Historiek
De voormalige gesloten hoeve zogenaamd ‘Het Groene Woud’ werd opgetrokken in 1835. De hoeve wordt zo genoemd omwille van het vele groen eromheen. De oostelijke korfboogpoort dateert van 1840. Volgens de Atlas van de Buurtwegen (1845) was het goed, dat toen ten noorden van de woonhuisvleugel van een tuin voorzien was, eigendom van Théodore Voets, landbouwer te Kleine-Brogel. Het complex wordt in deze Atlas al in zijn huidige configuratie aangeduid. Heden fungeert de voormalige hoeve als hengstenhouderij en woonst.
Beschrijving
De ondertussen semi-gesloten hoeve bestaat uit een woonhuis ten noorden met ten oosten een aansluitend dienstgebouw met ordonnantie: dubbele dwarsschuur en koeienstal. Ten oosten bevindt zich een korfboogpoort uit 1840. Ten zuiden van het woonhuis bevinden zich dienstgebouwen in een L-vorm met ordonnantie: vermoedelijk dwarsschuurtje, een later dichtgemaakte doorgang, een bakhuis waarvan de oven is weggebroken, stallingen, open schob en een paardenstal. Ten westen bevindt zich een toegangshek. Alle elementen zijn geschaard rondom een gekasseid erf, dat ter hoogte van de deuren van het woonhuis ook maaskeien telt. Ten noorden van het complex bevindt zich aan straatzijde een later ijzeren hek.
Het woonhuis met aansluitend dienstgebouw betreft een met gewone, van gekrulde spie voorziene of krulankers verankerde baksteenbouw onder zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen) met veelal aandaken met vlechtingen, top- en schouderstukken, laatstgenoemde bij het woonhuis van hardsteen. De kwartholle en kwartbolle daklijsten, alsook de overhoekse muizentanden, hebben een aflijnend effect. Er komen geprofileerde daklijstbalkjes voor bij de korfboogpoort, de open schobben en de paardenstal. Het houtwerk bleef grotendeels bewaard.
Het van een hardstenen stoep voorziene woonhuis met dubbelhuisopstand telt zes traveeën en één bouwlaag. De originele, eertijds beluikte houten kozijnen hebben een sponningbeloop. De rechthoekige deur in een vlakke bakstenen omlijsting op hardstenen neuten, met dito geprofileerde trede, werd aangepast. Links bevindt zich een lagere rechthoekige tweede deur, met hardstenen steektrap. De westelijke zijpuntgevel is blind. De oostelijke zijpuntgevel heeft een betralied getoogd keldergat en beneden voor het merendeel beluikte houten kozijnen. De achtergevel is voorzien van twee dito keldergaten, drie deels betraliede houten kozijnen, een gedicht venster en een rechthoekige deur. Ten westen sluit een lager dienstgebouw aan, met latere voorzetgevel aan erf- en straatzijde, hetgeen te merken is aan de rodere baksteen. Dit dienstgebouw telt twee schuurpoorten onder houten lateien en voor het overige rechthoekige muuropeningen. De achtergevel heeft een gecementeerde plint, met liseen en aansluitende mestvaalt omgeven door een gecementeerd bakstenen muurtje.
Ten oosten treft men de iets latere, verankerde korfboogpoort aan. De poort heeft een dubbele rollaag en een platte laag en hardstenen sluitsteen met inscriptie: ‘A:M:V/1840’, verwijzend naar de dochten van Theodoor, Anna Maria Voets, geboren in 1835. Aan de erfzijde is er een rechthoekige poortopening onder bewaarde houten latei, rustend op hardstenen blokken.
Ten zuiden bevinden zich parallelle dienstgebouwen met grotendeels rechthoekige muuropeningen, deels onder houten lateien, waaronder een iets hoger, voormalig schuurtje met eertijds beluikt houten kozijn, betralied houten kloosterkozijn in de oostelijke zijpuntgevel en latere zuidelijke aanbouw onder lessenaarsdak. Aan straatzijde is er een haakse paardenstal met een houten kozijn waarin een luik zit in de noordelijke geveltop. In de dienstgebouwen is er duidelijk een oudere, vermoedelijk 18de eeuwse kern aanwezig.
Het eenvoudige interieur van het woonhuis omvat een beddekoets, een cementtegelvloer en een marmeren schouw.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2009: Semi-gesloten hoeve Het Groene Woud [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153130 (geraadpleegd op ).
Hoeve Het Groene Woud, omwille van het vele groen er omheen, opgetrokken in 1835. Mogelijk komt op de Ferrariskaart (1771-77) op deze plek reeds een oudere inplanting voor, bestaande uit drie parallelle langgestrekte elementen. Volgens de Atlas van de Buurtwegen (1845) was het goed, dat toen ten noorden van de woonhuisvleugel van een tuin was voorzien, eigendom van Theodoor Voets (1785-1867), landbouwer te Kleine-Brogel. Het complex, in de Atlas van de Buurtwegen (1845) al in zijn huidige configuratie aangeduid, bestaat uit een woonhuis ten noorden met ten westen aansluitend dienstgebouw met ordonnantie: dubbele dwarsschuur-koeienstal, een korfboogpoort ten oosten, L-vormige dienstgebouwen ten zuiden met ordonnantie: dwarsschuurtje(?)-open schob-bakhuis-stallingen-open schob-paardenstal, en een ijzeren toegangshek ten westen, alle geschaard rondom een gekasseid erf, dat ter hoogte van de deuren van het woonhuis ook maaskeien telt. Ten noorden van het complex aan straatzijde, later ijzeren hek.
Met gewone, van gekrulde spie voorziene of krulankers verankerde baksteenbouw onder zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen) met veelal aandaken met vlechtingen, top- en schouderstukken, laatstgenoemde bij het woonhuis van hardsteen; aflijnende kwartholle en kwartbolle daklijsten, alsook overhoekse muizentanden; geprofileerde daklijstbalkjes bij korfboogpoort, open schobben en paardenstal; grotendeels bewaard houtwerk.
Van een hardstenen stoep voorzien woonhuis met dubbelhuisopstand van zes traveeën en één bouwlaag; originele, eertijds beluikte (confer duimen) houten kozijnen met sponningbeloop; aangepaste rechthoekige deur in vlakke bakstenen omlijsting op hardstenen neuten, met dito geprofileerde treden; lagere rechthoekige tweede deur links, met hardstenen trap. Blinde westelijke zijpuntgevel. Oostelijke zijpuntgevel met betralied getoogd keldergat, voor het merendeel beluikte benedenvensters in houten kozijnen en rechthoekige bovenvensters. Achtergevel met twee dito keldergaten, drie deels betraliede vensters in houten kozijnen, een gedicht venster en een rechthoekige deur. Ten westen aansluitend, lager dienstgebouw met latere voorzetgevel aan erf- en straatzijde, confer rodere baksteen; twee schuurpoorten onder houten lateien en voor het overige rechthoekige muuropeningen, onder meer stalvensters met ijzeren roedeverdeling; achtergevel op gecementeerde plint, met liseen en aansluitende, door een gecementeerd bakstenen muurtje omgeven mestvaalt.
Interieur van woonhuis met bewaarde bedstee, cementtegelvloer en marmeren schouw.
Ten oosten, iets latere, verankerde korfboogpoort van een dubbele rollaag en een platte laag, confer bouwnaad en hardstenen sluitsteen met inscriptie: A:M:V/1840, verwijzend naar Anna Maria Voets (°1835), dochter van Theodoor; aan erfzijde, houten latei, rustend op hardstenen blokken.
Ten zuiden, parallelle dienstgebouwen met grotendeels rechthoekige muuropeningen, deels onder houten lateien, onder meer iets hoger, voormalig schuurtje (?) met eertijds beluikt (confer duimen) venster in houten kozijn, betralied dito kloosterkozijn in de oostelijke zijpuntgevel en latere zuidelijke aanbouw onder lessenaarsdak, en aan straatzijde haakse paardenstal met een luik in een houten kozijn in de noordelijke geveltop.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Semi-gesloten hoeve Het Groene Woud [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80788 (geraadpleegd op ).