het restaurant werd heropend op 10 april 1982, confer houten plaatje in de doorgang van de poort.

Op de Ferrariskaart (1771-77) wordt het complex C(en)se et Cabaret Kelchterhoef genoemd, zoals bij Hengelhoef in de betekenis van pachthoeve en etablissement waar men drank en eventueel maaltijden serveert. De hoeve is er gesloten weergegeven en omringd door een omhaagde boomgaard met verderop omhaagde akkers. Enkele vijvers bevinden zich ten zuiden in een moerassig gebied.

In de Atlas van de Buurtwegen (1845) komt ongeveer dezelfde configuratie voor, met een zuiddoorgang en een ten noorden gelegen, thans verdwenen bakhuis. De hoeve heet aldaar Kelchterenhoef.

Beschrijving

De hoeve is thans U-vormig, met een opening ten westen en latere tot recente aanbouwsels ten noordwesten en ten noorden. De één bouwlaag tellende poortvleugel, met vermoedelijke voormalige dwarsschuurpoort aan erfzijde, bevindt zich ten zuiden, de voormalige woonvleugel van anderhalve bouwlaag ligt ten oosten en de dito stallingen van anderhalve bouwlaag ten noorden. Het oostdeel van de stalvleugel fungeerde eertijds ook als woonst, het oostdeel van de poortvleugel vermoedelijk ook. Recent gekasseide oprit en dito café-terras op het erf.

Rondom het complex treft men onder meer oude beuken, eiken en kastanjelaars aan. Aan de overzijde van de straat staat een uitgeholde eeuwenoude eik, mogelijk 750 jaar oud, waaraan een beschilderd houten kapelletje is opgehangen, met een Onze-Lieve-Vrouwebeeldje achter glas.

Aanvankelijk was de hoeve, die in kern teruggaat tot 1642, confer jaartalinscriptie op balk boven de vermoedelijke voormalige schuurpoort, opgetrokken in stijl- en regelwerk met lemen vullingen. Later kwam het versteningsproces op gang. Vakwerk met witbeschilderde, deels bepleisterde bakstenen vullingen is nog waar te nemen in de erfzijde- en westgevel van de poortvleugel, eeestgenomde met vier traveeën in vakwerk, in de doorgang van de poort, in het grootste deel van de woonvleugel en in het voormalige woongedeelte van de stalvleugel. Op beide laatste plaatsen is het stijl- en regelwerk echter sterk "gerenoveerd" en in regelmatige patronen aangepast. Voor het overige witbeschilderde, deels bepleisterde, met gewone en krulankers verankerde bakstenen gebouwen. Het geheel op gepikte plint en onder gecombineerde zadel- en lessenaarsdaken (mechanische pannen). Deels nieuwe en aangepaste, rechthoekige, rondbogige en getoogde muuropeningen, deels onder houten lateien, met vernieuwd houtwerk.

Poortvleugel met gedrukte rondboogpoort in een zwartbeschilderde omlijsting. Deze vleugel is aan de buitenzijde verder blind. Doorgang met recente vlakke houten zoldering op kinderbalken. Rechthoekige poort aan erfzijde, met ten oosten ervan een verankerde rondboogdeur van een dubbele rollaag en een dubbele platte laag, geflankeerd door twee betraliede kloosterkozijnen. Ten westen, origineel aanbouwsel in analoog vakwerk.

Oostvleugel met aan de buitenkant links een gedichte rondboogdeur van een dubbele rollaag, een platte, een rol- en een platte laag. Het linkerdeel van deze vleugel is thans volledig blind. Noordaanbouw met sporen van vakwerk.

Ten noorden, voormalige stallingen met aangepaste benedenvensters, confer oude foto. Blinde linkerzijpuntgevel vroeger voorzien van twee rechthoekige vensters in geveltop, confer oude foto. Volgens een oude postkaart van circa 1925 bevond er zich eertijds links van de stallingen een bredere aanbouw onder lessenaarsdak, op de plaats van de huidige, waarschijnlijk smaller gemaakte aanbouw, annex recente feestzalen "in stijl".

Ten noorden van de stalvleugel werden veel later tot recent aanbouwsels opgetrokken. Daar bevindt zich tevens een losstaand bepleisterd en beschilderd bakstenen dienstgebouwtje, gezien de schouw mogelijk een bakhuis, onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit eind 19de - begin 20ste eeuw, met rechthoekige muuropeningen onder houten lateien.

  • BROUWERS L. & BOGAERTS W., Kapelletjesroute van Houthalen-Helchteren, Houthalen-Helchteren, s.a., p. 15, afb.
  • BUSSELS M., Houthalen in het verleden, in Gemeentekrediet van België, 19, 1965, p. 60.
  • DE DIJN C.G., red., Houthalen-Helchteren /Cultuurhistorisch verleden, in Kunst en Oudheden in Limburg, 22, St.-Truiden, 1979, p. 25, 50, 60 (document nr. 50)
  • MERTENS J., Geschiedenis van Houthalen. Studie van het dorp en de parochie tijdens het Oud Regime, Houthalen-Helchteren, 1983 (met verdere bibliografie) p. 23-55, 75, 233, afbn. op p. 42.
  • MOLEMANS J., De nederzettingsnamen in het land van Vogelzang, in Naamkunde, 14, 1982, p. 32.
  • THOMAS R., Tussen schachttoren en steenstort. Oorsprong en verleden rond de Zwarte Berg, zijn zwart goud en de mijnwerkers die er leefden, s.l., 2002, p. 29, 40-41.
  • VAN DE WEERD H. , De invloed van de abdijen op de Kempen, in Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 3, Hasselt, 1927, p. 18.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    (Knot)eiken in Kelchterhoef

  • Is gerelateerd aan
    Kapelboom Kelchterhoef

  • Is gerelateerd aan
    Kastanjedreef Kelchterhoef

  • Is deel van
    Houthalen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Abdijhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80541 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.