Woning met aan de straatzijde: drie linden en een beukenhaag. Alleenstaande langgestrekte hoeve met ordonnantie: stal-dwarsschuur-stal-woonhuis met dubbelhuisopstand; acht traveeën en één bouwlaag, bij het woonhuis onder vooraan opgehoogd en geknikt, bij het dienstgedeelte onder gewoon zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen), van 1881, confer jaartalankers in de noordwestelijke zijgevel.
Verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint; deels bewaard houtwerk. Aflijnende overhoekse muizentand voor- en achteraan. Beluikte, rechthoekige muuropeningen op beschilderde gecementeerde lekdrempels. Staldeuren en schuurpoort onder houten lateien, de rechtse staldeur verkleind. Zuidoostelijke zijpuntgevel met cementstenen aanbouw onder lessenaarsdak (dito pannen). De noordwestelijke zijgevel en de achtergevel met analoge muuropeningen, laatstgenoemde gevel met latere aanbouw onder lessenaarsdak (golfplaten) en recente haakse stal.
Aan de overzijde van het geasfalteerde erf, losstaand parallel dienstgebouw van verankerde baksteen onder zadeldak (Vlaamse pannen), met rechthoekige muuropeningen onder houten lateien. Met klimop begroeide, blinde noordwestelijke zijpuntgevel. Cementstenen zuidoostelijke zijpuntgevel met dito aanbouw onder lessenaarsdak (mechanische pannen). Recent dienstgebouw achteraan het erf.
- De zeven torens, 1, 1, 1986, p. 11-15.