De pastorie, haar tuin en het kerkhof van de Sint-Ursulakerk maken deel uit van dit dorpsgezicht in Kleine Brogel.
Historiek
De parochie van Kleine Brogel werd omstreeks 800 opgericht onder het patronaat van de abdij van Aldeneik. Toen in 1570 het kapittel van Aldeneik naar Maaseik werd overgeheveld, werd Kleine Brogel hiervan afhankelijk.
De kerk van Kleine Brogel wordt een eerste maal vermeld in een oorkonde van 1222. In de 15de eeuw werd in de parochie een nieuwe kerk gebouwd, waarvan de mergelstenen toren geïncorporeerd is in de huidige kerk. In 1907 werd aangevat met de bouwwerken voor een nieuwe, neogotische kerk, die in 1908 voltooid werd.
Ten zuiden van de kerk bevindt zich de pastorie. De pastorie werd gebouwd naar ontwerp van Hyacinth Martens in 1895. Martens had reeds eerder een ontwerp voor een pastorie getekend, maar dit werd niet uitgevoerd. Hij gebruikte dit ontwerp later voor de bouw van zijn eigen woning in Stevoort. De pastorie werd gebouwd op de plaats waar vroeger de boerderij van Anna Maria Thielen stond. Deze vrouw schonk haar boerderij per testament aan de kerk in 1892. De vroegere pastorie was gebouwd in 1776 in de Zavelstraat en werd gesloopt in 1966.
De Sint-Ursulakerk wordt omgeven door een kerkhof met kerkhofmuur. In 1996 werd de kerkhofmuur hersteld en werd de ruimte rond de kerk aangelegd. In 1999 werd het kerkhof zelf heringericht door Marc Claessen en Gaby Van Dyck, van een ontwerpbureau voor buiteninrichting uit Wijchmaal.
Beschrijving
De pastorie bevindt zich ten zuiden van de kerk. Het betreft een alleenstaand dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak, afgewerkt met kunstleien. De trapgevels aan weerszijden werden later toegevoegd. Het is een bakstenen gebouw met gebruik van Maaslandse kalksteen voor de lateien en onderdorpels van de vensters en voor de deuromlijsting. De plint is gecementeerd met imitatievoegen en heeft twee rechthoekige betraliede keldergaten. Tegen beide zijgevels zijn bijgebouwen aangebouwd, waarvan het rechtse van recentere datum is en dienst doet als garage. Er is hardsteen gebruikt voor de afgeschuinde lateien met oren, lekdrempels, en dekstenen. Er bevinden zich kruisen op de schouw, de deuromlijsting en de trappen. Het houtwerk werd grotendeels bewaard, onder meer als geprofileerde kroonlijst met geprofileerde consoles. Op de zijgevels werden krulankers aangebracht.
Onder de kroonlijst van de voorgevel is er een fries van aflijnende rechte muizentanden met dropmotief aangebracht. De vensters zijn rechthoekig en waren op de gelijkvloerse verdieping vroeger beluikt. De deur is rechthoekig en zit in een vlakke, van oren voorziene omlijsting op neuten. De latei heeft centraal een kruis en op de deur bevindt zich bezwaard ijzerbeslag. Er is een trekbel en in het bovenlicht is een sierlijke ijzeren roedeverdeling aangebracht. Een steektrap met deels vernieuwde treden en ijzeren leuningen met pijnappelbekroning, leidt naar de voordeur.
De zuidelijke gevel heeft een licht getoogd venster in de geveltop en een originele, iets inspringende lagere aanbouw. Daarin bevindt zich onder meer de keuken. De aanbouw heeft een schilddak met lelievormige ankers. De muuropeningen zijn licht getoogd en bevatten onder meer twee deuren. De linker deur is voorzien van een trap met een ijzeren leuning.
De noordelijke gevel heeft gelijkaardige vensters en een recente aanbouw die dienst doet als garage.
De achtergevel is analoog, doch iets eenvoudiger. Hij bestaat uit drie traveeën met een keldergat en een deur in een vlakke, van oren voorziene, gecementeerde omlijsting. De deur heeft tevens een sierlijke ijzeren roedeverdeling in het bovenlicht en een trap. Naast de trap bevinden zich twee kleinere keldergaten.
De pastorie heeft een centrale gang met wit en zwart marmeren vloer en een houten bordestrap met balustervormige trappaal en balustervormige spijlen. Er zijn drie benedenkamers met marmeren schouwen en stucplafonds met bloemen en bladwerk. De deuren werden behouden.
Aan de straatzijde van de pastorie bevindt zich een voortuintje dat van de straat is afgescheiden door lage bakstenen muurtjes uit de tweede helft van de 20ste eeuw en door een hekken tussen pijlers met hardstenen afwerking. Achteraan bevindt zich de ruime tuin.
Het kerkhof ligt ten noorden van de Sint-Ursulakerk. Op het kerkhof staan drie grafkruisen uit de 17de en de 18de eeuw.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2009: Pastorie Sint-Ursulaparochie met tuin en kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153069 (geraadpleegd op ).
Pastorie, gelegen in een ruime tuin ten zuiden van de kerk. Ten westen en ten noorden, een bakstenen muur met gecementeerde afwerking; aan straatzijde een voortuintje en muurtjes uit de tweede helft van de 20ste eeuw met hekken tussen pijlers met hardstenen afwerking. De vroegere, in 1776 gebouwde pastorie in de Zavelstraat op de plaats van de driehoekige dries aldaar, werd in 1966 gesloopt. Huidige pastorie, ten zuiden van de kerk, van 1893, naar ontwerp van architect H. Martens (Stevoort, plannen van 1892), die reeds eerder een ontwerp voor een pastorie had getekend, dat niet werd uitgevoerd. Bouw op de plaats van de voormalige boerderij van Anna Maria Tielen, die deze per testament aan de kerk schonk in 1892. Alleenstaand dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien) tussen later toegevoegde trapgevelvormige aandaken.
Baksteenbouw op gecementeerde plint met imitatievoegen en twee rechthoekige betraliede keldergaten; gebruik van hardsteen voor afgeschuinde lateien met oren, lekdrempels, dekstenen, geprofileerde consoles van schouderstukken, kruisen op schouw, deuromlijsting en trappen; grotendeels bewaard houtwerk onder meer geprofileerde kroonlijst op dito consoles; krulankers aan zijgevels. Aflijnende rechte muizentanden met dropmotief. Rechthoekige vensters, beneden eertijds beluikt, confer ogen. Rechthoekige deur in vlakke, van oren voorziene omlijsting op neuten; latei met centraal kruis; bewaard ijzerbeslag, trekbel en sierlijke ijzeren roedeverdeling in bovenlicht; steektrap met deels vernieuwde treden en ijzeren leuningen met pijnappelbekroning. Zuidelijke zijgevel met licht getoogd venster in geveltop en originele, iets inspringende, lagere aanbouw, onder meer keuken, onder half schilddak, met lelievormige ankers en licht getoogde muuropeningen, onder meer twee deuren, de linkse met van ijzeren leuning voorziene trap. Noordelijke zijgevel met gelijkaardige vensters en recente aanbouw, namelijk garage. Analoge, doch iets eenvoudiger achtergevel van drie traveeën, met dito keldergat en deur in vlakke, van oren voorziene, gecementeerde omlijsting, met sierlijke ijzeren roedeverdeling in het bovenlicht en trap, waarnaast twee kleinere keldergaten.
Interieur: centrale gang met wit en zwart marmeren vloer en houten bordestrap met balustervormige trappaal en dito spijlen; drie benedenkamers met marmeren schouwen en stucplafonds met bloemen en bladwerk; behouden deuren.
Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Pauwels D. 2005: Pastorie Sint-Ursulaparochie met tuin en kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80793 (geraadpleegd op ).