Breedhuis in eclectische stijl met neo-Vlaamse-renaissance-inslag, van 1902, confer hardstenen gevelsteen in geveltop; drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien) met markerende schouwen, rechtse dakkapel onder dito dakje en sinds 1981 verdwenen kleiner analoog dakkapelletje met bolbekroning. Combinatie van lijst- en tuitgevel.

Van sierankers voorziene, gele baksteenbouw; gebruik van rode baksteen voor boogruggen en fries; zandsteen voor geprofileerde omlijstingen, muurbanden en hoekblokken; hardsteen voor puilijst, lekdrempels, geprofileerde aanzet- en sluitstenen met diamantkop, alsook afwerking van tuitgevel in de risaliet vormende linker travee, door middel van vleugelstukken, deklijsten en bekronend segmentvormig fronton met bolbekroning; geprofileerde houten kroonlijst op klossen. Getoogde, korfboogvormige en rondbogige vensters; oorspronkelijk houtwerk met roedeverdeling vervangen door pvc. Linker deurvenster op de tweede bouwlaag uitgevend op balkon met sierlijke ijzeren leuning met art-nouveau-inslag, rustend op geprofileerde zandstenen consoles. Volledig aangepaste begane grond. Van gewone ankers en vlechtingen voorziene zijpuntgevels van rode baksteen.