Zuidoost-noordwest georiënteerd bedehuis van 1954. Traditionele elementen zijn de volumewerking en de gotische spitsboog in het interieur. Links van de kerk, van een bronzen helm met lauriertak voorziene, granieten gedenkplaat in een hardstenen omlijsting, op haar beurt gevat in een korfboogvormige baksteenbouw, met inscriptie: TER HERINNERING/ ROMAIN SURINX/ RESERVE/ LUITENANT/ SCHOOLHOOFD/ GEVALLEN VOOR/ ’T VADERLAND/ [O]P 25 MEI 1940.

De plattegrond beschrijft een voorgebouwd inspringend portaal, een driebeukig schip van vijf traveeën en een inspringend koor van één rechte travee met vlakke sluiting, links geflankeerd door de sacristie, rechts vermoedelijk door een bergruimte. De aanbouwsels aan de derde travee omvatten de biechtstoelen.

Baksteenbouw met gecementeerde afwerking voor afzaat van sokkel, afgeschuinde lekdrempels, aanzetstenen en afwerking van de ritmerende afgeschuinde steunberen. Verspringende, licht geknikte zadeldaken (kunstleien) met vernieuwde kroonlijsten en vierkant zuidoostelijk dakruitertje met ijzeren kruis. Lager voorportaal met getoogde vleugeldeur in afgeschuinde omlijsting waarboven drie gekoppelde getoogde vensters. Zijgevels van voorportaal en schip met per twee gekoppelde dito vensters. Zijgevels van lager koor met telkens één analoog venster. Sluiting met latere aanbouw .

Interieur van baksteen, volledig bepleisterd en witbeschilderd in het koor. Typische overkluizing door middel van een bepleisterd en witbeschilderd spits tongewelf op dito gordelbogen, rustend op kruisvormige bakstenen pijlers met beschilderde bepleisterde afwerking van basement en impost.

Smalle zijbeuken met analoog afgewerkte vlakke zoldering, gelijkaardige pilasters en spitsbogige gordelbogen. Dito triomfboog en scheiboog tussen schip en orgeltribune.

Mobilair

Enkele gipsen beelden van Sint-Antonius, Onze-Lieve-Vrouw, Heilig Hart en waarschijnlijk Sint-Jozef; altaar van travertijn; later dienstaltaar van hout en metaal; twee eiken biechtstoelen.