Aan de straat gelegen, fraaie hoeve, naar verluidt opgetrokken circa 1904-1906 in opdracht van een Brusselse dame en naar ontwerp van een architect (naam niet gekend). Onderzoek in het kadaster geeft aan dat er voordien ook een hoeve was, ze wordt gesloopt in 1898, gevolgd door een volledige reconstructie. De eigenaar was V. Debrabandere-Van Overwaele uit Sint-Joost-ten-Node.

Geheel bestaande uit bestanddelen van rode baksteen met vooruitspringende plint onder arduinen boordsteen, pannen zadeldaken met wolfseind. Gebouwen met semigesloten opstelling gegroepeerd rond een gekasseid erf. Architectuur beïnvloed door de cottagestijl zie het dakenspel van het woonhuis en het veelvuldig gebruik van hout voor onder meer de open spanten, de dakkapelletjes met open dakstoel, het portaal van het woonhuis en de luiken.

Zuidelijke erftoegang gemarkeerd door ijzeren hek.

Ten noorden het woonhuis van zeven traveeën. Vooruitspringende centrale travee oplopend in puntgevel met open spant. Dak doorbroken door dakkapelletjes en klokkentoren. Zijgevels eveneens met fraai open spant, eenvoudig uitgewerkte achtergevel. Rechthoekige muuropeningen onder strekken, deels vernieuwd houtwerk naar oud model. Deur onder luifel (leien) en met bakstenen bordestrap.

Stalvleugels ten oosten en zuiden onder snijdende daken, noordelijke en westelijke zijpuntgevel met houten spant. Daken doorbroken door zes dakkapelletjes. Verschillende deuropeningen werden omgevormd tot vensters. De stallingen worden achteraan uitgebreid in 1953 en 1980 (zie mutatieschetsen).

Eenvoudigere schuur, naar verluidt van 1930 ten westen. Tevens nutsgebouw achter woonhuis gelegen.