Mijnwerkersschool, zogenaamd Technisch Instituut Kempisch Bekken (TIKB). Herbergt thans maatschappelijke diensten. Na de mijnramp in Marcinelle op 8 augustus 1956 rezen de mijnwerkersscholen uit de grond, zo ook in Houthalen. Het TIKB ligt ten noordoosten van het hoofdgebouw. Meer vooruitstrevende mijnwerkersschool van 1957-58, naar ontwerp van architect I. Isgour (Brussel), met als architect-medewerker F. Bogaert (Lanaken). Natuurstenen muurtjes aan straatzijde.
Sterk opvallende constructie: betonskelet ingevuld met hardstenen sokkel, geprefabriceerde silexplaten, metalen ramen en deuren. Vooral bij de haakse turnzaal aan straatzijde is de structuur duidelijk zichtbaar. Muren en plat dak van deze zaal zijn aan U-vormige betonnen elementen opgehangen, waaronder het gebouw als geschoven lijkt.
Bij de parallel aan de straat gelegen hoofdvleugel van één à twee bouwlagen ligt het plat dak bovenop de structuur en is de constructie in het interieur leesbaar door een ritme van losstaande kolommen en balken. Straatzijde met portiek en hoofdingang met luifel. De erfzijde van de hoofdvleugel vertoont een latere aanbouw met een portiek rustend op I-balken.
Ook de ten noorden aansluitende open autostallingen zijn van latere datum. Nog meer ten noorden sluit een eenvoudige, mogelijk oudere baksteenbouw aan onder twee parallelle zadeldaken (golfplaten), die de "Route" herbergt, een elektriciteits- en mechanica-afdeling.
In het uiterste noorden bevindt zich de losstaande carrosserie-afdeling van baksteen en beton onder plat dak. De dwars op de hoofdingang gelegen westvleugel omvat twee bouwlagen met klaslokalen, die met grote ramen ten zuiden uitzien op het hoofdgebouw van de mijn. Aan de zijde van de speelplaats ten noorden zijn de gangen gesitueerd die op trappenhuizen uitgeven. Het complex is omwille van zijn oriëntatie en grote horizontaliserende raampartijen bijzonder transparant.
Enkele jaren na de opening van de school was het aantal leerlingen reeds zo fel gestegen dat uitbreiding noodzakelijk was. Aan de haakse klaslokalenvleugel werd ten westen in het verlengde een analoog gebouw geschakeld.
Opvallend is het open ruimteconcept. Het K.L.J.M. is intern georganiseerd volgens een seriële logica: alle lokalen - met gestandaardiseerde afmetingen - zijn geschakeld langs een circulatieroute die het verbindend element vormt tussen de deelgebouwen en de centrale overdekte speelplaats.
De constructie van de hoofdvleugel is in het interieur leesbaar door een ritme van losstaande kolommen en balken Het interieur toont – gelijkaardig aan het exterieur – een rationeel materiaalgebruik. De trappartijen zijn uitgevoerd in geprefabriceerde elementen in marmeraggregaat, met wanden in granito en leuningen in ijzer. De gangen en de overdekte speelplaats hebben vloerbedekking in marmeraggregaat, terwijl de lokalen zijn voorzien van keramiektegels. Door de grote bandramen is het K.L.J. M. een bijzonder transparant gebouw. Sommige gevels zijn zelfs volledig doorzichtig. Zo vloeit de overdekte speelplaats over in de buitenspeelplaats en de speelvelden. In het interieur heerst een uitgesproken gevoel van ruimte en openheid. Ook hier is het betonskelet duidelijk leesbaar door het ritme van zuilen en wanden. De vrijstaande zuilen zijn vormgegeven als ronde zuilen.
Het modernisme van het K.L.J.M. houdt geen brutale confrontatie in, maar beoogt aangename, klare en functionele ruimtes te creëren met alle aandacht voor modern comfort (akoestiek, hygiëne, licht, lucht, ... ). Zo zijn alle zolderingen bekleed met geluidwerende platen (soundexplaten) met ingewerkte lichtpunten voor tl-lampen, en zijn de scheidingswanden tussen de lokalen opgebouwd uit een geluidsisolerend scherm in glaswol tussen dubbele muren. Het K.L.J.M. is een volledig uitgerust gebouw: alle lokalen hebben een wasbak en centrale verwarming (op steenkool). Isgour ontwierp ook de inrichting: kasten in triplex met staanders in staalbuizen voor de klaslokalen, meubels in teak- en notenhout voor het kantoor van de directeur. Zitbanken voor de sportzaal en de kleedruimtes vervolledigden het zeer sobere en functionele interieur. Van deze inrichting bleef vandaag de dag geen spoor over.
Auteurs: De Houwer, Veerle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Houwer V. 2024: Mijnwerkersschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/436636 (geraadpleegd op ).
Mijnwerkersschool, zogenaamd Technisch Instituut Kempisch Bekken (TIKB). Herbergt thans maatschappelijke diensten. Na de mijnramp in Marcinelle op 8 augustus 1956 rezen de mijnwerkersscholen uit de grond, zo ook in Houthalen. Het TIKB ligt ten noordoosten van het hoofdgebouw. Meer vooruitstrevende mijnwerkersschool van 1957-58, naar ontwerp van architect I. Isgour (Brussel), met als architect-medewerker F. Bogaert (Lanaken). Natuurstenen muurtjes aan straatzijde.
Sterk opvallende constructie: betonskelet ingevuld met hardstenen sokkel, geprefabriceerde silexplaten, metalen ramen en deuren. Vooral bij de haakse turnzaal aan straatzijde is de structuur duidelijk zichtbaar. Muren en plat dak van deze zaal zijn aan U-vormige betonnen elementen opgehangen, waaronder het gebouw als geschoven lijkt.
Bij de parallel aan de straat gelegen hoofdvleugel van één à twee bouwlagen ligt het plat dak bovenop de structuur en is de constructie in het interieur leesbaar door een ritme van losstaande kolommen en balken. Straatzijde met portiek en hoofdingang met luifel. De erfzijde van de hoofdvleugel vertoont een latere aanbouw met een portiek rustend op I-balken.
Ook de ten noorden aansluitende open autostallingen zijn van latere datum. Nog meer ten noorden sluit een eenvoudige, mogelijk oudere baksteenbouw aan onder twee parallelle zadeldaken (golfplaten), die de "Route" herbergt, een elektriciteits- en mechanica-afdeling.
In het uiterste noorden bevindt zich de losstaande carrosserie-afdeling van baksteen en beton onder plat dak. De dwars op de hoofdingang gelegen westvleugel omvat twee bouwlagen met klaslokalen, die met grote ramen ten zuiden uitzien op het hoofdgebouw van de mijn. Aan de zijde van de speelplaats ten noorden zijn de gangen gesitueerd die op trappenhuizen uitgeven. Het complex is omwille van zijn oriëntatie en grote horizontaliserende raampartijen bijzonder transparant.
Enkele jaren na de opening van de school was het aantal leerlingen reeds zo fel gestegen dat uitbreiding noodzakelijk was. Aan de haakse klaslokalenvleugel werd ten westen in het verlengde een analoog gebouw geschakeld.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Mijnwerkersschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80575 (geraadpleegd op ).