Langgestrekte hoeve, door zes linden bij de aarden oprit beschaduwd. Aan straatzijde en achteraan, meidoornhaag. Ordonnantie: woonhuis met dubbelhuisopstand-paardenstal-dubbele dwarsschuur-stal; vier woonhuistraveeën en één bouwlaag onder geknikte zadeldak (nok loodrecht op de straat, kunstleien bij woonhuis en mechanische pannen bij iets lager, inspringend en achteraan lager uitgebouwd dienstgedeelte). Het woonhuis dateert van 1932, confer ingekraste inscriptie in de zuidelijke zijgeveltop: W-V / 1932; het dienstgedeelte is vermoedelijk ouder, namelijk uit einde 19de of begin 20ste eeuw. In de Atlas van de Buurtwegen (1845) komt op deze plek reeds een oudere inplanting voor, bestaande uit twee quasi parallelle, langgestrekte elementen met een kleiner L-vormig bestanddeel ten zuiden.

Bepleisterde en beschilderde, verankerde baksteenbouw op van imitatievoegen voorziene plint; onbepleisterd dienstgedeelte op gecementeerde plint, met aflijnende dubbele rechte muizentand; deels bewaard houtwerk doch vernieuwde kroonlijst. Woonhuis getypeerd door paneelwerk aan de hoeken, op de fries en rondom de vensters; horizontale accentuering door muurbanden ter hoogte van lekdrempels en boogruggen. Getoogde muuropeningen, voorzien van aanzet- en sluitstenen met diamantkopversiering; rechts venster tot deur aangepast. Zuidelijke zijgevel met twee getoogde bovenvensters in vlakke bepleisterde omlijstingen en centraal oculus. Gelijkaardige, doch eenvoudiger achtergevel met hoekliseen links en hoekbanden aan straatzijde.

Dienstgedeelte met grotendeels getoogde muuropeningen, onder meer stalvensters met ijzeren roedeverdeling, en twee korfboogpoorten van een dubbele rollaag en een platte laag; noordelijke zijgevel van cementsteen met twee mijterboogvormige uilengaten en recente aanbouw, namelijk melkstal, onder plat dak, van circa 1973. Ten noorden en ten oosten van het erf, grotendeels losstaande recente dienstgebouwen, onder andere stallen, onder zadeldaken (golfplaten).