Tichelhoeve ()

Tichelhoeve (benaming uit de 20ste eeuw), opgetrokken in de eerste helft van de 19de eeuw volgens G. Bussels, hetgeen wordt bevestigd door de aanduiding in de Atlas van de Buurtwegen (1845) in zijn huidige configuratie, evenwel met een toen nog losstaand bakhuis ten noorden en een tussen woonhuis en dienstgebouw in lopend pad. Vermoedelijk komt de hoeve echter reeds op de Ferrariskaart (1771-77) voor, waar ze bestaat uit een omhaagd complex van drie losstaande langgestrekte westoost georiënteerde elementen met boomgaard, waaruit men kan besluiten dat de kern tot de 18de eeuw zou kunnen teruggaan. Daar er van de hoeve reeds sprake is in de late middeleeuwen, moet er toen al een oudere inplanting bestaan hebben.

In 1844 eigendom van Jan Hendrik Leijsen, molenaar uit Hechtel. Voorvaderlijk erf van de Vlaamse letterkundige Julien Kuypers. In 1955, herstellingswerken naar ontwerp van architect F. Theuwissen (Lommel). De hoeve vormt het historisch centrum van het gelijknamige gehucht, ontstaan als eenzame ontginning in de volle heide tussen Wijchmaal en Eksel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, afbraak van het voormalige bakhuis, waarbij een balk met inscriptie: 1810 werd gevonden, en bouw van het huidige.

Het complex bestaat thans uit een aan straatzijde door een vijftal linden en twee canadabomen omgeven, door een oude kastanjelaar en notelaar beschaduwd geheel met een alleenstaande langgestrekte hoeve ten zuiden, en ten noorden een losstaand parallel dienstgebouw met aanbouwsels ten oosten. Ten zuiden van een gecementeerde stoep en een moestuin, ten noorden van een recent terras, voorziene hoeve met ordonnantie: woonhuis met enkelhuisopstand-koeienstal-dwarsschuur en paardenstal achteraan; drie woonhuistraveeën en één bouwlaag onder wolfsdak (nok evenwijdig aan de straat, Vlaamse pannen en rieten bedaking in 1955 hersteld naar resterende toestand), zoals gezegd in kern vermoedelijk uit de 18de eeuw.

Verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint. Rechthoekige, deels in 1955 aangepaste, muuropeningen op gecementeerde lekdrempels, deels onder houten lateien; in 1955 vernieuwd houtwerk. Voorgevel aan erfzijde met recente rechthoekige asemgaten. Oostelijke zijgevel met luik in geveltop en rechthoekig betralied keldergat, waarboven opkamer. Westelijke zijgevel met vlechtingen en dito luik. Achtergevel met recent aangebouwde serre onder lessenaarsdak (golfplaten).

Aan de overzijde van het geasfalteerde erf, parallel, losstaand dienstgebouw met ordonnantie: stal-hennenkot en schaapskooi-dwarsschuur-hondenhok, onder mank zadeldak (riet) met westelijk dakschild (riet en Vlaamse pannen). Grotendeels versteende bouw, met sporen van vakwerk, namelijk enkele behouden stijlen. Bewaarde staldeuren en schuurpoort onder houten lateien; luik boven linkse staldeur, rechtse staldeur met flankerend hennendeurtje; getoogde muuropening van hondenhok. Ten oosten, waarschijnlijk later aangebouwde varkensstal onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen), met aansluitende recente open schob onder zadeldak (golfplaten); verderop, aansluitend, door klimop begroeid voormalig bakhuis, eertijds losstaand.

  • Afdeling ROHM-Limburg, Cel Monumenten en Lanschappen, dossier nr. 95.
  • B.P.A. "Herwaardering oude landbouwnederzettingen". Selectie van sites op te nemen in de eerste fase van het B.P.A., onuitg. studie, Peer, 2001, nr. WIJ 4, afbn.
  • Even kennismaken Peer, brochure, Peer, s.a., p. 4.
  • BUSSELS G., Onuitgegeven notities, Hasselt, 1946.
  • DIRIKEN P., Geogids Peer, s.l., 1996, p. 114, afb.
  • DUSAR A., Beknopte beschrijving van de gerangschikte monumenten en landschappen op het grondgebied van de provincie Limburg, in De Tijdspiegel, 25, 1, 1970, p. 39.
  • MOLEMANS J., Toponymie van Wijchmaal, in Naamkunde, 3-4, 1978, p. 325.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tichelhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80831 (geraadpleegd op ).


Tichelhoeve ()

Historiek

De zogenaamde Tichelhoeve of hoeve Tichelhoven werd voornamelijk opgetrokken in de eerste helft van de 19de eeuw, maar heeft vermoedelijk een oudere kern. Reeds in de late middeleeuwen was er sprake van een hoeve. Op de Ferrariskaart (1771-1777) wordt een complex van drie losstaande, langgestrekte, west-oost georiënteerde elementen getoond, omhaagd en met een boomgaard. Daaruit zou men kunnen afleiden dat de huidige hoeve een kern kan hebben die minstens teruggaat tot de 18de eeuw. De Atlas van de Buurtwegen (1845) toont de hoeve in haar huidige configuratie, maar met een toen nog losstaand bakhuis ten noorden en een pad lopend tussen het woonhuis en het dienstgebouw.

De hoeve kreeg haar naam in de 20ste eeuw en vormt het historisch centrum van het gelijknamige gehucht, ontstaan als eenzame ontginning in de volle heide tussen Wijchmaal en Eksel.

In 1844 was de hoeve eigendom van Jan Hendrik Leijsen, een molenaar uit Hechtel. De hoeve staat ook gekend als het voorvaderlijk erf van de Vlaamse letterkundige Julien Kuypers.

In 1955 werden aan de hoeve herstellingswerken uitgevoerd naar ontwerp van architect F. Theuwissen uit Lommel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het voormalige bakhuis afgebroken en het huidige bakhuis gebouwd. Daarbij werd een balk gevonden met inscriptie “1810”.

Beschrijving

Het complex bestaat uit een alleenstaande langgestrekte hoeve en een ten noorden daarvan losstaand parallel dienstgebouw met aanbouwsels.

Langgestrekte hoeve

De alleenstaande langgestrekte hoeve wordt aan de straatzijde door een vijftal linden en twee canadabomen omgeven en door een oude kastanjelaar en notelaar beschaduwd. Ten noorden is het gebouw voorzien van een recent terras.

De hoeve heeft als ordonnantie: woonhuis met enkelhuisopstand – koeienstal – dwarsschuur en paardenstal achteraan. Het woonhuis telt drie traveeën en één bouwlaag onder een wolfsdak. De nok is evenwijdig met de straat. Het dak bestaat uit Vlaamse pannen en een rieten bedaking, in 1955 hersteld. De verankerde baksteenbouw rust op een gecementeerde plint. De rechthoekige muuropeningen werden deels in 1955 aangepast en zijn voorzien van gecementeerde lekdrempels en (deels) houten lateien. In 1955 werd tevens het houtwerk vernieuwd. De voorgevel aan de erfzijde vertoont recentere rechthoekige asemgaten. De oostelijke zijgevel heeft een luik in de geveltop en een rechthoekig betralied keldergat, waarboven zich een opkamer bevindt. De westelijk zijgevel wordt gekenmerkt door vlechtingen en een luik. De achtergevel heeft een recent aangebouwde serre onder een lessenaarsdak van golfplaten.

Dienstgebouw met aanbouwsels

Aan de overzijde van het geasfalteerde erf, ten noorden van de alleenstaande langgestrekte hoeve, staat een losstaand parallel dienstgebouw. Het gebouw heeft als ordonnantie: stal – hennenkot en schaapskooi – dwarsschuur – hondenhok. Het zadeldak is opgebouwd uit riet met een westelijk dakschild van riet en Vlaamse pannen. Het gebouw is grotendeels versteend, maar vertoont sporen van vakwerk, waaronder enkele behouden stijlen. De oorspronkelijke staldeuren en schuurpoort onder houten lateien bleven bewaard. Boven de linker staldeur bevindt zich een luik, rechts een flankerend hennendeurtje. De muuropening van het hondenhok is getoogd.

Ten oosten werd waarschijnlijk later een varkensstal aangebouwd onder een lessenaarsdak met Vlaamse pannen. Aansluitend daarop bevindt zich een recente open schob onder een zadeldak van golfplaten. Verderop staat het door klimop begroeid bakhuis dat eertijds losstaand was, maar nu aansluit.

  • Afdeling ROHM-Limburg, Cel Monumenten en Lanschappen,s.d., dossier nr. 95, s.l.
  • B.P.A. "Herwaardering oude landbouwnederzettingen". Selectie van sites op te nemen in de eerste fase van het B.P.A. , onuitgegeven studie, Peer, 2001, nr. WIJ 4.
  • Even kennismaken Peer, brochure, Peer.
  • BUSSELS G. 1946: Onuitgegeven notities, Hasselt.
  • DIRIKEN P. 1996: Geogids Peer, s.l., 114.
  • DUSAR A. 1970: Beknopte beschrijving van de gerangschikte monumenten en landschappen op het grondgebied van de provincie Limburg, De Tijdspiegel 25, 1, 39.
  • MOLEMANS J. 1978: Toponymie van Wijchmaal, Naamkunde 3-4, 325.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tichelhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/155282 (geraadpleegd op ).