Reeds vermeld in 1668, aanvankelijk burgemeesterswoning, van 1815 tot 1890 dekenij. Rijhuis met dubbelhuisopstand van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien) tussen aandaken met schouder- en topstukken, alsook centraal getoogd dakvenster met klokvormige bekroning, bol, ijzeren windwijzer en windvaan, in zijn huidige ordonnantie uit de 19de eeuw, doch in kern teruggaand tot de tweede helft van de 17de eeuw, confer steile dakhelling, geprofileerde kroonlijst op dito natuurstenen consoles en krulankers met gekrulde spie.

Bepleisterde en in 1997 herschilderde baksteenbouw op waarschijnlijk van het interbellum daterende hardstenen plint met rechts een betralied rechthoekig keldergat; vernieuwd houtwerk. Beneden eertijds beluikte (confer oude prentkaart), rechthoekige muuropeningen in vlakke, verdiepte omlijstingen, op de eerste bouwlaag op recente, op de tweede op oude hardstenen lekdrempels, mogelijk van Naamse kalksteen. Deur met bewaard hout- en traliewerk, alsook brievenbus, uit de eerste helft van de 20ste eeuw.

Ten zuiden aansluitend, later gebouwd en analoog afgewerkt, lager gedeelte van één travee onder dito bedaking (mechanische pannen), voormalig postkantoor (in functie circa 1900). Tijdens het interbellum aangebrachte rechthoekige poort, ter vervanging van twee rechthoekige muuropeningen, confer oude prentkaart.

Blinde zuidelijke zijpuntgevel. Eenvoudiger achtergevel van beschilderde baksteen, met daklijstbalkjes, één rechthoekig venster onder houten latei en twee recente, in elkaars verlengde gebouwde aanbouwsels onder lessenaarsdak. Achtergevel met eertijds een rechthoekige poort onder nog bestaande ijzeren I-balk, heden ingenomen door wc.

Interieur met oude zolderingen, namelijk behouden moer- en kinderbalken, waartussen bepleisterde en beschilderde troggewelfjes; plankenvloer en marmeren schouw in het bureau; vloer in gang van hergebruikte kalk(?)steen.