Alleenstaande villa van drie traveeën en twee bouwlagen onder gecombineerde wolfsdaken (mechanische pannen), uit het begin van de 20ste eeuw of het interbellum.
De linkertravee vormt een diep-, de overige traveeën een breedhuis. Baksteenbouw op breukstenen sokkel met betraliede keldergaten. Vernieuwde kroonlijst, ramen en deur. Omlopende beschilderde bepleisterde muurbanden ter hoogte van dito lekdrempels en lateien en analoog uitgewerkte hoekblokken van rechter benedenvenster.
Diephuis met driezijdige erker op de begane grond met bekronend balkon met balustrade en deurvenster. Quasi rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken. Deur met hardstenen steektrap. Analoge doch eenvoudiger zijgevels en achtergevel. Westzijgevel met latere aanbouw onder lessenaarsdak. Oostzijgevel met eveneens een driezijdige erker. Achtergevel met lagere haakse aanbouw onder zadeldak (dito pannen) en latere aanbouw onder plat dak, waarbij twee deels originele, deels aangepaste garages aansluiten.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout. Auteurs: Pauwels, Dirk Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)