Wat schuin ten opzichte van de straat gelegen, alleenstaande langgestrekte hoeve met ordonnantie: stal-woonhuis met dubbelhuisopstand; tien traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (kunstleien bij woonhuis, golfplaten bij dienstgedeelte), naar verluidt van 1925.
Bij dienstgedeelte van gewone ankers en bij woonhuis van sierankers voorziene baksteenbouw op gecementeerde plint; houtwerk vernieuwd of vervangen door pvc. Aflijnende rechte muizentand bij dienstgedeelte voor- en achteraan. Beluikte, getoogde muuropeningen op gecementeerde lekdrempels. Rechthoekige stalvenstertjes onder betonnen lateien. Blinde westelijke zijpuntgevel. Oostelijke zijpuntgevel met hoefijzervormige ankers en twee getoogde venstertjes in geveltop. Achtergevel met analoge muuropeningen, onder meer getoogd keldergat, schuifpoort en aangepaste staldeur.
Interieur met bewaarde cementtegelvloeren, binnendeuren en twee marmeren schouwen in de voorste kamer, waar de voordeur direct op uitgeeft. Achteraan het erf, losstaand, parallel, grotendeels door klimop begroeid, verankerd bakstenen dienstgebouw van latere datum, confer rodere baksteenkleur, met enkele bewaarde deuren.
- B.P.A. “Herwaardering oude landbouwnederzettingen”. Selectie van sites op te nemen in de eerste fase van het B.P.A., onuitg. studie, Peer, 2001, nr. LI22, afbn.