De afspanning en stadshoeve De Scherpe Steen, ook bekend als Bij de Kuyper dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw, maar had vermoedelijk een oudere kern. Ze deed dienst als schuur, stal, woonhuis en herberg of afspanning. Aan de stadshoeve is tevens een kuiperij gebouwd.
De naam De Scherpe Steen is afgeleid van de zwerfkei van kalksteen die op de straathoek werd geplaatst. De herberg staat ook bekend als Bij de Kuyper, verwijzend naar de kuiperij in de achterbouw tussen 1860 en 1946. Na 1946 werd de achterbouw nog een tijdje gebruikt als smidse.
In 1981 had het woongedeelte van De Scherpe Steen nog een authentieke vakwerkstructuur met in het interieur bewaard vits- en leemwerk. In de achtergevel waren de authentieke vakwerkvullingen vervangen door baksteen. Het interieur van het woonhuis had een indeling die bestond uit een opkamer, keuken, zitkamer en kleine hal. In de herberg was op dat moment de originele plankenvloer bewaard en bevond er zich een 19de-eeuwse tapkast. In de derde en vierde travee van de achtergevel zaten in 1981 nog twee kozijnen met diefijzers.
In 1992 werd het gebouw gerestaureerd naar ontwerp van architect Jo Spaas uit Neerpelt. De achterbouw werd volledig heropgebouwd vanwege de slechte staat. De voormalige herberg De Scherpe Steen en het gedeelte van de stadshoeve werden in dit plan herbestemd tot polyvalente ruimtes. De plannen tonen een nieuwe betonnen draagstructuur, het schrijnwerk werd vernieuwd en de oorspronkelijke houten lateien werden vervangen door een dubbele bakstenen rollaag.
De afspanning en stadshoeve De Scherpe Steen is een stadshoeve van het Kempisch langgeveltype. De hoeve heeft als ordonnantie: links de dwarsschuur met hooizolder – stal – woonhuis en uiterst rechts de voormalige herberg.
In totaal telt het gebouw zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder een zadeldak van Vlaamse pannen. De nok van het dak staat evenwijdig met de straat.
De verankerde baksteenbouw rust vooraan het woonhuis en de herberg op een gecementeerde plint. Bovenaan wordt de gevel gekenmerkt door een aflijnende rechte muizentand. De rechthoekige muuropeningen onder een dubbele bakstenen rollaag hebben op de begane grond kalkstenen lekdrempels.
De noordelijke zijpuntgevel is blind en wordt gekenmerkt door vlechtingen. De zuidelijke zijpuntgevel van de voormalige herberg heeft twee rechthoekige keldergaten.
Tegen de noordelijke gevel van de stadshoeve is de voormalige kuiperij aangebouwd. Het betreft een verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak. Het is lager, springt in en is eveneens afgelijnd met een rechte muizentand.
De kuiperij telt zes traveeën; een deurtravee, twee venstertraveeën, een poorttravee en opnieuw twee venstertraveeën. De muuropeningen met steekboogafwerking en bakstenen rollaag rusten op afgeschuinde bakstenen lekdrempels. De noordelijke zijpuntgevel heeft vlechtingen.
Auteurs: Pauwels, Dirk; Sys, Annelien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. & Sys A. 2023: Afspanning en stadshoeve De Scherpe Steen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/430728 (geraadpleegd op ).
De stadshoeve die bekend staat als ‘De Scherpe Steen’ en ‘Bij de Kuyper’ gaat voornamelijk terug tot de eerste helft van de 19de eeuw en deed dienst als schuur, stal, woonhuis en herberg of afspanning. Aan de stadshoeve is tevens een kuiperij gebouwd.
Historiek
Dit hoekhuis gaat voornamelijk terug tot de eerste helft van de 19de eeuw, maar heeft mogelijk een oudere kern. De stadshoeve, die ook dienst deed als herberg of afspanning, werd als inplanting reeds vermeld in 1610 en aangeduid op de Ferrariskaart (1771-1777). De Atlas van de Buurtwegen (1845) toont de huidige configuratie, doch met aan de achtergevel een aangebouwd T-vormig element.
De naam ‘De Scherpe Steen’ is afgeleid van de zwerfkei van kalksteen die op de straathoek werd geplaatst. De herberg staat ook bekend als ‘Bij de Kuyper’. Deze bijnaam verwijst naar de kuiperij die hier bedrijvig was tussen 1860 en 1946. Het hoofdgebouw was de herberg, de achterbouw was de kuipenmakerij. Na het overlijden van Joannes A Ketelbuters, bewoner en kuiper van beroep, in 1946, werd de achterbouw nog een tijdje gebruikt als smidse, waardoor de inboedel van de kuiperij werd verwijderd, maar in het bezit bleef van de familie.
De stadshoeve bestaat uit baksteen, maar heeft vermoedelijk een kern van vakwerkbouw. De achtergevel van het woongedeelte was is in 1981 immers nog voorzien van vier traveeën in vakwerk met bakstenen vullingen. In de derde en vierde travee zaten in 1981 nog twee aanwezige en ondertussen verdwenen houten kozijnen met diefijzers. In 1992 werd het gebouw gerestaureerd naar ontwerp van architect J. Spaas uit Neerpelt.
Beschrijving
Het betreft een stadshoeve van het Kempisch langgeveltype. In totaal telt het gebouw zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder een zadeldak van Vlaamse pannen. De nok van het dak staat evenwijdig met de straat. De hoeve heeft als ordonnantie: dwarsschuur (met hooizolder)–stal–woonhuis (vierde en vijfde travee)–herberg (twee rechtse traveeën).
De hervoegde en verankerde baksteenbouw rust vooraan het woonhuis en de herberg op een gecementeerde plint. In de voorgevel, de westelijke gevel, is het houtwerk volledig vernieuwd. Bovenaan wordt de gevel gekenmerkt door een aflijnende rechte muizentand. De rechthoekige muuropeningen hebben op de begane grond kalkstenen lekdrempels. In de rechtertravee waren ze eertijds beluikt, zoals de ogen getuigen. Op de bovenverdieping hebben de muuropeningen vernieuwde hardstenen lekdrempels en zitten ze vervat onder houten lateien. Ook de aangepaste poort van de stal zat vroeger onder een houten latei.
De noordelijke zijpuntgevel is blind en wordt gekenmerkt door vlechtingen. De zuidelijke zijpuntgevel van de voormalige herberg heeft twee rechthoekige keldergaten.
In het interieur van de herberg bleef de originele plankenvloer bewaard. Er bevindt zich tevens een 19de-eeuwse tapkast. Het interieur van de woning is opgebouwd uit een opkamer, keuken, zitkamertje en kleine hal.
Tegen de noordelijke gevel van de stadshoeve is de voormalige kuiperij aangebouwd. Het betreft een bakstenen gebouwtje onder een zadeldak. Het is lager, springt in en is eveneens afgelijnd met een rechte muizentand.
De kuiperij telt zes traveeën; een deurtravee, twee venstertraveeën met steekboogventers, een poorttravee en opnieuw twee venstertraveeën. De muuropeningen rusten op afgeschuinde bakstenen lekdrempels.
Oorspronkelijk had de kuiperij een lemen vloer. Inmiddels is de vloer gebetonneerd.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2009: Afspanning en stadshoeve De Scherpe Steen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/155345 (geraadpleegd op ).
Hoekhuis, herberg, afspanning en stadshoeve "De Scherpe Steen" of "Bij de Kuyper", uit de eerste helft van de 19de eeuw. Eerstgenoemde naam is afgeleid van de zwerfkei van kalksteen die op de straathoek werd geplaatst; laatstgenoemde naam verwijst naar de tussen circa 1860 en 1946 alhier bedrijvige kuiperij.
Als inplanting reeds vermeld in 1610 en aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77). In 1982, restauratie naar ontwerp van architect J. Spaas (Neerpelt). In de Atlas van de Buurtwegen (1845) aangeduid in zijn huidige configuratie, maar met aan de achtergevel aangebouwd quasi T-vormig element.
Langgestrekt gebouw met voormalige ordonnantie: dwarsschuur met hooi(?)zolder (confer luik)-stal-woonhuis (vierde en vijfde (deur)travee)-herberg (laatste twee rechtse traveeën); in totaal zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig aan de straat, Vlaamse pannen).
Hervoegde, verankerde baksteenbouw, vooraan bij woonhuis en voormalig café op gecementeerde plint; volledig vernieuwd houtwerk. Aflijnende rechte muizentand. Rechthoekige muuropeningen, op de begane grond op kalkstenen lekdrempels en in de rechtse travee eertijds beluikt, confer ogen, op de bovenverdieping op vernieuwde hardstenen lekdrempels onder houten lateien. Stal met aangepaste poort, vroeger onder houten latei.
Blinde noordelijke zijpuntgevel met vlechtingen en aangebouwde, lagere, inspringende, analoog afgelijnde voormalige kuiperij; licht getoogde muuropeningen op afgeschuinde bakstenen lekdrempels; noordelijke zijpuntgevel met vlechtingen; achtergevel met gedicht laag poortje, confer ontlastingsboog; interieur met oorspronkelijk lemen vloer, heden gebetonneerd.
Zuidelijke zijpuntgevel van voormalig café met twee rechthoekige keldergaten. Achtergevel van woongedeelte in 1981 nog voorzien van vier traveeën in vakwerk met bakstenen vullingen; in derde en vierde travee, twee, in 1981 nog aanwezige en thans niet waarneembare, houten kozijnen met diefijzers.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Afspanning en stadshoeve De Scherpe Steen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80729 (geraadpleegd op ).