Voormalig hotel, tot in 1996 bestemd voor opvang van ingenieurs die tijdelijk voor de mijn werkten en van bezoekers. Thans is het gebouw in appartementen onderverdeeld.
Vier à vijf traveeën en twee bouwlagen onder gecombineerde zadeldaken (mechanische pannen) met zuidelijke dakschild en markante schouw ten noorden, van 1950 en naar ontwerp van architect I. Isgour (Brussel), die de opdracht kreeg van privé-personen en niet van de mijndirectie. Het voormalige hotel behoort tot Isgours “klassieke” periode, vooraleer hij meer vooruitstrevend begon te werken.
Witbeschilderde baksteenbouw, volgens bewoners met betonskelet, op sokkel van donkere baksteen in alternerend metselverband; deels bewaard houtwerk, onder meer geprofileerde kroonlijst op dito consoles. De rechtertravee, met van een metalen leuning en schoren voorzien rechthoekig betonnen balkon op de tweede bouwlaag, is verder voorzien van een tegen de gevel geplaatste houten bank op betonnen onderbouw en loopt uit in een puntgevel met getrapte schouderstukken. Deels beluikte rechthoekige en getoogde muuropeningen, het rechter benedenvenster gevat in een afgeschuinde omlijsting op geprofileerde consoles. Zuidzijgevel met gedichte voormalige hotelingang onder geschoord afdak. Blinde noordelijke zijpuntgevel. Achtergevel met oorspronkelijke, aan de rechter travee aangebouwde, driezijdige erker op een sokkel in visgraatverband, een van een recente trap voorziene middenrisaliet en een recent balkon rechts op de tweede bouwlaag. Achteraan leidt een bakstenen trap naar de kelder.
Interieur: betonnen cassetteplafond in inkomhal; keuken met terrazzovloer, geglazuurde witte wandtegels en originele houten kasten. De rest van het interieur werd aangepast.
- DRIESSEN S. 1999: Isia Isgour, architectuur (tentoonstellingscatalogus), Houthalen-Helchteren, 15.