Torenhoeve ()

De toren van de zogenaamde Torenhoeve is een multifunctioneel opgevatte eclectische toren van de voormalige paardenstoeterij. Eertijds in gebruik als bakhuis, warmwaterreservoir en duifhuis is de toren een uitzonderlijk element van het complex.

Historiek

De zogenaamde Torenhoeve gaat in kern terug tot 1784, getuige de jaartalankers in de oostelijke zijgevel. Eertijds was er een paardenstoeterij in gevestigd. In de Atlas van de Buurtwegen (1845) komt de hoeve voor als een langgestrekt element met noordelijke uitbouw, vergezeld van een losstaand voormalig bakhuis met -oven ten oosten. Kort na 1900 vestigde zich hier de Luikse industrieel Eugeen Woos, die er een heden verdwenen villa in art nouveau-stijl en in 1909 een multifunctionele eclectische toren liet optrekken. Het parallelle dienstgebouw ten zuiden dagtekent van 1907, getuige de jaartalankers in de oostelijke zijpuntgevel. De hoeve had te lijden onder de Tweede Wereldoorlog. In 1944 werden de in de toren verschanste Duitsers door Engelsen beschoten. Onder meer de opengewerkte borstwering bovenaan werd nadien hersteld.

Context

Het betreft een hoevecomplex bestaande uit een alleenstaande hoeve ten noorden, een parallel dienstgebouw ten zuiden en een vierkante toren onder platte bedaking ten oosten. Enkel de toren is beschermd.

Beschrijving

Ten oosten bemerkt men een vooraan van twee hardstenen paaltjes voorziene toren van vier geledingen, waarvan de begane grond als bakhuis fungeerde, de tweede bouwlaag een heden verdwenen waterreservoir van 10.000 liter had dat door de hete lucht van de nog bestaande bakoven werd opgewarmd en de mogelijkheid bood een warmwaterbad te nemen, de derde bouwlaag fungeerde als duifhuis. Rodere baksteen werd aangewend voor kordonlijsten, omlopende spitsboogfriezen, omlijstingen en de herstelde, spitsbogig opengewerkte balustrade bovenaan. Zijn de muuropeningen beneden getoogd, voor het overige gaat het om grotendeels gekoppelde spitsboogvensters. Op de begane grond werd het houtwerk van de ramen vernieuwd, maar is dat van de deur origineel. Op de tweede geleding aan erfzijde bevindt zich een centraal oculus met sierlijk smeedijzeren traliewerk. De derde geleding heeft een Sint-Antoniusbeeldje met bekronende spitsboognis. De vierde geleding wordt gekenmerkt door een rondboogvenster op hardstenen lekdrempel. De zijgevels van de toren bleven blind.

Het interieur omvat de behouden bakoven (op de begane grond), bakstenen troggewelven op ijzeren balken en houten rechte steektrappen.

Bij de toren sluit ten zuiden een latere garage en een open berghok aan. Ten oosten van de toren ligt een uniek, quasi rond bakstenen waterreservoir, bestemd om de paarden van de voormalige paardenstoeterij te wassen.

  • Beschermingsdossier DL002476, 8 hoeves (S.n., s.d., digitaal dossier).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Torenhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153278 (geraadpleegd op ).


Torenhoeve ()

Gelegen op het einde van de straat. Ten westen, oude linde en gecementeerd bakstenen, oorspronkelijk voor veevoer bestemd reservoir. Kort na 1900, vestiging van de Luikse industrieel Eugeen Woos, die er een heden verdwenen villa in art-nouveau-stijl en in 1909 een multifunctionele eclectische toren liet optrekken. In 1944 werden Duitsers in deze toren beschoten door Engelsen. Na de Tweede Wereldoorlog, restauratie van het bovenste deel van de toren. In de Atlas van de Buurtwegen (1845) komt de hoeve voor als een langgestekt element met noordelijke uitbouw, vergezeld van een losstaand voormalig bakhuis met bakoven ten oosten.

Huidig complex met losstaande bestanddelen, bestaande uit een langgestrekte hoeve ten noorden, in kern van 1784, confer jaartalankers in oostelijke zijgevel, een parallel dienstgebouw ten zuiden, van 1907, confer jaartalankers in oostelijke zijpuntgevel, en een vierkante toren van 1909, onder platte bedaking ten oosten.

Baksteenbouw, bij woonhuis deels op gecementeerde plint; gewone ankers en krulankers met dito spie; sierankers bij toren; zijgevels van beide parallelle gebouwen met vlechtingen; weinig bewaard houtwerk; al dan niet manke wolfs-, zadel- en lessenaarsdaken (Vlaamse en mechanische pannen, alsook golfplaten), alleen de toren met vlakke bedaking. Ten oosten van een moestuin en een oude notelaar voorziene, sterk verbouwde hoeve met ordonnantie: voormalige stallen, heden tweede woonst van 1990 met hergebruik van de oude bakstenen-in de jaren 1950 aangepast woonhuis van thans drie traveeën en één bouwlaag; twee dakkapellen onder platte bedaking van de jaren 1950 en twee dakvensters van 1900 onder zadeldakjes.

Interieur van rechtse woonhuis met laterale gang en ten oosten ervan het huus en vervolgens de kamer, thans één ruimte. ewaarde moer- en kinderbalken en twee aangepaste centrale schouwen, eertijds open.

Aan de overzijde van het door een oude linde beschaduwde, deels gekasseide, deels gebetonneerde, van een hardstenen, naar de voormalige drinkbak voor paarden verwijzende paal voorzien erf, evenwijdig dienstgebouw met ordonnantie: voormalige paarden- nu varkensstallen (met bakstenen troggewelven op ijzeren balken)-dwarsschuur; rechthoekige muuropeningen op vernieuwde hardstenen lekdrempels, deels aangepast, deels onder I-balken met rozetten, alsook twee luiken onder zadeldakjes; aan erfzijde, ten westen, haaks aangebouwde open schob annex stal. Zijpuntgevels met geveltoppen gedeeltelijk van cementsteen; oostelijke zijpuntgevel met drie halfronde muuropeningen en recent aangebouwde, open houtberging; blinde westelijke zijpuntgevel. Achtergevel met latere aanbouw, namelijk schob, en recent aangebouwde, haakse stallen.

Ten oosten, vooraan van twee hardstenen paaltjes voorziene toren van vier geledingen, waarvan de begane grond als bakhuis fungeerde, de tweede bouwlaag had een waterreservoir van 10.000 liter dat door de hete lucht van de bakoven werd opgewarmd en de mogelijkheid bood een warmwaterbad te nemen, de derde bouwlaag fungeerde als duifhuis. Gebruik van rodere baksteen voor kordonlijsten, omlopende spitsboogfriezen, omlijstingen en spitsbogig opengewerkte balustrade bovenaan. Beneden getoogde muuropeningen, voor het overige grotendeels gekoppelde spitsboogvensters; op de tweede bouwlaag aan erfzijde, centraal oculus met sierlijk smeedijzeren traliewerk, met bekronende spitsboognis met Sint-Antoniusbeeldje op de derde en rondboogvenster op hardstenen lekdrempel op de vierde bouwlaag. Blinde zijgevels; ten zuiden aansluitende latere garage en open berghok.

Interieur van toren met bewaarde bakoven, houten steektrappen en bakstenen troggewelven op ijzeren balken. Ten oosten van de toren, quasi rond bakstenen waterreservoir voor het wassen van paarden. Ten noordoosten, later, losstaand dienstgebouwtje. Ten westen, vóór het complex, recente, losstaande open schob.

  • B.P.A. "Herwaardering oude landbouwnederzettingen". Selectie van sites op te nemen in de eerste fase van het B.P.A., onuitg. studie, Peer, 2001, nr. WY 17, afbn.
  • Even kennismaken Peer, brochure, Peer, s.a., p.4.
  • DIRIKEN P., Geogids Peer, s.l., 1996.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Torenhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/80834 (geraadpleegd op ).