Dit voormalig stadshoevetje met oude kern heeft traditionele architecturale elementen en deed oorspronkelijk dienst als armenhuisje.
Historiek
Het voormalige stadshoevetje dateert in zijn huidig uitzicht uit het einde van de 19de of het begin van de 20ste eeuw, doch is waarschijnlijk ouder in kern, daar in de Atlas van de Buurtwegen (1845) op deze plek al een langgestrekte bouw voorkomt. Volgens J. Stinissen (1997) stond hier één van twee armenhuisjes, die Mechtildis Goedens in 1461 aan de armentafel schonk, waarnaar de naam refereert.
Het armenhuisje hoorde in de 18de eeuw achtereenvolgens toe aan Jacobus Ghijbels, chirurgijn en herbergier op ‘t Bergske (akte van 1741), Jan Houben, brouwer, schepen en burgemeester (idem dito), Dionijs Lemkens-Verheyen (akte van 1744), diens twee dochters, de Armentafel van Peer (akte van 1768) en schaliedekker Simon Ketelbuters (akte van 1792). Uit de akte van 22 februari 1768 blijkt dat schepen Jan Houben, gehuwd met Geertruyt Janssen bij testament van 30 april 1749 aan de Armentafel van Peer de twee huisjes met de hof in de Kloosterstraat hadden gelaten, die zij tijdens hun huwelijk hadden gekocht van Jacobus Ghijbels, met last van jaarlijks in het octaaf van Allerheiligen twee gelezen missen te laten doen tot lafenis van de gelovige zielen. Na de dood van Geertruyt Janssen (21.01.1768) releveerde de heiliggeestmeester Peeter Winters de twee huisjes en hoven.
Beschrijving
Het betreft een gebouw van vijf traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak, met de nok evenwijdig aan de straat, Vlaamse pannen en westelijk aandak. De bedaking, vooral van het links gelegen dienstgedeelte, was ten tijde van de beschemring sterk vervallen en deels ingestort.
De baksteenbouw is volledig gecementeerd, terwijl het houtwerk deels bewaard bleef. De voorgevel op imitatie breukstenen plint is van imitatievoegen voorzien. De muuropeningen zijn rechthoekig, waaronder een poort onder houten latei links. De westelijke zijgevel is blind. Achteraan bevindt zich een aangebouwde achterkeuken onder doorlopend dakschild. De voordeur geeft direct toegang tot de rechter voorkamer.
Binnendeuren, troggewelven, beklede moerbalk, schouwvolumes en opkamer bleven bewaard.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2014: Alleenstaande stadshoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153255 (geraadpleegd op ).
Hoevetje van vijf traveeën en één bouwlaag onder geknikt, achteraan deels ingestort zadeldak (nok evenwijdig aan de straat, Vlaamse pannen) met westelijk aandak, uit eind 19de of eerste helft 20ste eeuw; mogelijk ouder in kern, daar in de Atlas van de Buurtwegen (1845) op deze plek al een langgestrekte bouw voorkomt. Volgens Stinissen (1997) stond hier één van twee armenhuisjes, waarvan de eigenaars van 1461 tot 1792 gekend zijn.
Volledig gecementeerde baksteenbouw met deels bewaard houtwerk. Van imitatievoegen voorziene voorgevel op imitatie breukstenen plint. Rechthoekige muuropeningen, onder meer poort onder houten latei links. Blinde westelijke zijgevel. Volgens mededelingen van de eigenaar, achteraan aangebouwde achterkeuken onder doorlopend dakschild. Interieur met drie kamers vooraan, opkamer, bewaarde binnendeuren, beklede moerbalk in rechtse kamer en bepleisterde en beschilderde troggewelven in de middelste kamer.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Alleenstaande stadshoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80668 (geraadpleegd op ).